Blog
Opgetrokken muurtjes. De laatste tijd zie ik veel citaten en cartoons verschijnen die in die richting zinspelen. Ondanks soms grote vertoningen, lukt het de wereld blijkbaar niet om nog echt te onthalen. Gelijkaardige verhalen spelen zich af in mijn eigen achtertuin. Wanneer je op kerstavond door de politie uit de bakkerij wordt geroepen op verdenking van inbraakpogingen omdat je te nauw voorbij de auto's en huizen van buren liep, voel je je niet echt welkom op de plek waar je nog volop probeert je thuis te vinden.
Maar dan is er iemand als Simeon. Volgens de vertaling in de Naardense Bijbel is hij een “verwelkomer van Israëls troosttoeroep”. Hij heeft lang moeten wachten om Jezus te ontmoeten. Het kersttafereel heeft hij niet meegemaakt. Indien hij toen in de buurt van de herders was geweest, had hij misschien eerder kunnen zien. Toch bleef hij al die tijd hopen.
Veertig dagen na Kerstmis wandel ik door onze nieuwe wijk. Goed in het midden van de straat. En ik troost mij met een vertederende glimlach vanuit een voorbijrijdende kinderkoets.
Verdere impulsen
1. Bijbeltekst
volgens Lucas 2,22-40 (uit Willibrordvertaling 1995)
22 Toen de tijd gekomen was dat zij zich volgens de wet van Mozes moesten reinigen, brachten ze Hem naar Jeruzalem om Hem aan te bieden aan de Heer, 23 zoals in de wet van de Heer geschreven staat: Al het mannelijke dat de moederschoot opent, zal de Heer worden toegewijd, 24 en om een offer te brengen, volgens de wet van de Heer: een koppel tortels of twee jonge duiven. 25 Daar in Jeruzalem woonde een zekere Simeon; het was een rechtvaardige en vrome man; hij verwachtte de vertroosting van Israël en op hem rustte heilige Geest. 26 Door de heilige Geest was hem geopenbaard dat hij de dood niet zou zien voordat hij de Messias van de Heer had gezien. 27 Door de Geest geleid ging hij naar de tempel. Toen de ouders het kind Jezus binnenbrachten om met Hem te doen wat volgens de wet gebruikelijk is, 28 nam hij Hem in zijn armen en loofde God met de woorden: 29 ‘Nu, Meester, laat U,
zoals U gezegd hebt,
uw knecht in vrede gaan;
30 want mijn ogen hebben uw heil gezien,
31 dat U ten aanschouwen van alle volken hebt toebereid,
32 een licht dat een openbaring zal zijn voor de heidenen
en een glorie voor uw volk Israël.’
33 Zijn vader en moeder stonden verbaasd over wat er van Hem gezegd werd. 34 Simeon zegende hen en zei tegen zijn moeder Maria: ‘Deze jongen zal velen in Israël ten val brengen of laten opstaan. Hij zal een omstreden teken zijn 35– ook door uw ziel zal een zwaard gaan – en zo zal onthuld worden wat er in veler harten omgaat.’ 36 Ook was daar de profetes Hanna, een dochter van Penuël, uit de stam Aser. Ze was hoogbejaard; na haar meisjesjaren was ze zeven jaar getrouwd geweest 37 en daarna weduwe gebleven; nu was ze vierentachtig. Ze was altijd in de tempel en diende God dag en nacht met vasten en bidden. 38 Juist op dit moment voegde ze zich bij hen; ze loofde God en sprak over de jongen tegen allen die de bevrijding van Jeruzalem verwachtten. 39Toen zij alles hadden gedaan wat de wet van de Heer bepaalt, keerden ze terug naar Galilea, naar hun woonplaats Nazaret.40 De jongen groeide op en werd steeds sterker, omdat Hij vervuld werd van wijsheid en door God rijkelijk werd begunstigd.
2. Nunc dimittis - Arvo Pärt
Het Nunc dimittis ("laat [mij] nu gaan") dankt zijn naam aan de vraag van Simeon aan God om hem in vrede te laten gaan, nu hij Jezus - de Messias - heeft mogen zien. Deze Lofzang van Simeon wordt in het dagelijkse gebed van de kerk bij de dagafsluiting gebeden of gezongen.
De serene versie van Arvo Pärt vind je hier.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.