Hij sluit aan bij de zondaars
We zien dit in de eerste bladzijden van de Evangelies, vooral wanneer ons verhaald wordt over het Doopsel van de Messias in de wateren van de Jordaan. Dat gebeuren heeft iets verbazingwekkend in zich: waarom onderwerpt Jezus zich aan een dergelijke reinigingsritus? Hij is God, Hij is volmaakt! Over welke zonde zou Jezus spijt moeten hebben? Geen! Ook de Doper is geschandaliseerd, zodanig dat de tekst zegt: “Maar Johannes wilde Hem tegenhouden met de woorden: ‘Ik heb uw doopsel nodig en Gij komt tot Mij ?’” (Mt 3,14). Maar Jezus is een Messias die heel verschillend is van degene die Johannes, die Hem aan de mensen had voorgesteld, zich kon voorstellen. Hij incarneert niet de aangekondigde God en Hij roept niet samen voor het oordeel, maar, integendeel, Hij sluit aan bij de zondaars.
Hoezo? Jezus gaat met ons, wij allen zijn zondaars. Hij is geen zondaar, maar is wel in ons midden. En dat is mooi.
“Vader, ik heb zoveel gezondigd” – “Maar Jezus is met jou, spreek erover, Hij zal je helpen er uit te komen”. Jezus laat ons nooit alleen, nooit! Beseft dat wel. “Oh vader, ik heb er vele grote gedaan!” – “Maar Jezus begrijpt je en vergezelt je: Hij verstaat je zonde en schenkt vergiffenis”. Dit nooit vergeten!
Jezus beschermt ons
In de moeilijkste ogenblikken, in de momenten dat we in zonde afglijden, is Jezus bij ons om ons te helpen rechtop te komen. Dat is troostvol. Deze zekerheid mogen we niet vergeten: Jezus is bij ons om ons te helpen, om ons te beschermen, ook om ons na zonde op te richten. “Maar, Vader, is het waar dat Jezus alles vergeeft?” – “Alles. Hij is gekomen om vergiffenis te schenken, om ons te redden. Alleen, Jezus wil je hart openen”. Nooit vergeet Hij vergiffenis te schenken. Het zijn wij die vaak de bekwaamheid verliezen om vergiffenis te vragen.
Laten we die bekwaamheid herstellen om vergiffenis te vragen.
Ieder van ons heeft zovele redenen om vergiffenis te vragen: laat ieder er inwendig over nadenken en er vandaag met Jezus over spreken. “Heer, ik weet niet of dit waar is of niet, maar ik ben ervan overtuigd dat Jij niet van mij weggaat. Ik ben zeker van jouw vergiffenis. Heer ik ben zondaar/zondares, maar ga niet van mij weg”. Dit zou vandaag een mooi gebed tot Jezus zijn: “Heer, ga niet van mij weg”.