Dit artikel is een vervolg op ‘De eucharistie zingen (deel 1)’ en ‘De eucharistie zingen (deel 2)’ , beide artikels verschenen in ons bisdomblad Kerk·in·zicht.
Het tweede Vaticaans concilie koos uitdrukkelijk voor een eucharistisch model waarbij de gelovigen actief kunnen deelnemen aan de viering. De basisovertuiging daarbij was dat een gezongen liturgie de beste manier is om de actieve deelname te realiseren. De institutie Musicam Sacram (1976) stelt dat de actieve deelname een nieuw criterium vormt bij het kiezen van de gedeelten die gezongen kunnen worden. Daarbij maakt de institutie een onderscheid tussen de verschillende soorten gezangen op basis van hun rituele functionaliteit: gezangen die uit zichzelf een ritus vormen en gezangen die een andere ritus begeleiden. Als pedagogisch model op maat van ieders mogelijkheden worden daarbij drie graden van belangrijkheid voorgesteld bij de keuze van de te zingen gedeelten.
Eerste graad
1. Dialogen: het antwoord van de gemeenschap op de oproep van de priester. Maar eveneens het symbool van het verbond tussen God en zijn volk: God spreekt en het volk antwoordt Hem.
- De dialoog van de begroeting
- De dialoog die het voorlezen van het evangelie inleidt
- De dialoog die het eucharistisch gebed opent
- De dialoog van de vredeswens
- De dialoog van de zendingsritus
2. Acclamaties
- Het ‘Amen’ als antwoord op het kruisteken en de gebeden
- Het drievoudige ‘Amen’ als antwoord op de doxologie
- Het ‘Heilig’ als antwoord op de prefatie
3. De prefatie en de doxologie (Door Hem en met Hem…)
4. Onzevader + embolisme (Verlos ons, Heer, van alle kwaad…) + Want van U
5. Antwoordpsalm: werd in Musicam Sacram bij de derde graad gerekend als gezang na de lezing. Maar intussen is dit gezang door zijn nieuwe vorm en inhoud opgewaardeerd en behoort het duidelijk tot de eerste graad.
Tweede graad
1. De Kyrielitanie had oorspronkelijk geen vaste lengte. Later werd ze beperkt tot 3x Kyrie – 3x Christe – 3x Kyrie en na Vaticanum II werd het 2x Kyrie – 2x Christe – 2x Kyrie
2. Eer aan God of Gloria
3. Geloofsbelijdenis of Credo
4. Voorbede (het gebed van de gelovigen)
5. Lam Gods of Agnus Dei: begeleiding van de ritus van de broodbreking
Derde graad
1. Het intredelied: begeleiding van de intredeprocessie
2. Alleluia met vers: begeleiding van de processie met het evangelieboek
3. Het gezang bij de offerande: begeleiding van de processie met de gaven
4. Het gezang tijdens het naar de communie gaan
5. De lezingen
Enkele bedenkingen bij het overzicht
In Musicam Sacram worden het intredelied en het lied tijdens de communie tot de derde graad gerekend. Maar deze gezangen verdienen een andere kwalificatie als ze zelf ritus worden door een kleine verandering van plaats. Als het intredelied na de intrede wordt gezongen wordt dit een ritus op zichzelf: een lied dat de viering opent. Indien na de communie een lied wordt gezongen is dit een ritus op zichzelf: een meditatie over het ontvangen Woord (via de Schriftlezingen in de Woorddienst) of het ontvangen van Brood en Wijn in de tafeldienst. Door de nieuwe rituele vorm behoren openingslied en communielied tot de tweede graad. Het valt op dat de kerkmuzikale suggesties voor openingslied en communielied die in de liturgische kalender staan, zijn gekozen vanuit hun verbondenheid met de schriftlezingen van die zondag.
Het eenheids-Kyriale is een restant van de liturgie van voor Vaticanum II. Het is nu niet meer noodzakelijk om in een eucharistie het ‘Heer, ontferm U’, ‘Eer aan God’, ‘Heilig’ en ‘Lam Gods’ uit hetzelfde Kyriale te nemen (getoonzet door één componist). Vanuit pastorale overwegingen kiest men deze delen best vanuit volgende bekommernis: ‘Welke versie van de verschillende delen van het Kyriale is het best geschikt om voor mijn gemeenschap zijn liturgische inhoud te vervullen?’ Daardoor is het soms beter om uit verschillende Kyriales te kiezen, eerder dan om alles uit één Kyriale te nemen. In Gezangen voor Liturgie, de zangbundel van de Nederlandse Katholieke Kerk, uitgegeven in 1996, zijn de gedeelten van de Kyriales zelfs niet meer gerangschikt per componist maar per soort: alle zettingen van ‘Heer, ontferm U’, ‘Eer aan God’, ‘Heilig’ en ‘Lam Gods’ staan dus bij elkaar. Daarbij doe ik een sterke suggestie om bij de keuze van uitvoeringskarakter en -tempo zich te laten leiden door de inhoud van het gezang (en de mogelijkheden van de gemeenschap).
Het ‘Heilig’ is een acclamatie die behoort tot de eerste graad van belangrijkheid om te zingen. Het behoort in zijn geheel toe aan de gemeenschap. Dat houdt in dat de oude verdeling tussen voorzang en gemeenschap, zoals ook gebruikelijk in het gregoriaans, nu helemaal komt te vervallen. Na een uiterst korte intonatie door het orgel (indien nodig) zingt de gemeenschap samen het volledige ‘Heilig’.
Het ‘Lam Gods’ begeleidt de ritus van de broodbreking. Maar deze begeleiding is van een hogere rangorde doordat ze de ritus benoemt en zingeeft. Het breken van het brood is een symboolhandeling: Jezus, het Lam van God, geeft zichzelf aan ons. Aan dat Lam Gods vragen wij om ontferming. Het is daarom essentieel dat de broodbreking en het zingen van het Lam Gods tegelijkertijd gebeuren, zodat de band tussen beide wordt getoond.
Wie kiest voor het zingen van de eucharistie en hiervoor heel wat elementen uit de brochure gebruikt, zal opmerken dat sommige gedeelten in de eucharistie een speciale spanningsboog krijgen doordat ze volledig gezongen worden (zonder onderbreking met uitleg of commentaar). Dit verhoogt in sterke mate het sacrale en biddende karakter van de viering. Denk maar aan de boog van de gezongen inleiding op de prefatie over de gezongen prefatie tot het gezongen Heilig. Of de boog van de gezongen doxologie tot en met de inleiding op de communie (met Onze Vader, embolisme, vredeswens, Lam Gods).
Bezoek het ondersteunend leerplatform www.deeucharistiezingen.be. Op dit platform kunt u alle onderdelen van de brochure beluisteren, is de orgelbegeleiding van alle toonzettingen voorhanden en kan u een selectie van de toonzettingen downloaden om te gebruiken in eigen uitgaven. |