ZACHARIA, 12,10-11
Uit de Profeet Zacharias
Zo spreekt de HEER:
In die dagen zal Ik over het huis van David
een geest van welwillendheid en gebed uitstorten,
zodat zij zullen opzien naar Hem die zij doorstoken hebben;
zij zullen over Hem treuren als over een enig kind,
als over een eerstgeborene om hem schreien.
Op die dag zal het rouwbetoon in Jeruzalem even groot zijn
als dat over Hadad-Rimmon in de vlakte van Megiddo."
GALATEN 3,26-29
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de Galaten
Broeders en zusters,
Gij zijt allen kinderen van GOD
door het geloof in Christus Jezus.
De doop heeft u allen met Christus verenigd,
gij hebt Hem aangetrokken als een kleed.
Er is nu geen sprake meer van Jood of heiden,
slaaf of vrije, man of vrouw;
allen te zamen vormt gij één persoon in Christus Jezus.
Maar als gij bij Christus hoort,
dan zijt ge ook Abrahams nageslacht,
en dus erfgenamen krachtens de belofte.
LUCAS 9,18-24
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas
Toen Jezus eens alleen aan het bidden was
en zijn leerlingen bij Hem kwamen
stelde Hij hun de vraag:
“Wie zeggen de mensen, dat Ik ben?"
Zij antwoordden:
“Johannes de Doper,
anderen zeggen: Elia,
en weer anderen: een van de oude profeten is opgestaan." Hierop zeide Hij tot hen:
“Maar gij, wie zegt gij dat Ik ben?"
Nu antwoordde Petrus:
“De Gezalfde van GOD."
Maar Hij verbood hun nadrukkelijk dit aan iemand te zeggen. De Mensenzoon,
- zo sprak Hij -
moet veel lijden
en door de oudsten,
hogepriesters en schriftgeleerden verworpen worden,
maar na ter dood te zijn gebracht
zal Hij op de derde dag verrijzen."
Maar tot allen sprak Hij:
“Wie mijn volgeling wil zijn,
moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen
en door elke dag opnieuw zijn kruis op te nemen.
Want wie zijn leven wil redden zal het verliezen.
Maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil, zal het redden.
INGESPROKEN LEZINGEN