Over de toekomst van de diaconie
Op 31 mei 2018 gaf Anneleen Decoene als stafmedewerker diaconie NRV een basisvorming over diaconie voor de verantwoordelijken diaconie en solidariteit in de pastorale eenheden. Deze tekst vulden we aan met werkvragen, waarmee je in groep aan de slag kan gaan.
1. Inleiding - Wat is diaconie?
NRV (Netwerk Rechtvaardigheid en Vrede) vertrekt meestal vanuit de definitie uit het handboek diaconiewetenschap: “Diaconie is dat handelen vanuit en door kerken en andere door het evangelie geïnspireerde groepen en bewegingen dat gericht is op het voorkomen, opheffen, verminderen, dan wel mee uithouden, van het lijden en de maatschappelijke nood van individuen en groepen mensen, en op het scheppen van rechtvaardige verhoudingen in kerk en samenleving”.
2 . Diaconie onder druk
In de visievorming en de theorieontwikkeling behoort diaconie tot het hart van de kerk en is één van de belangrijke dimensies van kerk-zijn, naast gemeenschapsvorming, verkondiging en liturgie. Deze dimensies kennen onderling eigenlijk géén hiërarchische verhouding. Paus Benedictus XVI schrijft: “Het wezen van de Kerk komt tot uitdrukking in een drievoudige opdracht: de verkondiging van Gods Woord, het vieren van de sacramenten, de dienst van de liefde. Deze opdrachten veronderstellen elkaar en zijn niet te scheiden. De dienst van de liefde is voor de Kerk geen soort steunverlening, die men ook aan anderen zou kunnen overlaten, doch behoort tot haar wezen, is een onontbeerlijke uitdrukking van haar diepste Wezen.” (Deus Caritas Est).
In de praktijk ligt de klemtoon vaak op het vieren van liturgie en is diaconie het kleine broertje. Ook in het theologisch onderzoek is er weinig aandacht voor de diaconie.
- Dit is vooreerst te verklaren vanuit de theologische misvatting, dat de kern van het geloof te vinden is in de liturgie, dat we vanuit de godsontmoeting in de liturgie de opdracht krijgen ons in te zetten. Dan is de diaconie een soort afgeleide van geloof, iets dat er uit voortvloeit, iets wat erna komt.
- Een tweede verklaring komt uit de doorwerking van eeuwenlang dualistisch denken, waarbij spiritualiteit en redelijkheid veel hoger worden gewaardeerd dan materialiteit, lichamelijkheid en emotionaliteit. Bovendien krijgt in onze neoliberale samenleving deze ‘spirituele variant’ vrij spel, met hippe trends zoals mindfulness en het zoeken naar “hoe kunnen we het zelf uithouden in de ratrace?” De strijd tegen onrecht is zoveel minder aanwezig. Ook wordt zin en geloof vaak ook naar de privésfeer geduwd en brengen we geloof niet ter sprake op het publieke terrein.
- Een laatste verklaring heeft te maken met de processen van schaalvergroting, het opnieuw organiseren en samenvoegen van de geloofsgemeenschappen. De aandacht voor de eigen organisatie richt de focus naar binnen en ook dit is niet bevorderlijk voor de diaconie, die de blik richt naar buiten, naar de wereld rondom ons en de toekomst van onze planeet.
3. Netwerk Rechtvaardigheid en Vrede (NRV) en diaconie
NRV is een netwerk van negen christelijke solidariteitsorganisaties ( Broederlijk Delen, Caritas Vlaanderen, Caritas International, Missio, Orbit, Pax Christi, Present Caritas Vrijwilligerswerk, Welzijnsschakels, Welzijnszorg), gedreven door het christelijke visioen van gerechtigheid, vrede en zorg voor de Schepping.
Ze geloven in de noodzaak én in de kracht van diaconie die radicaal kiest voor een samenleving waarin solidariteit, menselijkheid en gerechtigheid centraal staan en willen die diaconie versterken, door zes aandachtspunten naar voor te schuiven.
4. Aandachtspunten voor de toekomst van diaconie
1. Word bewogen door onrecht
Diaconie begint bij de bereidheid en de openheid van mensen om zich te laten raken, te laten bewegen door onrecht. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar is het niet. In onze samenleving is er veel onverschilligheid en vooral veel ongeloof in verandering. Margareth Tatcher zei al: “There is no alternative” (TINA). Dat idee is in onze hoofden gekropen met ideeën als: de wereld is wat hij is, daar kunnen we niet veel aan doen; ja, we zullen langer moeten werken; het is niet mogelijk dat we nog meer mensen bij ons kunnen opvangen; … We slagen er niet meer in om alternatieven te zien, om creatief samen daarrond te denken. De politieke en feministische theologe Dorothee Sölle noemt dit: “Het diepste atheïsme is dat we onszelf machteloos verklaren en zeggen dat we niets kunnen doen tegen de bewapening en de honger.”
Het eerste aandachtspunt is bijgevolg een heel actuele oproep: leg het ongeloof af dat het niet anders kan, ga staan in die tegenstroom van mensen die vandaag zichtbaar maken dat een andere wereld mogelijk is..
2. Analyseer de machtsverhoudingen in de samenleving
Wat benoemen we vandaag als onrecht? Wat vraagt om verzet? Wanneer vallen mensen in onze samenleving tussen de mazen van het net? In wiens belang gebeurt welke praktijk? Dit zijn belangrijke vragen om onszelf te stellen, wanneer we ons willen inzetten voor meer rechtvaardigheid. Onrecht is vaak ook niet zo zichtbaar. Daarom hebben we nood aan visies op de samenleving.
Meer bepaald hebben we samenlevingsanalyses nodig die de samenleving zichtbaar maken als een structuur die bepaalde groepen bevoordeelt en andere groepen onderdrukt of benadeelt. Een voorbeeld van zo’n analyse komt van de hand van paus Franciscus: “Zolang niet radicaal de problemen van de armen worden opgelost, door af te zien van de absolute autonomie van de markten en de financiële speculatie en door de structurele oorzaken van de sociale ongelijkheid aan te pakken, zullen de wereldproblemen onopgelost blijven en wordt geen enkel probleem op een definitieve manier opgelost. De sociale ongelijkheid is de wortel van alle kwalen in de samenleving.” (Evangelium Gaudium)
Deze analyses nemen de samenleving waar vanuit de positie van hen die helemaal geen macht hebben. Dan pas wordt zichtbaar hoe macht verdeeld is in onze samenleving. Als je in een machtige positie staat, merk je dat niet, want je eigen macht is onzichtbaar voor jezelf. Daarom hebben we verhalen nodig van mensen in de marge van onze samenleving.
Dit punt is een sterke uitnodiging om je oren goed te luisteren te leggen bij mensen die arm gemaakt worden, die uitgesloten worden en bij de organisaties die met hen werken. Een concrete suggestie: neem de memoranda door van de vele organisaties die hun standpunten uitbrengen naar aanleiding van de verkiezingen: Welzijnszorg, Orbit,…. Daarin vind je zeker lokaal aanknopingspunten, waar je je ook als pastorale eenheid mee kan achter zetten.
3. Analyseer ook je eigen machtspositie
Wanneer gerechtigheid beoefend wordt, diaconie vorm krijgt, dan is het ook zaak om onze eigen machtspositie onder de loep te nemen. De plaats waar onze voeten staan in de concrete materiële werkelijkheid bepaalt immers wat we denken, wat we zien en wat we niet zien. Daarom moeten we oefenen in een kruispuntperspectief.
Dat wil zeggen: iedereen staat op verschillende assen, bv. de as van gender, van religie, van nationaliteit,… en bevindt zich op een eigen, gesitueerd kruispunt van die assen. Dit betekent dat je niet zomaar kan spreken in termen van daders en slachtoffers, want als witte, christelijke middenklasse-vrouw ben ik niet enkel slachtoffer van een systeem van seksistische onderdrukking, maar neem ik ook een dominante positie in. Het is dus belangrijk om te kijken: waar sta ik, waar heb ik kansen en mogelijkheden gekregen, waar ben ik zelf met uitsluiting in aanraking gekomen? Enkel door de eigen positie goed in zicht te krijgen, is het mogelijk samen te werken met anderen in andere posities.
De cruciale vraag wordt dan: waar moet je je macht aanwenden om op te komen voor anderen? Bv. als je samenwerkt met vluchtelingen kan je een stuk van de macht die jij hebt, maar vluchtelingen niet, gebruiken om te lobbyen, om aan pleitbezorging te doen. Op andere momenten zal het zaak zijn om die macht af te leren, om een stap terug te zetten, zodat je bijvoorbeeld in een ontmoeting niet altijd diegene bent die de agenda bepaalt, dat diegene die in een minder machtige positie staat ook de agenda kan bepalen. Enkel zo kan je op een gelijkwaardige manier met mensen in een minder machtige positie, samen werken. Als dat niet gebeurt, staat diegene die hulp verleent en zijn belangen centraal. Een stap terugzetten in machtsuitoefening kan er ook voor zorgen dat de ander minder afhankelijk wordt. In tal van theorieën zoals “empoweren”, of “presentie” staat het gelijkwaardig zijn centraal. Het betekent werken met mensen, niet voor mensen. Het betekent niet zorgen voor mensen, maar zorgen dat dingen mogelijk worden voor mensen.
Het betekent ook dat je zelf veranderd wordt. Immers, door het werk dat je doet met mensen die het lastig hebben, wordt je gedwongen je eigen positie in vraag te stellen, je eigen denkbeelden, vooroordelen en oordelen. Zo wordt je zelf ook echt geraakt, in relaties die gebaseerd zijn op gelijkwaardigheid. Als het gaat over een echte ontmoeting van mens tot mens, is het erg belangrijk om die gelijkwaardigheid na te streven. En je er tegelijkertijd voortdurend bewust van zijn dat de leefwereld van kwetsbare doelgroepen een andere is dan die van ons, en dat we die ook niet zomaar kennen.
4. Politiseer de diaconie
In onze samenleving, die steeds meer uitsluiting, discriminatie en ongelijkheid kent, waar de welvaartstaat wordt afgebouwd en de sociale zekerheid onder druk staat, is het gevaar groot dat diaconaal werk ingepast wordt in een kader dat precies onrecht veroorzaakt. “Wie wordt hier gediend?” is een heel belangrijke vraag.
Diaconie kan verschillende heren dienen. Het is mogelijk om binnen onrechtvaardige structuren goed te doen. Maar het is ook mogelijk om diaconale initiatieven op te zetten die onrechtvaardige structuren aanpakken en transformeren. Diaconaal werk heeft de mogelijkheid om de huidige ordening van de samenleving om te keren en niet louter een correctie te zijn in het kader.
Wat zou er gebeuren als alle barmhartige Samaritanen zouden samenwerken om iets te doen aan de onveiligheid op de weg tussen Jeruzalem en Jericho of als de barmhartige Samaritanen zouden samenwerken om preventief te zorgen dat mensen geen rover zouden worden? Wat kunnen we dus doen om ook aan de structuren van de samenleving te werken? Dat vraagt vandaag om een “out of the box” denken én om te starten in de eigen omgeving. Structureel werken klinkt vaak als iets waarbij we meteen naar de minister moeten trekken, maar structuren veranderen begint in de eigen omgeving, zeker vandaag. Want in onze samenleving wordt onrecht gezien als een privéprobleem, dat je ook in je eentje moet zien op te lossen. Net dan kan het heel heilzaam zijn om samen met anderen de vraag te stellen: hoe komt het dat we hiermee worstelen, hoe komt het dat er onrecht is? En om samen te kijken naar perspectieven. Vanuit het dagdagelijkse mensen samen brengen en organiseren, tegenmacht opbouwen en structuren veranderen: dat noemen we politiseren. Diaconie moet daar zeker ook voor hebben.
Diaconie heeft altijd te maken met drie aspecten: hulpverlening, solidariteit én pleitbezorging. Dit houdt ook in: het debat voeren, het publieke debat aangaan en kijken waar er veranderingen kunnen gebeuren. Op lokaal vlak is het belangrijk dat een pastorale eenheid niet alleen samenwerkt met een gemeente, en ingaat op wat een gemeente aanbiedt, maar zelf ook een signaalfunctie opneemt naar de lokale overheid toe. Het is superbelangrijk dat dit ook gebeurt. Pastorale eenheden zijn hiervoor goed gesitueerd en komen bovendien ook met mensen in aanraking, waarvoor pleitbezorging kan gebeuren.
5. Zet in op duurzame gerechtigheid
De vier eerste punten zijn een hele opdracht en daarom is ook dit punt belangrijk: oefen zo in gerechtigheid, organiseer de diaconie zo, dat het doenbaar is, haalbaar, zodat mensen er niet aan opbranden en duurzaam kan worden ingezet op gerechtigheid. Dat kan je bereiken: door met mekaar te spreken over motivatie en inspiratie, door te ijveren voor erkenning - ook bij kerkelijke overheden - door successen te vieren, door samen visie te ontwikkelen, door de hoop te cultiveren, door samen plezier te beleven, en ook door los te laten wat niet meer kan.
Bv. de zoektocht naar “jonge mensen betrekken bij onze werking”. Zeker kunnen er zinvolle verbanden worden gelegd met jeugdbewegingen, jeugdorganisaties, maar tegelijk is onze tijd ook veranderd. De vraag waarmee we wel duurzaam inzetten op gerechtigheid is: hoe kunnen we de dingen zo organiseren dat ze doorgegeven kunnen worden? Misschien gaat het dan daarna verder op een andere manier en een andere vorm, maar dat is ook een belangrijk perspectief.
6. Werk samen
Gerechtigheid realiseren kan je niet in je eentje en kan je niet doen buiten een groep om. Gerechtigheid is een opdracht voor de hele geloofsgemeenschap. Zeker in de context van pastorale eenheden, met werkgroepen en een team, is het cruciaal dat er een draagvlak is. Diaconie is niet iets dat één of twee mensen op zich nemen. Daar staat een groep achter. Diaconie wordt ook binnen de hele geloofsgemeenschap gedragen. De oproep hier is: creëer dat draagvlak, zoek daar samen rond.
Werk daarin ook samen met hen in minder machtige posities. Dat is niet altijd eenvoudig en het levert ook moeilijke vragen: Over welke thema’s zwijgen wij, wij witte middenklasmensen? Wat thematiseren wij niet en waarom? Wie heeft de macht om hier niet naar te luisteren in onze gemeenschap? Omgekeerd: als socio-economische kwetsbare mensen aan zet zouden zijn in onze organisaties en groepen, het voor het zeggen zouden hebben, hoe zou dat onze werking veranderen? Dat zijn spannende vragen!
Werk ook samen met heel veel andere groepen, diensten en organisaties, over de grenzen heen van territoriale en categoriale pastoraal, van geloofsgroepen en pastorale eenheden en bisdommen heen. Werk zeker samen over de grenzen van levensbeschouwingen heen, met groepen, die ook een visie hebben op onrecht in de samenleving. Daar zijn vele verbindingen te vinden.
Dit punt is geen vriendelijke uitnodiging, het is een noodzaak in onze samenleving vandaag. Het kan niet anders.
5. Diaconie: plaats van Godsontmoeting, plaats van kerkvorming
Bij alles wat reeds ter sprake kwam, is het woordje God niet veel genoemd. Maar toch is God al veel ter sprake gekomen, want betrokkenheid bij onrecht is voor christenen geen louter activistische zaak, maar is een echte theologische kwestie. God staat op het spel.
De God van de christelijke traditie is een zeer partijdige God, die zich verbindt met de onderkant van de samenleving. Het is maar vanuit het engagement met hen die niet gehoord, niet gezien worden, vanuit het engagement met hen in de marge van de samenleving, dat iets van die God zichtbaar kan worden. Waar mensen wegtrekken uit onderdrukking, waar het visioen van gerechtigheid al een stukje uitgevoerd wordt, waar mensen oefenen in gerechtigheid: dat zijn dan de plaatsen waar de God van de christelijke traditie ontmoet kan worden, dat zijn de plaatsen waar kerk gevormd wordt.
Diaconie is dan een wijze van kerk-zijn, het is gelovig handelen zelf. Diaconie is eredienst. Diaconie brengt eer aan mens en aan God, maakt godsontmoeting mogelijk en overstijgt de dualistische scheiding tussen doen en de spiritualiteit. In diaconie gebeurt kerk. Paus Franciscus zegt: “Een authentiek geloof draagt in zich altijd een verlangen om de wereld te veranderen.”
6. Verder in gesprek
Vooraf : Wat prikkelt jou in deze tekst? Wat daagt je uit?
Gespreksvragen:
1) Door welk onrecht worden wij bewogen? Waar doorbreken wij de onverschilligheid? Wat doen wij al? Wat doen wij (nog) niet?
2) Hoe kijken wij naar onze samenleving en naar de machtsverhoudingen die daarin aanwezig zijn? Hoe kijken wij naar onrecht in onze samenleving? Hoe zouden wij onze maatschappijvisie omschrijven?
3) Welke machtspositie nemen wij zelf in? Wat is nodig om op basis van gelijkwaardigheid te kunnen samenwerken met anderen? Waar worden wij zelf geraakt en veranderd door diaconie?
4) Wie wordt door onze diaconale initiatieven gediend? Keren onze initiatieven ook structuren van onrecht om?
5) Hoe zorgen we ervoor dat we het engagement samen uithouden? Waar kunnen we onze draagkracht versterken? Wat moeten wij loslaten?
6) Met wie werken wij samen? Me wie werken wij nog niet samen? Waar liggen nog onbekende coalities, verrassende bondgenootschappen, op ons te wachten? Hoe kunnen we ons draagvlak vergroten?
7) Hoe kijken wij naar de omschrijving van diaconie als ‘eredienst’?