Goede vrienden, na wat vorige dinsdag in Brussel en Zaventem is gebeurd kunnen we Pasen niet vieren zoals andere jaren. Pasen is het feest van de hoop: Christus is verrezen! Hij heeft het kwaad en de dood overwonnen. Maar wat betekent dat? Meer dan ooit beseffen we dat die hoop altijd weer aangevochten wordt, bijna onmogelijk gemaakt door wat onder mensen gebeurt. Het leven, het samen leven, ons eigen bestaan: het is zo bedreigd. Zelfs het onzinnigste kan plots gebeuren, willekeurig waar of met wie. Wat we hier meegemaakt hebben, tart alle verbeelding.
We wisten natuurlijk wel dat zo iets kon gebeuren. Zoveel veiligheidsmaatregelen waren getroffen. Maar je beseft het pas als het gebeurt, zo vlak bij, op plaatsen die we zo goed kennen. Dan staan we oog in oog met de onbegrijpelijke diepte van het kwaad dat zoveel onzinnig en onschuldig lijden veroorzaakt. En daarnaast op hoeveel plaatsen nog in de wereld zoveel armoede, zoveel eenzaamheid. We zien het elke dag met eigen ogen: ontelbaren op de vlucht, vol angst en zonder uitzicht. Zoveel onmacht en kwaad. Kwaad dat zich ook nestelt in de relaties tussen mensen. Ook hier kunnen haat en geweld zoveel ravage aanrichten. Het kwaad dat ook in ons eigen hart sluimert.
Toch is en blijft Pasen het feest van de overwinning op dat kwaad. Overwinning ook op de dood. Het is het feest van de hoop. Een hoop die bedreigd wordt. Zeer zeker. Juist daarom moeten we weerstaan aan het kwaad en de wanhoop. Dat is de kracht van het geloof, dat niet toegeeft aan de angst. Het geloof doet ons niet berusten. Het verplaatst ons niet in een imaginaire wereld. We hoorden het reeds in de Schriftlezingen. Al in de eerste lezing over de schepping van de wereld. Hoe God al van bij de aanvang bezig is de chaos te bedwingen en menselijk leven mogelijk te maken. En ook in de lezing die erop volgde: hoe het volk van God is weggetrokken uit het land van dood en slavernij om als Gods kinderen in vrijheid te leven als broers en zusters, geen rivalen en vijanden maar lotgenoten van elkaar. Ook daar al lezen we hoe geweld en verdrukking overwonnen worden.
Keer op keer drukt de Schrift het ons op het hart: dat we niet een leven zouden leiden, alleen bedacht op ons zelf, maar met een grote eerbied, solidair, en met zorg voor elkaar, vol begrip en barmhartigheid. Daartoe heeft God zich met ons verbonden: opdat we trouw zouden zijn aan wat Hij bedoelde toen Hij het experiment van deze wereld begon. Dat Christus is verrezen is het onherroepelijk teken dat God het meent. En dat Hij deze wereld en geen mens aan dood en onzin overlaat.
Neen, Pasen verplaatst ons niet in een imaginaire wereld. Het zegt niet alleen iets dat ooit met Jezus is gebeurd. Het zegt evenzeer wat er met ons kan gebeuren. Niet alleen na onze dood. Maar hier en nu. We hoorden het bij Paulus in de lezing vlak voor het evangelie. Daar horen we wat het betekent christen te zijn. Hoe de verrijzenis van Christus ons juist oproept zelf een nieuw leven te leiden. Dat nieuwe leven ontvangen we door de doop. Het is door de doop dat iemand christen wordt.
Doop betekent letterlijk onderdompeling, baptisma in het Grieks. Onderdompeling in het water. Paulus begrijpt het als een ondergaan, een sterven. De oude mens in ons sterft af. Door de doop sterf je met Jezus om met Hem op te staan tot een nieuw leven. Een leven waarop de dood geen vat meer heeft. Daarover gaat het in het doopsel. Daarover gaat het in het christen zijn : dat we nieuwe mensen worden. Dat we bevrijd worden en afstand doen van alles wat naar dood en onzin leidt. Dat we binnentreden in Gods verbond en leerlingen worden van Jezus, mensen van vrede en verzoening.
Vrienden dat is met ons allen gebeurd de dag dat we gedoopt werden. Dat zal nu met jullie gebeuren, dierbare catechumenen. Ik weet hoezeer je verlangd hebt naar dit ogenblik en hoe lang al jullie zich daarop voorbereiden. Meer dan wij nog beseffen jullie wat het betekent christen te zijn en hoe het je leven nieuw kan maken. Weet jullie gedragen door ons allen, door ons gebed, onze waardering en steun. Heb geen schrik. Zeker, het is vandaag in onze samenleving niet meer vanzelfsprekend christen te zijn, laat staan het te worden.
Maar weet: als je niet alleen maar uit gewoonte gelooft, als je met je geloof iets doet, en als het geloof met jou iets doet, dan wordt het iets heel mooi. Het geeft je moed en vertrouwen. Het maakt je open en vrij. Open voor God die je het leven gaf. Open voor Jezus, Gods grootste geschenk, wonder van menselijkheid. Open ook voor je medemens. Het maakt dat je niet voor jezelf alleen leeft. Het stenen hart wordt weggenomen. Je krijgt een hart van vlees, een hart dat meevoelt en meeleeft, solidair in alle menselijke nood. Het helpt je ook om als christenen mee te bouwen aan een meer menswaardige samenleving, in eerbied en respect voor elke mens. Daartoe zij we allen gedoopt. En daarom gaan we nu met de catechumenen samen onze doopbelofte uitspreken ten teken dat we onze roeping als christen ernstig willen nemen.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.