Een theologisch perspectief: Uw Rijk kome
Want diaconie staat in een eschatologisch, eindtijdelijk perspectief: de komst van Gods Koninkrijk van vrede en gerechtigheid. Wie zich door dat perspectief, dat visioen laat raken, gaat deel uitmaken van de dienst van heling en bevrijding voor alle mensen, speciaal voor hen die om wat voor reden zijn uitgesloten of zich buitengesloten voelen. In een interview zegt de Nederlandse theoloog Borgman daarover het volgende: “Gezien vanuit de Kerk is diaconie symbolisch handelen. In kerkelijke zin is diaconie geen hulp, in de zin van dat we denken dat we de armoede de wereld uit kunnen en moeten helpen-al zou dat heel mooi zijn natuurlijk. Diaconie laat zien dat de orde in het Koninkrijk van God heel anders is dan de wereld nu in elkaar zit. Dat daar de buitenstaanders geen buitenstaanders zijn, maar degenen waar het om draait. Concreet diaconaal werk is een manier om te laten zien dat een andere wereld mogelijk is, en beter en in zekere zin zelf logischer dan de bestaande wereld.” In het vierde hoofdstuk van de ‘Evangelii Gaudium’, namelijk ‘De sociale dimensie van evangelisatie’, herinnert paus Franciscus ons hieraan. Onze omgang met het evangelie staat niet enkel in het teken van onze persoonlijke relatie met God, en liefde mag geen naastenliefde à la carte zijn, de optelsom van goede daden voor mensen in nood waarmee wij ons geweten sussen. “Aangereikt wordt”, schrijft Franciscus, “het Koninkrijk van God (Lc 4,43).
Het gaat erom God te beminnen die in de wereld heerst. In de mate dat Hij erin slaagt in ons midden te heersen, zal het sociale leven een plek zijn van broederlijkheid, rechtvaardigheid, vrede, waardigheid voor allen.
Dus zowel de verkondiging als de christelijke ervaring hebben sociale gevolgen”. Dat Koninkrijk heeft alles te maken met het beginsel dat echte ontwikkeling kenmerkt: alle mensen en heel de mens. Het liefdesgebod van Christus, schrijft Franciscus, omvat alle dimensies van het bestaan, alle mensen, alle sectoren van het sociale leven en alle volkeren. “De echte christelijke hoop die gericht is op het Koninkrijk dat komt, verandert de geschiedenis ten goede” (EG nr 181).
Een missionair perspectief
Meteen is duidelijk geworden dat het theologische perspectief van diaconie ook een missionair karakter heeft. Onze christelijke traditie is zich terdege bewust van de kwetsbare positie waarin veel mensen en groepen in onze samenleving zich bevinden. Tegelijk leeft deze traditie van het geloof in verandering en ommekeer. Het perspectief van het Koninkrijk houdt ons gaande en daagt ons uit, telkens weer. En daar hebben zowel diaconie als missie, evangelisatie, mee te maken. Ze willen allebei meewerken aan verandering voor kwetsbare mensen in de maatschappij als geheel. Toch zijn ze in de praktijk vaak gescheiden en worden hun uitgangspunten te weinig op elkaar betrokken. Uiteraard zijn er verschillende manieren om daarnaar te kijken: is diaconie een mogelijkheid tot evangelisatie of moet onze diaconale inzet gescheiden blijven van een missionaire agenda? Hoe kunnen ze zich nu tot elkaar verhouden?
Missie in een geglobaliseerde wereld kan niet wegkijken van de gevolgen van globale processen op het leven van mensen, ook op lokale schaal.
Paus Franciscus waarschuwt ervoor: politiek-economische ontwikkelingen zoals migratie- en kapitaalstromen en de gevolgen van de klimaatverandering treffen iedereen op een destructieve manier, de armen en de uitgeslotenen het meest. Tegen deze achtergrond, met deze diaconale blik op de wereld, moet verkondiging primair in het teken staan van verzoening en heling. Niet enkel met God maar vooral tussen mensen onderling. Heling betekent het herstel van humaniteit daar waar deze geschonden wordt.
In weerwil van de realiteit wordt in de joods-christelijke traditie de verwachting gewekt van eenheid en verzoening (shalom) tussen mensen, die uiteindelijk alleen eschatologisch kan vervuld worden. Tussen deze verwachting en het besef van onrechtvaardige verhoudingen bestaat een sterke spanning. Deze spanning vormt de basis van verkondiging. De door de profeten en het evangelie gewekte verwachting blijft niet tot die context, maar stijgt daarbovenuit. In telkens weer nieuwe situaties en contexten treedt het evangelie in het spanningsveld met ontmenselijking en onrecht. Wat heilzaam is voor mensen in een specifieke context laat zich telkens opnieuw ontdekken. En dat vergt een leerproces, ook in de dialoog met anderen. Zo worden belangrijke inzichten uit de traditie herontdekt of uitgediept en leren we ook vanuit andere perspectieven. Missie gaat dus verder dan de communicatie van een bepaald verstaan van het evangelie.
Een aanpak, een pastoraal die tegelijk missionair en diaconaal is, leeft vanuit die verwachting van verzoening en heling, in het reeds en nog niet.
De mensen met wie we willen verbinden, ervaren de gevolgen van een leven in de rand, van uitsluiting. Hun ervaringen om hiermee te leven en toch vast te houden aan menswaardigheid, zijn belangrijk in het leerproces vanuit de eschatologie. Enerzijds hebben ze daardoor eigen inzichten, geloofsvertrouwen en wijsheid ontdekt die noodzakelijk zijn voor het leren. Anderzijds vormt hun leven en hun context de toetssteen voor welke inzichten uit de christelijke traditie van belang zijn. Dat maakt hen tot subject van het leerproces. De paus spreekt in dit verband over ‘mystieke broederschap’: de ander is niet zomaar de bestemmeling van onze zorg, liefdadigheid is niet voldoende. Liefde is veel fundamenteler dan dat, want ze verplicht ons de arme te ontmoeten als een gelijkwaardige partner van wie we veel te leren hebben en in wie we Christus ontmoeten. “We moeten de armen beminnen door hun goedheid, levenservaring en manier van geloven te appreciëren.”