We zijn in volle voorbereiding van het Jubeljaar 2025, met als thema ‘Pelgrims van Hoop’. Tijdens ‘Samen de vakantie in’ op zondag 30 juni mochten we reeds het thema lanceren. Het was dus niet moeilijk om een thema voor de Julisessie te kiezen: hoop. Maar wat is hoop eigenlijk? De Franse dichter Charles Péguy (geboren in 1873, gesneuveld in 1914 tijdens de Eerste Wereldoorlog) schreef een bekende tekst over ‘La petite fille Espérance’, het kleine meisje hoop. Hij beschrijft een klein meisje dat wandelt tussen twee grote vrouwen, geloof en liefde.
Geloof en liefde zijn als vrouwen.
Hoop is een heel klein meisje van niks.
Zij stapt op tussen de twee vrouwen
en iedereen denkt: die vrouwen houden
haar bij de hand,
die wijzen de weg.
Als we eerlijk zijn, denken we er vaak ook zo over. Geloof kunnen we ons wel voorstellen. Liefde mogen we, hopelijk, regelmatig ervaren. Maar hoop? Dat is toch allesbehalve evident. Wat is hoop en waarop mogen we hopen?
Interessante sprekers...
In de voormiddag van de Julisessie mochten we ons verdiepen in het begrip hoop. Tijdens de eerste lezing door Piet Raes, onderzochten we de betekenis van hoop verder. Aan de hand van de filosoof Gabriel Marcel, ook wel de filosoof van de hoop genoemd, maakten we een onderscheid tussen hoop en wanhoop. Hoop is geen defaitisme, maar ook geen verzet. Hoop is geëngageerd wachten. Hoop is niet aanvaarden, maar met geduld, zoals in de parabel van de vijgenboom in Lucas 13.
Daarna kregen we een mooie lezing van Jannica De Prenter over hoop vanuit een Bijbels perspectief. Doorheen de pelgrimspsalmen (Ps120-134) en de Handelingen van de apostelen kregen we een beeld, hoe we kunnen leven op hoop. De psalmen beschrijven hoe we met onze kwetsbaarheid op weg zijn, maar we mogen hopen op de Heer. Zoals wachters uitkijken naar de morgen, zo mogen wij in hoop uitkijken naar Hem. In Handelingen zien we hoe dit concreet vorm kan krijgen: gebed, naastenliefde, breken van het brood en getuigen van het Evangelie. Hoop is boven alles het nieuwe leven in Christus.
We kregen zo een mooi zicht op wat hoop ten diepste is. Thomas van Aquino, en velen na hem, maakt een onderscheid tussen twee vormen van hoop. Er is hoop voor vandaag, de hoop om de dag door te komen, en hoop voor morgen, de hoop op verlossing en verrijzenis. In de namiddag van de Julisessie gingen we verder in op de hoop voor vandaag. Hoe kunnen we staande blijven in deze wereld?
... en werkwinkels
In verschillende werkwinkels verdiepten we ons in de link tussen hoop en ecologie, hoop en diaconie en hoop en gebed. Daarna was het de beurt aan Jan De Volder. Tijdens zijn lezing kregen we zicht op de link tussen hoop en vrede, en hoe dit concreet wordt vormgegeven in het pontificaat van Paus Franciscus. Helemaal in lijn van zijn voorgangers, maar uiteraard met een eigen accent, probeert de paus werk te maken van vrede en verzoening. Diplomatie, sterke gebaren, dialoog tussen wereldleiders... het behoort allemaal tot de mogelijkheden.
Na een deugddoend vespergebed, was er de avondlezing door Patrick van der Vorst. In een bomvolle aula sprak hij over de link tussen hoop en kunst, schoonheid. Kunst is al sinds de beginjaren van het christendom een bron van hoop. Maar ook voor ons vandaag kan kunst en de schoonheid een kans bieden om het Evangelie te brengen. Schoonheid, van verzorgde liturgie tot kunst, biedt de perfecte kans om het verhaal van Jezus Christus te brengen aan een breed publiek.
We kregen tijdens de Julisessie een inkijk in wat hoop is en kan zijn. We zagen ook hoe we in ecologie, diaconie, gebed, kunst, vrede… vlammetjes van hoop kunnen zien oplichten. Deze kunnen ons genoeg verwarmen om verder te trekken. Dan zijn we gesterkt om door te gaan, tot onze hoop ooit eens vervuld zal zijn. Maar over die vervulde hoop, over die hoop voor morgen, gaan we verder tijdens de Julisessie van volgend jaar.
De hoop is dus helemaal geen klein, onbeduidend meisje van niets. Dat wist ook Charles Péguy, want zijn tekst gaat verder:
Het geloof, zegt God, waar ik het meest van hou,
de liefde waar ik het meest van hou, is de hoop.
Geloof, dat verwondert me niet.
Liefde, dat is geen wonder.
Maar de hoop, dat is bijna niet te geloven.
Ikzelf zegt God, ik ben ervan ondersteboven.