Nadien ging de bisschop een vredesmis voor in de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal, waar gebeden werd voor de slachtoffers van alle oorlogen en voor de vrede.
Tijdens zijn homilie zei hij:
“Geen familie zonder verhaal van de Eerste Wereldoorlog. Het ‘Te Velde’ klonk ook op de uitvaart van mijn grootvader. De kogel die hem trof aan de IJzer heb ik laten inwerken in een borstkruis dat ik draag op 11 en 15 november. Ik draag het borstkruis in herinnering aan hem, en aan alle slachtoffers van vroeger en van nu. Kogels van geweld en palmtakken van vrede: ze vinden elkaar op het kruis van Jezus Christus.
In elke requiemmis zingen we net voor de communie: ‘Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, geef hun de eeuwige vrede’. We bidden het vandaag voor alle slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog: dat God hun de vrede mag schenken, die zij hier niet konden of mochten ontvangen.
Ons gebed gaat vandaag nog een stap verder.
Nooit klonk de roep ‘Nooit meer oorlog!’ zo luid, als na de Eerste Wereldoorlog. In Europa en in alle continenten overheerste een gevoel van ‘nu is het zeker de laatste keer geweest’, ‘dit zullen wij niet meer toelaten’, ‘wij hebben voor altijd onze les geleerd’.
Helaas was het verlangen naar vrede ook deze keer geen lang leven beschoren. Amper twintig jaar later begon de Tweede Wereldoorlog. En het is niet meer opgehouden. Het verwoeste Ieper was maar een aankondiging in miniatuur van hoe verwoeste steden als Aleppo er vandaag bij liggen. Je zou voor minder beginnen twijfelen, niet aan God maar aan de mens. In elke eucharistie bidden we om vrede en geven we aan elkaar een teken van vrede. Het is bijna routine geworden, rituele routine. Vandaag willen wij met des te meer aandrang tot God bidden:
"Heer Jezus Christus, let niet op onze zonden, maar op het geloof van uw Kerk, vervul uw belofte, geef vrede in uw naam, en maak ons één, Gij die leeft in eeuwigheid!’. Vanwaar kan de vrede nog komen, als ze niet meer van God komt? Geef vrede, Heer, geef vrede, de wereld wacht zolang!”