Als bisschopsleuze koos kardinaal Jozef De Kesel: 'Vobiscum christianus'. Het is het tweede deel van een citaat uit de Sermoenen van de Heilige Augustinus dat voluit luidt 'Episcopus vobus, vobiscum christianus' (Voor u ben ik bisschop, met u ben ik christen).
De hoofdkleuren van het wapenschild, rood en groen, zijn de kleuren van de stad Brussel. De twee themata (het lam, de stad) vinden hun oorsprong in het boek Apocalyps. In het bovenste deel van het schild staat het lam, waarvan gezegd wordt dat het geslacht is en dat het staat. Het is het beeld van Christus. Hij is voor ons gestorven. Hij is de Verrezene. Het lam verwijst ook naar het Lam Gods uit Gent, waavan de kardinaal afkomstig is. Het onderste deel van het schild bevat de afbeelding van een stad. Dit verwijst naar de grootstad Brussel, maar ook opnieuw naar de Apocalyps. Daar wordt gezegd: wanneer alles wordt volbracht, zal het een grote stad zijn, een stad van vrede, een immense stad. Abraham zei hiervan al: ik zal u zegenen zo talrijk als de sterren aan het firmament en de zandkorrels op het strand. Als God alles in allen zal zijn, zal het een stad van vrede zijn waar mensen in vrede met mekaar leven. Op het schild zie je geen enkele kerk. In de Apocalyps staat er over die stad: er zal geen tempel meer zijn want God zelf zal tussen ons wonen. De kerk is dienstbaar, ze is nodig, maar ze is niet eeuwig. Ooit komt de dag dat ze haar dienstwerk volbracht heeft en dat de schepping helemaal verheerlijkt zal zijn. De stad op het schild heeft een goudgele kleur. De stad is gebouwd met twaalf fundamenten, de twaalf stammen van Israël, de twaalf apostelen. De muren zijn gemaakt in de edelste metalen.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.