Bisschopswijding Lode Van Hecke in beeld

De muzikale opluistering van de viering werd verzorgd door het koor Schola Cantorum (o.l.v. kapelmeester Filip Martens), cantor Olivier Berten, cellist Roel Dieltiens, koperkwartet Quartet di Rame en kersvers titularis-organist van de Sint-Baafskathedraal, Nicolas De Troyer.

Tijdens de dienst van het Woord richtte kardinaal De Kesel zich in de homilie rechtstreeks tot wijdeling Lode:

" ‘In de vreugde van de Geest’: het is uw abtsleuze en het wordt nu ook uw bisschopsleuze. [...] Je bent een monnik, al het grootste deel van je leven. Je moet nu wel voor enkele jaren de abdij verlaten. Het doet je pijn. Maar je weet waarvoor en voor wie."

Behoud altijd de ziel van een monnik. Want dat zal ons allen, uw bisdom, de Kerk in ons land en ook uw confraters bisschoppen in zoveel opzichten ten goede komen.

"Je bent een open iemand, een vrij iemand. Je komt van elders, niet uit de vertrouwde klerikale middens. Het geeft je juist nieuwe ogen. Om te zien waar het voor ons vandaag op aankomt. Opdat we geen Kerk zouden zijn die vooral met zichzelf bezig is en haar eigen structuren. [...] Dat u de bezieling en de vreugde van die Geest mag delen met allen voor wie u nu  herder en bisschop zult worden."

Als kersvers bisschop concelebreerde Lode Van Hecke de dienst van de Tafel. Na de communie werd bisschop Lode hartelijk verwelkomd door zijn Gentse geloofsgemeenschap tijdens zijn rondgang door de kathedraal. 

Dankwoord

In zijn dankwoord verwees hij vooreerst naar zijn broeders in Orval die op de eerste rij zaten. Bijzondere aandacht schonk hij ook aan de vertegenwoordigers van de andere godsdiensten:

"Ja, ik ben blij te mogen meewerken aan de communio en steeds grotere eenheid tussen onze zusterkerken. Dank ook aan de vertegenwoordigers van de Joodse godsdienst. U bent onze oudere broers. De aanwezigheid van vertegenwoordigers van de moslimgemeenschappen in ons land en persoonlijke moslimvrienden is ook betekenisvol en doet me veel plezier.

Welke godsdienst of levensbeschouwing wij ook aanhangen, ik hoop te kunnen bevorderen dat wij elkaar met de grootste eerbied benaderen.

Tot de politieke verantwoordelijken zei hij:

"Een bijzondere groet ook aan u die de politieke zorg op u neemt in een bijzonder moeilijke tijd, zowel lokaal als internationaal. Ik dank u voor de manier waarop u mij welkom hebt geheten. Ik voel me al des te meer thuis in onze provincie en stad en hoop samen met jullie te mogen opkomen tegen armoede en onnodig lijden, en mij met jullie in te zetten voor meer rechtvaardigheid en vrede in onze maatschappij."

Hij besloot zijn dankwoord met de woorden:

Wie de Kerk als moeder heeft, is nergens vreemdeling. En de wereld is ons dorp.