...moet in de kerk niet werken, hé.
Wie zijn die trouwe kerkgangers? Wat denken ze, hoe leven ze? Het houdt mij op een leeg moment tijdens de zondagsmis wel eens bezig… De nieuwsgierigheid brengt ons deze keer bij André Van der Hoeven, zijn vrouw Marcella en zoon Stefan. Het zijn van die echte stille werkers achter de schermen. Zo neemt André regelmatig alle kerkstoelen onder handen: uiteen halen, lijmen, fixeren in spanvijzen,… Tijdens de wintermaanden worden in de kerkgebouwen vele klusjes opgeknapt. Dat heeft hem intussen een benoeming in de Kerkfabriek opgeleverd, waar ze iemand met praktisch en wijs verstand goed kunnen gebruiken. Ook Marcella vermaakt misdienaarskleren en altaardoeken. Ze doet permanentie in het parochiesecretariaat waar ze missen inschrijft, dopen registreert, lokalen verhuurt,… En zondags helpt ze, meer dan regelmatig, bij het aperitief ‘Na de mis’, waar ze steevast achter de afwasbak te vinden is. We zochten de familie, die dus toch wel veel werkt in de kerk, op in het Muizenveld.
André, jij bent een Keerbergenaar en Marcella, jij komt uit Heist-Goor. Waar hebben jullie elkaar leren kennen?
André: Op de oktoberkermis in ’t Goor. Met wat vrienden kwam ik daar toevallig terecht. Meestal gingen wij uit langs de kanten van Bonheiden, maar daar vond ik niets naar mijn goesting. (lacht)
Marcella: En hij is direct met mij mee met de fiets naar huis gereden. Tot aan het huis hé, niet binnen… En hij is blijven ‘haperen’… Ik was toen 22 jaar en iets ouder dan André.
André: Ze zag er veel jonger uit. En nog altijd hé.
Marcella: Een vriendin had toen mijn carrécoupe in een ‘kinderkalotteke’ gesneden. En dat zal wel meegespeeld hebben…
Intussen al meer dan 51 jaar geleden getrouwd. Wanneer is Stefan gekomen?
Marcella: We zijn in 1967 getrouwd en drie jaar later is Stefan geboren. En daar hebben we het bij gehouden, omdat we met hem toch wat gesukkeld hebben. Bij de geboorte had hij zuurstoftekort. En toen hij 7 weken oud was, is hij geopereerd van een knoop in de darmen.
Later is hij toch uitgegroeid tot een echte atleet.
André: Ja, hij heeft ook vele jaren mee getraind en gelopen.
Stefan, jij werkt als tuinman voor onze gemeente. Hoe lang al en wat doe je zo allemaal?
Stefan: Ik ben er aan mijn 26ste jaar bezig. Vorig jaar kreeg ik een mooi beeldhouwwerk (zie foto) voor 25 jaar dienst. Ik onderhoud de parkjes en de bloemenperken in onze gemeente. Ik vind dat heel plezant omdat het altijd in de buitenlucht is. We werken in teamverband met een drietal, in totaal zijn we met zes. Er zijn pas twee nieuwe collega’s begonnen. Benny is mijnen teamchef. Soms moeten we ook de blikjes en het vuil op de openbare weg opkuisen en de straten proper houden.
Laten de mensen veel vuil achter, Stefan?
Stefan: Ja, ik vind van wel! Veel blikjes, papier en vooral die massa’s sigarettenpeukjes, daar kan ik mij wel aan storen. Het werken in de bloemenperkjes en het helpen bij het heraanplanten van struiken, dat doe ik veel liever.
Waarom zien we geen bloemenbakken met veel bloemen meer op onze pleintjes?
Stefan: Dat werd gevaarlijk op die ronde punten en zo. De auto’s vliegen daar soms voorbij dat je moet opzij springen.
Ben jij buitenhuis gaan werken, Marcella?
Marcella: Ik heb 39 jaar lang ganse dagen gestreken, dag in dag uit, bij Nieuwkuis ‘Ideal’ in Mechelen. Ik deed dat heel graag! Dat was ook afwisselend, zo streken we trouwkleren en dat kon tot 2 uren aan strijktijd in nemen. De nieuwkuis was opgesplitst in verschillende afdelingen, bij ons was het alleen maar zijde.
En nu doe je vrijwilligerswerk op het parochiesecretariaat. Dat heb je allemaal nog moeten leren.
Marcella: Ik heb computerlessen gevolgd bij de gemeente. En Daniëlle heeft mij leren mailen. Als men een doop of een huwelijk komt aanvragen, dan bibber ik nog wel een beetje vooraleer al die paperasserij in orde is. Er komt wel één en ander bij kijken. De aperitief klaarzetten voor ‘Na de mis’ dat is makkelijker, maar dan doe ik toch ook liefst de afwas. Er is ook onderling een goede verstandhouding met de andere vrijwilligers, dat is aangenaam.
André, jij werkt, letterlijk, achter de schermen en repareerde o.m. alle kerkstoelen.
André: Dat begon nadat ik destijds na de mis eens mijn spijt had uitgedrukt dat ik gestopt was met werken als klusjesman in de Don Boscoschool in Haacht. En dat was Jos Wellens ter ore gekomen en die kwam toen vragen om de stoelen te repareren. Dat was een groot werk, want elke stoel moest helemaal uiteen gelegd worden om dan te lijmen, terug in elkaar steken en met spanvijzen vastklemmen. Het heeft zes winters geduurd vooraleer alle stoelen hun beurt hadden en toen stonden er nog veel meer in de kerk. Nu staan er nog een kleine 500, maar toen nog over de 700 stoelen.
Hoe zag uw beroepsleven er uit, André?
André: De eerste jaren heb ik thuis op de boerderij gewerkt. Even voor ons huwelijk ben ik gaan werken in de meubelmontage van de ‘Meurop’ in Rijmenam. En na 7 jaar hebben ze mij komen vragen om klusjesman te worden in Don Bosco in Haacht. Dat was heel afwisselend werk en je moest eigenlijk alles kunnen: metsen, plafonds hangen, ramen plaatsen,… Destijds kwam er geen externe firma werken uitvoeren, dat werd allemaal door eigen werkvolk gedaan.
Jij bent ook gekend als atleet, als loper. Hoe ben je daar toe gekomen?
André: Eerst was ik bij de chiro en zo liep ik in Rijmenam mijn eerste wedstrijd en al direct bij de vijf eersten en daar waren toen toch een duizend deelnemers. Dan ben ik bij KLJ gegaan en daar op de sportfeesten mee gaan lopen en daar won ik bijna altijd de 800 meter en de 1500 meter. Dan heb ik mij aangesloten bij ‘Pakt club’, het latere ‘Roba’ in Tildonk. Trainen gebeurde voor en na het werk en toch liep ik in Vertrijk eens tweede achter Gaston Roelants. Ik liep in de meeste crossen bij de eerste vijf, net achter de olympische atleten zoals Miel Puttemans, Karel Lismont, Polleunis, …
Hadden die mannen meer mogelijkheden?
André: Ja, die trainden in Leuven onder Mon Van den Eynde. Terwijl ikzelf het allemaal op mezelf moest uitzoeken. Ik ben blijven lopen tot mijn 51ste. Maar na zeven knieoperaties werd ik toch wel verplicht van te stoppen. Het was een mooie tijd, we zijn ook veel naar buitenlandse wedstrijden gegaan en ik won o.m. een atletiekcross in Parijs. Ook in Duitsland en Nederland. Onze Stefan ging dan ook mee lopen. Tijdens de zomermaanden deden we mee aan pistemeetings.
Moest je niet op je voeding letten?
André: Ja, dat waren hier thuis altijd drie verschillende menu’s. En tussen 11.00 en 11.30 moest ik ’s middags gegeten hebben om tegen vier uur klaar te staan in ’t veld voor de cross.
Marcella: Vandaar dat ik ’s zondags niet meer kook. (knipoog) Want we moesten ook altijd een uur te vroeg daar zijn…
André: Ah ja, je moest je omkleden, je warm lopen, het parcours verkennen, je terug omkleden, je spikes aandoen en de juiste pinnen steken, zien dat je tijdig aan de start stond,…
Stefan: Ene keer kwamen we er toch bijna ‘achterdoor’.
André: Ja, we waren verloren gereden ergens in Wallonië…
Jullie zijn mee van onze trouwste kerkgangers. Vanwaar die trouw terwijl anderen afhaken?
André: We zijn eens efkes afgehaakt bij de uurwijziging van de missen. Ik was ne vroege en je vond ons steevast wekelijks in de vroegste mis. Dat was het eerste wat we op zondag deden. Ik verschiet er toch van dat mensen afhaken, want je moet daar niet werken hé.(algemeen gelach. Je hoort nog eens iets dat van pas komt en dat je niet wist in hetgeen er bijvoorbeeld in de preek gezegd wordt. Je leert er nog wat bij, van een andere orde dan de tv.
Marcella: Ik denk dat bij een uurverandering mensen moeite hebben om zich aan te passen, hun draai niet direct vinden en het zo ‘afleren’.
Wat is geloven voor jullie?
André: Wij hadden een nonkel pater die pastoor was in Wezembeek-Oppem en waar we in onze jonge jaren met de fiets naartoe reden. Dat laat ook wat na…
Marcella: Het is niet gemakkelijk te verwoorden. Ik spreek in mezelf toch dikwijls tegen God. Dat kan gewoon bedanken zijn, na een veilige autorit. Ik vind het ook gewoon plezant om nu op zondag in de kerk te zitten. Er is geregeld iets nieuws, er wordt tegenwoordig ‘geleefd’ in de kerk. De koren die fantastisch zingen, de vernieuwde viering van 11 november… Die mis had gerust nog een uur langer mogen duren, zo prachtig! Er werken nu ook heel veel mensen mee aan van alles in onze kerk, en je ontmoet die en dat schept een band. Ook de vrede wensen aan elkaar, het schept verbondenheid.