Joodse wortels
Wat is een jubeljaar? We vinden de oorsprong van dit gebruik in Leviticus hoofdstuk 25. Daar wordt er aangekondigd dat er ieder 50ste jaar een heilig jaar moet worden afgekondigd. Het was een tijd van vergeving en bevrijding. Slaven werden vrijgelaten, schulden werden kwijtgescholden en land werd herverdeeld. Dit om ons er aan te herinneren dat niets van ons is, niet onze slaven, niet ons geld en niet ons bezit. Alles komt de Heer toe. Daarom werd en wordt er iedere 50 jaar de ‘reset’-knop ingedrukt op de samenleving. De stekker even uit de samenleving, en herbeginnen.
Dit diende te worden aangekondigd met het blazen van de ramshoorn. In het Hebreeuws klinkt dat als yobhel in het Nederlands uiteindelijk jubelen. Een jubeljaar dus, een jaar van bekering en ommekeer.
Dit joodse gebruik, tot op vandaag, is het verlangen om de samenleving te hernieuwen. Om ons te bekeren en te beseffen dat alles de Heer toekomt! In dit verlangen, kondigde paus Bonifatius VIII in 1300 voor het eerst een kerkelijk jubeljaar af. Het volgende vond dan plaats in 1350. Om de 50 jaar dus, sinds 1470 vieren we het om de 25-jaar (met uiteraard vele uitzonderingen). De laatste 125 jaar waren er 10 jubeljaren, waarvan 4 bijzondere.
Bekering, herstel en vergeving
Een kerkelijk jubeljaar betekent, in gronde, hetzelfde als wat Leviticus voorschrijft. Het is een jaar van bekering, herstel en vergeving. Bekering voor onszelf. We bereiden ons voor in ’24 met gebed. Vergeving van zonden is een belangrijk onderdeel van het jubeljaar zelf. Bevrijding en vergeving. Hoop!
Maar ook bekering voor de gehele Kerk, en dat is wel belangrijk. Wat een jubeljaar kenmerkt is de oproep om op bedevaart te trekken naar Rome en daar de 4 pauselijke basilica aan te doen. Dat is natuurlijk niet zomaar een plezante citytrip. Iedere eucharistieviering in het groot dankgebed bidden we voor de bisschop van Rome, paus Franciscus en onze bisschop Lode. We worden er aan herinnerd dat we niet onze eigen Kerk zijn, op ons eigen eiland. Maar deel van een bisdom en een wereldkerk. We zijn maar katholiek, in die verbinding van lokale en wereldkerk. Als lokale kerk komen we regelmatig samen rond de bisschop, denk maar aan de belangrijke chrismaviering. Maar in een jubeljaar komt de wereldkerk samen rond de bisschop van Rome. Door samen op bedevaart te gaan naar het graf van Petrus, worden we herinnerd wat onze Kerk ten diepste is. Geen clubje gelijkgezinden, geen socioculturele organisatie, geen vriendenclub die samenkomt op zondag maar Gods Volk op pelgrimstocht over deze aarde. Zoals het logo van het jubeljaar mooi toont: samen op weg, Jezus achterna.
Bij een Jubeljaar, zowel bij onze Joodse broeders als bij ons, mogen we dus samen bidden en zingen met de psalmist:
Niet ons, Heer, niet ons, geef Uw naam alle eer, om uw liefde uw trouw.
Dries Geeraert