Wie de Brusselse Liefdadigheidsstraat inwandelt, ziet vanop enige afstand al de verschillende Caritas-banners wapperen aan de gevel van een groot pand. Caritas is een katholieke hulporganisatie met wortels in Rome, maar met verscheidene regionale koepels. In Brussel huizen de secretariaten van zowel Caritas Vlaanderen, Caritas Francophone, Caritas Europa als Caritas International. Het lijkt een kluwen, maar de opdracht van Caritas is helder en eenvoudig, zo vertelt ons de ‘top’ van Caritas Europa.
Hartslag van het kerkelijk leven
Waarvoor staat de organisatie Caritas eigenlijk?
Jorge Nuñez Mayer (JNM): “De naam zegt het zelf: ons doel is caritas te beoefenen. Caritas of liefdesdienst is een fundamentele dimensie van het christen-zijn, naast het leven vanuit de sacramenten en de verkondiging van het goede nieuw. Het is de praktische ervaring van het doorgeven van de liefde van God. Bisschop Juan José Omella, de kardinaal-aartsbisschop van Barcelona die voorheen bisschop was in het kleine Spaanse bisdom waar ik vandaan kom, zegt ronduit: ‘Een parochie zonder caritas is een slechte parochie. Punt.
Caritas is de ultieme graadmeter van een levendige geloofsgemeenschap.
Mgr. Luc Van Looy (LVL): “Wat bisschop Omella zegt, verwoorden we in het bisdom Gent aldus: de diaconie is de hartslag van het kerkelijk leven. Ik ben daar sterk van overtuigd, het zijn de handen waarmee we uitreiken naar de wereld. Wanneer mensen door die liefdesdienst geraakt worden, kunnen ze stap voor stap ontdekken dat daarin het evangelie aan het werk is. Caritas luidt heel vaak het eerste contact in van de Kerk met niet-christenen.”
Waarom heeft Caritas ook een Europees niveau nodig? Volstaat het niet dat nationale afdelingen mondiaal samenwerken?
Maria Nyman (MN): “Ik zie twee argumenten voor een Europees verband. Allereerst het subsidiariteitsprincipe van de Kerk: je neemt beslissingen het best op het meest geschikte niveau, dat is: zo dicht mogelijk bij de realiteit waarover het gaat. Maar er zijn ook politieke overwegingen: je kunt je richten op de Europese politieke instellingen en de Raad van Europa voor analyses en lobbying. Sommige analyses kun je beter op Europees niveau maken dan via de nationale organisaties apart. In het algemeen is lobbying op het Europese niveau niet zo’n makkelijke taak, zeker niet voor sociale materies. Maar het verleden heeft uitgewezen dat het lobbywerk van Caritas van invloed is op de Europese politieke besluitvorming.”
JNM: “Ik geef een voorbeeld. Het Europese parlement focust in zijn positie over de ‘duurzame ontwikkelingsdoelen’ sterk op het recht op voedsel. Dat is de verdienste van Caritas Europa en is gebaseerd op de ervaring die lidorganisaties van Caritas Internationaal hebben in het Zuiden. Lobbying is geen vies woord. Soms zeggen kerkmensen: we bemoeien ons niet met politiek. Terwijl het concept van lobbying eigenlijk teruggaat op de oertekst uit Exodus waar de Heer zegt: ‘Ik heb de roep van mijn volk gehoord, Ik ken zijn lijden.’ Vervolgens neemt Mozes initiatief en gaat spreken met de koning. Dat is onze job: naar de koning gaan, in dit geval de Europese Unie, met de boodschap: ‘Hier en daar doen zich situaties van lijden voor. Je moet iets doen.’”
MN: “Met lidorganisaties in 46 landen, beschikt Caritas Europa over een uitzonderlijk sterke stem.
Caritas is in Europese politieke milieus een bekende en gezagvolle naam.
Sommige politieke beslissingen op het Europese niveau hebben hoe dan ook impact op de vraag wat het vandaag betekent Barmhartige Samaritaan te zijn. Het is dus niet zonder belang daar ‘bij’ te zijn.”
JNM: “In feite is het Europese niveau een ondersteunende structuur. Het belangrijkste werk gebeurt waar mensen in nood concreet worden geholpen. Maar Caritas Europa helpt om met gedeelde standpunten naar buiten te komen en het is voor de nationale leden ook een dankbaar uitwisselings- en coördinatieplatform: hoe werk je het best met mensen zonder papieren, met vrouwen die misbruikt zijn, met kinderen die in armoede leven? Ook met het oog op subsidiëring is een Europees niveau zinvol. En het is een goede hulp om de lokale geloofsgemeenschappen over belangrijke topics te informeren.”
Uitdagingen
Wat zijn vandaag de belangrijkste uitdagingen voor Caritas Europa?
JNM: “Allereerst focussen we op de realiteit van de groeiende armoede: waar bevinden armen zich? Hoe zit het met verborgen vormen van armoede als kinderarmoede of familiale armoede? We verrichten studiewerk daarover en doen aanbevelingen voor sociale beleidsbeslissingen.
Vervolgens is er natuurlijk het migratievraagstuk. Al in de jaren 1980 was Caritas daarmee bezig. Na de Midden-Oostencrisis van 2015 kwam migratie nog hoger op de agenda van media en politiek te staan.
Helaas wordt het migrtatievraagstuk altijd gelinkt aan veiligheid in plaats van aan het thema van humaniteit.
Migratie is iets normaals, maar het is vaak gelinkt aan tragedies: oorlog, hongersnood, extreme armoede… Vandaag zijn meer dan 70 miljoen mensen op de vlucht voor die realiteiten.
Verder is Caritas Europa ook sterk geëngageerd in noodhulp bij natuurrampen zoals aardbevingen, bosbranden (vorig jaar in Griekenland) en overstromingen. We fungeren dan vaak als brug van wederzijdse hulp tussen lidorganisaties van de Europese Caritasfamilie. Zo zorgde het grote Caritas Duitsland bij de overstroming van de Donau in Roemenië voor financiële ondersteuning van het kleinere Caritas Roemenië. Maar omgekeerd hielp Caritas Roemenië met zijn grote expertise bij overstromingsrampen Duitse slachtoffers van watersnood met gespecialiseerde infofolders.”
Caritas Europa fungeert ook als ‘kennisleverancier’ voor de landelijke lidorganisaties.
JNM: “Dat klopt. kennismanagement is corebusiness: hoe pak je complexe maatschappelijke problemen op de beste manier aan? We promoten ook de ‘Caritas Internationalis Management Standards’. Dat zijn kwaliteitseisen voor humanitaire hulp, gebaseerd op goede praktijken en erkend door de internationale gemeenschap. Geïnspireerde hulpverlening moet professioneel zijn.
Maar we streven evenzeer kwaliteit na inzake onze inspiratie. Het is onze overtuiging dat het Rijk Gods hier en nu al een aanvang neemt, ook in zovele Caritas-projecten. Hoe vertellen we dit verhaal aan onze bisschoppen en aan het Vaticaan zodat het de wereldkerk ten goede komt? En tegelijk:
Hoe maken we gebruik van de verborgen schat van de sociale leer van de Kerk? Hoe kunnen we onze medewerkers en vrijwilligers die rijkdom leren kennen?
Niet voor niets maakt ook een theologe deel uit van ons Europa-team.”
MN: “Een grote uitdaging is ook een meer duurzame levensstijl. Vanuit de inspiratie van Laudato Si’ heeft Caritas – ook in Europa – een belangrijke rol te spelen. Ongetwijfeld zullen uit de milieuproblematiek nieuwe vormen van armoede ontstaan. We moeten erop toezien dat we, in plaats van mede-veroorzaker te zijn, een bijdrage leveren aan meer klimaatrechtvaardigheid.”
JNM: “Ook het angstklimaat en de polarisatie die onze samenlevingen kenmerken, zijn belangrijke topics. ‘Diabolos’ betekent ‘verdeler’.
Via sociale media creëren we vaak onze kleine clans van gelijkgezinden. We versterken elkaar onderling en we dreigen de bekwaamheid te verliezen om te luisteren naar wie anders denkt.
Dat verdeelt de samenleving op een manier die de Kerk en ook Caritas uitdaagt: hoe kunnen we bruggen bouwen, de dialoog openhouden, de communicatie op gang brengen en uiteindelijk: in gemeenschap leven? Een belangrijke vraag is die van de angst voor ‘de ander’. Dat is veelal een vreemdeling, of iemand die arm is, of vaker nog een combinatie van beiden. We zouden in onze Kerk verleid kunnen worden te kiezen: of de eigen kudde beschermen, of de zwakken die zich aandienen beschermen. Maar het is niet of of…”
MN: “… het gaat om hetzelfde mens-zijn…”
JNM: “Inderdaad, kiezen tussen beide zou pas problematisch zijn. In Caritas zijn we heel erg gefocust op de armen, op de migranten, maar we moeten ook nagaan hoe we met die realiteit van de angst in onze eigen christelijke gemeenschappen kunnen omgaan. Hoe bruggen bouwen? Hoe de dialoog voeren? De uitdaging bestaat erin de kudde te verdedigen met inbegrip van de zorg voor de meest kwetsbaren.”
LVL: “De angst uit zich ook in het groeiende racisme in West-Europa. We hebben geen problemen met onze Syrische buur, ‘maar die andere Syriërs…’ Ik vind het pijnlijk hoe sommige politici daarop inspelen. Het regent stereotypen, de ander wordt zwart gemaakt, de politieke taal verruwt. Van lieverlee neemt ook het verbale geweld tussen mensen onderling toe.
In zo’n cultuur is een houding van verwelkoming en dialoog, van oprechte bekommernis om het leed van de ander – denk aan de Barmhartige Samaritaan – zeer nodig.
Ik denk dat paus Franciscus’ idee over de revolutie van de tederheid hier kan helpen. Jammer genoeg wordt tederheid soms beschouwd als zwakheid. Het wordt je bijna niet toegestaan om mensen teder te benaderen. Je moet hard en weerbaar zijn. Dat is allesbehalve een christelijke gedachte. Denk aan de zaligsprekingen, aan het optreden van Jezus en aan Paulus’ vruchten van de Geest.”
MN: “Laten we niet vergeten dat caritas eigenlijk liefde betekent.”
Katholieke eigenheid
Wat met Caritas’ specifieke rooms-katholieke inspiratie in het actuele seculiere Europa? Willen jullie die eigenheid benadrukken en uitdiepen of veeleer afzwakken en verzachten om ‘mee te spelen’?
JNM: “Ik ontmoette ooit tijdens een werkbezoek bij caritas Valencia een oude communist die daar vrijwilliger was. Hij vertelde me: ‘Ik versta niets van religie, maar ik weet alles van jongerenwerkloosheid. En door de manier waarop Caritas dat aanpakt, voel ik me hier thuis.‘
Ik denk dat onze identiteit glashelder moet zijn: we zijn katholiek, maar tegelijk mag dat geen exclusieve omgeving creëren, wij zijn geen groep zuiveren en heiligen, we zijn Samaritanen – vergeet niet: dat waren de ‘foute gelovigen’ – die de handen uit de mouwen steken.
Bisschop Omella van Barcelona zegt: ‘Caritas is het vriendelijke gezicht van de Kerk.’”
LVL: “In wezen gaat die openheid terug op Jezus zelf. Hij hield halt bij alle mensen in nood, wie zij ook waren: lepralijders, niet-joden, zondaars. Die bereidheid iedere mens te beluisteren en bij te staan, raakt ook het hart van andersdenkenden. In ons caritaswerk overschrijden we de klassieke grenzen van het instituut.”
MN: “In de evangelies valt op dat Jezus zichzelf nooit opdringt, maar altijd respect opbrengt voor de ander, voor het individu. Dat strekt Caritas tot voorbeeld.”
JNM: “In de islamitische republiek Mauritanië, een onversneden theocratie, kun je geen ander geloof belijden. Maar Caritas Mauritanië bestaat. De voorzitter is een christen, maar de hele staf bestaat uit moslims. En die weten perfect dat dit een katholieke organisatie is.”