Momenteel beleven we een Indian Summer en ik geniet ervan. Maar mag dat wel? Want de laatste tijd is genieten blijkbaar het nieuwe roken. Langs alle kanten worden we er bijna dagelijks op gewezen dat we in rare tijden leven en je best nadenkt voor je geniet. Het coronavirus zet sowieso al een domper op alle feestelijkheden en anders doen gezondheidscoaches of aanverwanten dat wel. Alles wat een mens een beetje geluk kan verschaffen, is in het nieuwe ideaalbeeld uit den boze: alcohol, vettig eten, languit in de zon liggen, het plezier weegt niet op tegen de nadelen die je er op lange of korte termijn zou van ondervinden. Overdaad schaadt uiteraard, maar mogen we ook nog leven voor we in het niets verdwijnen? Ik las net nog een BV die zichzelf schuldig voelde omdat ze van het mooie weer genoot. De opwarming van de aarde, weet u wel, en dat is niet iets om van te genieten. Er was zelfs een paleontoloog die zei dat hij zich verheugde op het einde van de mens omdat dat een zegen voor de planeet zou blijken. Benieuwd of de dinosaurussen het zoveel beter gedaan zouden hebben. In elk geval ik hoop dat de nazomer nog wat aanhoudt want volgende week is het Nijlen-kermis en die duurt nu twee dagen langer omwille van de coronamaatregelen, zodat mensen meer gespreid kunnen gaan. En tegen vettige smoutebollen ga ik daar ook geen neen zeggen. Trouwens, ik ontdekte ook dat er nog een Sint-Gummaruszomer bestaat. Mijn Lierse grootmoeder vertelde me vroeger dat het op 11 oktober met de feestdag van Sint-Gummarus, patroonheilige van Lier, altijd heel warm was. Wikipedia geeft haar gelijk, zag ik. Er staat ons dus nog veel moois te wachten. Ik zou zeggen, genieten maar want voor je het weet is het alweer voorbij.