Charles Deckers werd op 26 december 1924 geboren, in een kroostrijk gezin met 9 kinderen, een familie van advocaten gekend in Antwerpen. Hij doet zijn humaniorastudies bij de Jezuïeten in het Onze Lieve Vrouwecollege, waar de leerlingen in de crisistijd van de oorlogsjaren sociaal dienstwerk dienden te verrichten. Daar leerde Charles belangstelling te hebben voor behoeftigen, door hen op te zoeken en hulp te bieden.
In september 1943 treedt hij in bij de Missionarissen van Afrika (Witte Paters). Na zijn noviciaat te Varsenare (nabij Brugge), begint hij aan zijn theologiestudies te Heverlee en legt daar zijn missionariseed af op 21 juli 1949. Hij wordt er priester gewijd op 8 april 1950.
Als Missionaris van Afrika werd Charles naar Algiers, Tunis en Parijs gezonden (periode 1950-1955) en vervulde hij vervolgens zijn roeping in Tizi-Ouzou (1955-1977), Brussel (1977-1982), Jemen (1982-1987) en opnieuw Algiers (vanaf juli 1987). “Teruggekomen in Algiers waar hij de parochie van Onze Lieve Vrouw van Afrika als werkterrein heeft, gaat hij onverstoord verder de volkswijk van Bab-el-Oued te doorkruisen met zijn wagen en oude of vermoeide personen tijdens hun klim naar de hoger gelegen parochie in zijn wagen mee te nemen. Op zijn zeventigste is hij nog altijd even enthousiast en alert als onvermoeibare promotor van de interreligieuze dialoog tussen moslims en christenen”, aldus het dagblad La Tribune.
Op 27 december 1994, de dag na zijn 70ste verjaardag, neemt hij eens te meer de baan naar Tizi-Ouzou. En het is daar dat hij enkele minuten na zijn aankomst met een kogel in de rug vermoord wordt. Hij wordt er begraven op zaterdag 31 december, evenals de Paters Dieulangard en Chevillard. Hun begrafenis is voorzien in Algiers, maar het zijn de mensen van Tizi-Ouzou die nadrukkelijk gewild hebben dat deze in hun stad zou plaats vinden.
Tijdens de Eucharistieviering in de kathedraal van Antwerpen, op 7 januari 1995, getuigde één van zijn broers, Simon Deckers: “Mijn broer geloofde in de kracht van het getuigenis. Hij trachtte niet te overtuigen door woorden, maar hij wou door eenvoudige daden getuige zijn van de liefde voor God en voor de naaste”.
Als christenen vandaag de gedachtenis aan de zalige Charles Deckers levend houden…
… betekent – naast de jaarlijkse liturgische gedachtenisviering op 8 mei – ook op regelmatige tijdstippen stil staan bij vragen als:
- Durven christenen ook vandaag, in een zo pluriforme samenleving, waar de vreemdeling angst aanjaagt, hun leven te verbinden met anderen?
- Durven zij hun buur die van ver komt (echt) te ontmoeten?
- En waaruit bestaat hun gastvrijheid, die vereist dat er ruimte wordt gemaakt voor de ander op zich, om finaal door hem te worden verrijkt?
Marc Phlips, 26 april 2020