Allerheiligen en Allerzielen liggen achter ons. Ze zinderen nog na. Want wie onlangs een geliefd familielid zag sterven, neemt dit mee in zijn of haar eigen levensverhaal. De dood van een geliefde raakt ons immers tot in het diepste van ons wezen. Elke novembermaand bewijst dat weer. We mochten in onze parochies terugblikken op druk bijgewoonde en verzorgde vieringen. Familieleden spraken samen af om deel te nemen aan deze herinneringsmomenten. Ze keerden terug naar de kerk waar dit afscheid gebeurde. De link met dit afscheidsmoment is niet ver. De link met de overledene is niet ver. Woorden van geloof en troost klonken hier. Mensen stonden hier niet alleen. Een kerkelijke uitvaart is nog altijd iets aparts. Ook al daalt het aantal, toch blijven mensen ervoor kiezen, uit respect voor de overledenen, uit respect voor het leven dat de overledenen deelden binnen onze geloofsgemeenschap, of op zoek naar woorden van geloof in een vertrouwd kader. Ook al verloopt een kerkelijke uitvaart vandaag iets anders dan gisteren en biedt deze meer ruimte voor persoonlijke inbreng dan velen zouden vermoeden.
Een eigen vorm
Binnen onze geloofsgemeenschap bieden wij in de christelijke liturgie een kader aan dat recht wil doen aan het Mysterie van leven en dood, aan God als je wilt, en tevens aan het unieke van elke mens. Onze kerkgemeenschap heeft hiervoor een eigen vorm, een eigen plek waar we dit doen, een eigen taal, een eigen geloofsvisie ... Het is vaak een kunst, mensen door dit geheel heen te loodsen, want velen zijn vandaag van het kerkgebeuren weg gegroeid. En toch hoeft dit geen bron van spanning te zijn. Sommigen vinden juist een rustpunt in een bepaalde voorgegevenheid. Anderen hebben ontdekt hoe de woorddienst een vorm is, waarbij mensen over elke filosofische levenshouding heen zich dicht bij elkaar mogen weten. En nochtans biedt hij alle elementen van ons christelijke verrijzenisgeloof aan. Voor wie traditioneel opgevoed is, is deze vorm zo nu en dan wel even schrikken. Soms ook het gegeven dat gebedsleiders voorgaan in onze uitvaartvieringen. Maar toch hoeft deze vorm van christelijke uitvaart geen afbreuk te doen aan onze vroegere tradities, wel wetend dat er achteraf altijd een eucharistieviering door de parochie wordt aangeboden.
Hartverwarmend
Zo verbindt een uitvaart verleden en heden, verbindt een uitvaart familieleden, al wie een rol speelde in een mensenleven, een parochie of dorpsgemeenschap waarvan we deel uitmaakten. We hebben er geen idee van, wie met onze dierbaren soms verbonden waren, wat hen verbond met hen, zelfs over de dood heen. Op een uitvaart doet het ons deugd, wanneer we die mensen zien die wij verwachten, die voor ons belangrijk zijn, die voor de overledene belangrijk waren. Al even hartverwarmend is het andere mensen te zien die onze geliefde overledenen niet zijn vergeten, ook wanneer mensen een hoge ouderdom bereikten of door verblijf in een woon- en zorgcentrum uit het leven van alledag haast verdwenen waren. Maar de kern van ons samen bidden rond elke overledene is, dat God ons met elkaar meer verbindt dan we vermoeden, zelfs over de dood heen. We vieren dit dan ook steeds op de plek waar we als kerkgemeenschap verzamelen: onze parochiekerken. En hier gaat het om meer dan het gebouw. Dat voelen wij wanneer het afscheid van een vertrouwde parochiaan ‘elders' gebeurt. Parochianen voelen zich dan vaak verweesd. Het voelt aan alsof hun het recht wordt ontzegd, afscheid te nemen van een medeparochiaan.
Voorgangers
Kerkelijke uitvaarten worden voorgegaan door mensen die door onze Kerk hiertoe aangesteld zijn. Die vaste voorgangers hebben daartoe een voorbereiding gehad. Zij bekijken met u op welke wijze er een inbreng door de familie zelf of van buiten uit kan zijn, of het nu in een gebaar, met tekst of lied en muziek is. Onze voorgangers brengen van hieruit maatwerk, maar respecteren het eigene van de christelijke uitvaartliturgie. Als familie kan u zich aan hen gerust toevertrouwen. Een journalist maakte onlangs in een krant promotie voor religieus geïnspireerde ‘uitvaarten zonder kerk' in rouwcentra. Wat hij daar zag was ‘heel anders dan het bandwerk in sommige kerken'. Toch vermoed ik dat wij het nog zo slecht niet doen, vermits gerenommeerde begrafenisondernemers uit de regio alle gebedsleiders die in onze parochies bij uitvaarten voorgaan, al aangesproken hebben om bij hen te komen werken, en dit aan dubbel tarief! Dezelfde mensen pakken er ook graag mee uit dat zij een priester kunnen leveren, priesters op rust die dit zouden mogen van het bisdom. Niets is minder waar! Voor de katholieke Kerk blijft een parochiekerk nog steeds de specifieke plek voor een kerkelijke uitvaart. Wij betreuren dit gebrek aan loyaliteit bij deze collega's ten zeerste. Sterker nog. Vandaag worden parochiepriesters soms in extremis opgetrommeld voor een ziekenzalving, terwijl nadien de uitvaart gebeurt in een rouwcentrum. Hoe valt dit nog met elkaar te rijmen? Het raakt sommige collega's diep. Zou het ‘Wij kunnen ook een priester of gebedsleider leveren!' hier de doorslag geven? Of: ‘Het is gemakkelijk. Wij hebben alles bij de hand: ruime parking, aula en ruimte voor een koffiemaaltijd.' In Nederland bestaan reeds plannen om christelijke uitvaartcentra op te richten die een tegengewicht vormen voor deze praktijken. Een christelijk rouwcentrum zou bij ons een mooi alternatief kunnen zijn, nu men op zoek is naar nieuwe bestemmingen voor sommige kerken. Hopelijk hoeft het in Vlaanderen niet zo ver te komen en kiest de uitvaartsector hier voor het gezond verstand.
deken Patrick Maervoet
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.