De gruwel en het onpeilbare leed slaan ons met verstomming. Zoveel verdriet, verwoeste levens en trauma’s waarmee wie is misbruikt en hun familie en vrienden moeten proberen te leven.
Wanneer slachtoffers alsnog de moed vinden om over hun diepe pijn en leed te spreken,
dienen we eerst én vooral te luisteren en respectvol te zwijgen. Zij en hun naasten verdienen
al onze aandacht.
Wij begrijpen hun woede tegenover de daders en tegenover ons, de Kerk en haar
verantwoordelijken. Ja, we hebben gefaald. En voor deze harde realiteit bieden we vandaag
opnieuw onze excuses aan. Het is en blijft een gitzwart hoofdstuk in de geschiedenis van de
Kerk. Dat mogen we nooit vergeten.
Uit Godvergeten bleek dat we niet voldoende hebben geluisterd naar de slachtoffers. Hun
vraag naar erkenning blijft. Wat hebben we tot nu toe kunnen doen? Er is de parlementaire
commissie geweest die ons veel heeft geholpen. Er was de arbitragecommissie en haar
opvolger Dignity en de meldpunten waar slachtoffers blijvend terecht kunnen. Individuele
slachtoffers kregen erkenning van hun leed en verontschuldigingen. Maar nu stelt zich de
vraag: wat dient er nog te gebeuren?
De komende maanden willen we daar duidelijkheid over scheppen. De
bisschoppenconferentie zet zich nu prioritair in voor nieuwe gesprekken met slachtoffers
van misbruik en wie hen nabij zijn. Daaruit kunnen nieuwe stappen groeien: samen met de
slachtoffers, hun naasten en de expertise die er in de samenleving is om hen bij te staan.
Ook binnen onze plaatselijke kerkgemeenschappen leven er vele vragen. We moedigen aan
hierover met elkaar te spreken. De pagina op Kerknet, die systematisch actuele vragen
samenbrengt en probeert te beantwoorden, kan daartoe wellicht een goede hulp zijn.
Kerkelijke medewerkers en gelovigen worden ook bevraagd in hun engagement voor de
kerk. Alleen de waarheid kan bevrijdend werken. We dienen elkaar daarin te steunen en in
vertrouwen samen te werken aan een kerk waarin misbruik geen plaats heeft.
Ook de kerkelijke structuren worden in vraag gesteld. We sluiten ons aan bij de
uitdrukkelijke wens van paus Franciscus om een einde te maken aan de klerikale cultuur
waarvan het misbruik een gruwelijke uitwas is. Aan ons allen om daar op elk gebied werk
van te maken.
Brief van de bisschop: verduidelijking bij de mededeling in de parlementaire commissie misbruik
Op vrijdag 23 februari was ik samen met aartsbisschop Luc Terlinden en bisschop Guy
Harpigny in het federaal parlement voor de Parlementaire Onderzoekscommissie die zich buigt
over ‘de aanpak van seksueel misbruik, in de Kerk en daarbuiten, met inbegrip van de gerechtelijke
behandeling, en de gevolgen op vandaag voor slachtoffers en samenleving’.
’s Avonds was ik te gast in het VRT Canvas-programma Terzake om te antwoorden op de vragen
van journaliste Kathleen Cools. Twee punten uit wat ik die dag zegde, zowel in het parlement als
op tv, wil ik voor jullie nader toelichten.
Eerst over mijn bedoeling om in Antwerpen extra tijd en ruimte vrij te maken om te
luisteren naar slachtoffers van misbruik, waar of door wie dat misbruik ook mag gebeurd zijn. In
de voorbije veertien jaar hebben wij onze aandacht gericht op slachtoffers van seksueel geweld in
een pastorale relatie, wat meestal betekent door een priester of religieus. We hebben deze
slachtoffers beluisterd, erkend en een financiële tegemoetkoming aangeboden. Deze inspanning
zullen wij voortzetten langs de weg van het gemeenschappelijke opvangpunt van de Vlaamse
bisdommen en religieuze congregaties. Wij willen deze slachtoffers ook verder ondersteunen,
onder meer met een deelname in de kosten voor therapeutische of psychologische begeleiding.
Dat hebben wij in de parlementaire commissie bevestigd. Bovendien tellen de samenleving en de
kerkgemeenschap nog zoveel andere slachtoffers van seksueel geweld. Hun misbruik vond niet
plaats in een pastoraal verband door een priester of religieus, maar door iemand uit hun familie- of
vriendenkring, uit een andere beroepsgroep of uit het maatschappelijke en professionele leven.
Ook dat misbruik is vaak al lang verjaard, terwijl de pijnlijke gevolgen zich nog steeds laten voelen.
Tal van deze slachtoffers zijn in de voorbije jaren met hun getuigenis en hun leed tot bij mij
gekomen. Ik probeer hen te beluisteren en te steunen. Ze hebben het gevoel dat ze buiten het
maatschappelijke en kerkelijke aandachtsveld vallen, omdat hun dader geen kerkelijke persoon was.
Telkens de media over seksueel misbruik spreken, gaan ook hun wonden weer open, op menselijk
en gelovig vlak.
Om tegemoet te komen aan hun vraag naar een vertrouwelijk gesprek met de bisschop of
iemand van de Kerk zal ik proberen tegen 1 september 2024 in Antwerpen een gespreksplek op te
richten, waarvoor ik persoonlijk tijd en ruimte wil vrijmaken. Samen met vrijwillige medewerkers
willen we horen met welke hulpvraag zij zitten en naar wie wij hen kunnen begeleiden voor verdere
ondersteuning.
Vervolgens over de brief die ik schreef aan paus Franciscus op 26 september 2023. Hoewel
het niet gebruikelijk is te citeren uit een brief aan de paus, ben ik u deze informatie verschuldigd
om misverstanden of een verkeerde communicatie te vermijden. Het totale pakket van mijn
verantwoordelijkheden als bisschop van Antwerpen en als lid van de bisschoppenconferentie is
voor mij te zwaar geworden. Ons Antwerpse bisdom is groot en complex. Daarnaast vragen tal
van interdiocesane taken veel extra tijd en aandacht. Vooral de problematiek van het seksueel
misbruik vereist veel inzet en energie. Al deze taken kan ik niet langer combineren met een nabije
en zorgvuldige leiding van het bisdom Antwerpen. Dit schreef ik aan de paus: ‘Ik wil op korte termijn
een grotere ruimte vrijmaken om mij als bisschop in te zetten voor de slachtoffers en wie hun nabij zijn, alsook voor
de aanpak en de preventie van alle vormen van misbruik in de Kerk. Tegelijk ligt mijn hart in het bisdom
Antwerpen waarmee ik graag verbonden wil blijven. (...) Om het Evangelie geloofwaardig te kunnen verkondigen
en beleven, moeten wij de slachtoffers in de ogen kijken, hen een centrale plaats geven in ons kerkelijk beleid en leren
van hun inzicht. Dat lijkt mij nu het meest dringend’. Het is niet mijn verlangen of bedoeling om het
bisdom Antwerpen los te laten, integendeel. Hier voel ik mij thuis en hier wil ik graag bisschop
blijven. Wel vraag ik de paus om mijn pastorale taken op korte termijn zo te herschikken, dat ik
persoonlijk prioriteit kan geven aan wat de slachtoffers en de samenleving nu van de Kerk
verwachten inzake de aanpak en de preventie van misbruik. Dit zou bijvoorbeeld kunnen door
een hulpbisschop voor ons bisdom te benoemen. De aartsbisschop en de nuntius zijn van mijn
vraag op de hoogte. Ik hoop dat dit verzoek niet lang blijft liggen, maar spoedig wordt opgenomen.
In elk scenario staat mijn band met het bisdom Antwerpen voorop.
Hopelijk heb ik u hiermee enige opheldering kunnen brengen. Over beide onderwerpen
zullen we verder overleggen in de bisschopsraad, de priesterraad, de diocesane pastorale raad en
andere overlegorganen. Het gaat hier immers over onze gemeenschappelijke zending en
verantwoordelijkheid. Ook u als gelovige en medewerker zullen we op de hoogte houden van
verdere ontwikkelingen in dit verband.
Ondertussen wens ik u een vruchtbare veertigdagentijd en een mooie voorbereiding op
Pasen. In mijn tuin staan de eerste paasbloemen al in bloei, ondanks regen en wind!
Bent u slachtoffer van misbruik of kent u iemand die aangifte wil doen? U kan terecht bij het
kerkelijk opvangpunt via info.misbruik@kerknet.be of justitie via lieve.pellens@just.fgov.be.