Kerkenplan Kortrijk is de naam voor wat tot nu toe gewoonlijk ‘kerkenplan 2.0’ werd genoemd en sluit aan op het Kerkenplan Kortrijk fase 1 (zie bijlage 1). Beide documenten samen vormen het Kerkenbeleidsplan Kortrijk.
Om in aanmerking te komen voor subsidies voor de restauratie van beschermde en niet-beschermde kerken moeten kerk- en gemeentebesturen een kerkenbeleidsplan (of langetermijnvisie op de gebouwen van de eredienst) kunnen voorleggen. Dit staat beschreven in de volgende regelgeving:
Besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 betreffende de uitvoering van het onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 – artikel 11.2.11: Een verhoogde erfgoedpremie van 80 % wordt toegekend voor het beheer van of voor werkzaamheden of diensten aan of in beschermde monumenten die bestemd zijn voor een erkende eredienst op voorwaarde dat er een actueel kerkenbeleidsplan bestaat voor het grondgebied van de gemeente of regio in kwestie. De definitie van een kerkenbeleidsplan staat in artikel 2.1 van het onroerenderfgoeddecreet en is gebaseerd op de definitie in de conceptnota 'Een toekomst voor de Vlaamse parochiekerk'.
Decreet houdende toekenning van subsidies voor gebouwen van de eredienst van 12 juli 2013 – artikel 8: uit een langetermijnvisie op de gebouwen van de eredienst binnen de gemeente of provincie moet blijken dat het gebouwen voor de eredienst blijven. Volgens het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Vlaamse bisdommen is het aan te bevelen dat er een globale visie ontwikkeld wordt die alle parochiekerken omvat. In artikel 2.1 van het Onroerenderfgoeddecreet wordt beschreven wat de langetermijnvisie dient te bevatten:
een beschrijving van de betrokken gebouwen bestemd voor de eredienst, met onder meer hun cultuurhistorische waarde, hun architecturale mogelijkheden, hun bouwfysische toestand
de situering van elk gebouw bestemd voor de eredienst in zijn ruimtelijke omgeving;
een beschrijving van het actueel gebruik en de actuele functie van de betrokken gebouwen bestemd voor de eredienst en
een onderbouwde visie op het toekomstig gebruik en de toekomstige functie van de betrokken gebouwen, inclusief een plan van aanpak hoe de toekomstige invulling met nevenfuncties of herbestemming ervan zal worden onderzocht.
De punten 1 tot 3 waren reeds vervat in Kerkenplan fase 1. In Kerkenplan fase 1 werd punt 4 nog onvolledig beantwoord. Er was wel het engagement om tegen de zomer 2018 invulling te geven aan een globale visie op de toekomstige functie en gebruik van alle betrokken gebouwen binnen de gemeente Kortrijk en een plan van aanpak hoe de toekomstige invulling met nevenfuncties of herbestemming verder zal worden onderzocht.