Jezus vertelt een verhaal over drie dienaren, die voor het geld van hun meester moeten zorgen.
Het verhaal
‘Ik ga jullie een verhaal vertellen’, zei Jezus op een dag tot zijn vrienden. ‘Zodat jullie goed weten hoe we gaan komen tot die nieuwe wereld waar God en wij allemaal van dromen. Er was eens een man die een lange reis ging maken. Voor hij vertrok, riep hij zijn drie dienaren bij zich.’
Johannes glimlachte. ‘Het lijkt wel een sprookje’, zei hij. ‘Maar het is geen sprookje, let maar op’, zei Jezus en hij ging verder.
‘De man zei tot zijn dienaren: “Jullie moeten goed voor mijn geld zorgen.” De eerste dienaar kreeg een miljoen, de tweede een half miljoen en de derde honderdduizend. Elke dienaar krijgt van de heer het bedrag dat bij hem past. Dan vertrekt de man op reis.
De dienaar die een miljoen heeft gekregen, schiet meteen in actie. Hij koopt en verkoopt en verdient er nog een miljoen bij. De tweede dienaar met het halve miljoen, doet hetzelfde. Hij verdient er nog een half miljoen bij. Maar de dienaar die honderdduizend heeft gekregen, is bang. Hij graaft een gat in de grond. Daarin verstopt hij het geld dat hij van zijn heer heeft gekregen.
Na een hele tijd komt de man terug. “En, wat hebben jullie gedaan met het geld waarvoor ik jullie liet zorgen?” vraagt hij.
De eerste dienaar geeft hem het miljoen terug plus het extra miljoen dat hij heeft verdiend.
“Dat heb je goed gedaan”, zegt de heer.
“Je bent een goede en trouwe dienaar. Ik zal je nog meer belangrijke taken toevertrouwen. Kom naar mijn feest.”
De tweede dienaar geeft zijn heer het halve miljoen terug en het halve miljoen dat hij erbij heeft verdiend. Weer zegt de heer:
“Dat heb je goed gedaan. Je bent een goede en trouwe dienaar. Ik zal je nog meer belangrijke taken toevertrouwen. Kom ook naar mijn feest.”
Dan komt de derde dienaar bij de heer. Hij zegt: “Heer, ik weet dat u streng bent. Daarom was ik bang om uw geld te verliezen. Ik heb het veilig in de grond gestopt. Kijk, hier is uw geld terug.” En hij geeft zijn heer de honderdduizend terug.
“Jij bent een slechte en luie dienaar”, zegt de heer. “Je kent mij toch? Je wist dat ik winst wilde. Waarom heb je het geld niet naar de bank gebracht, dan had ik nu rente gekregen.”
En hij pakte het geld af van de derde dienaar en gaf het nog bij aan de eerste. De derde dienaar mocht niet naar het feest komen, maar moest op een donkere plaats gaan zitten, waar hij niet gelukkig was.’
‘Moeten we hard werken met wat we gekregen hebben?’ vraagt Petrus zich af.
‘En niet bang zijn’, zegt Jakobus.
‘Ik vraag me af welke taak ons is toevertrouwd’, zegt Johannes.
Jezus antwoordt niet. Hij sluit zijn ogen en glimlacht.
Naar Mt 25,14-30
(Tekst Kolet Janssen, illustratie Roel Ottow)
Denkvraag
Bedenk hoe het verhaal verder zou kunnen gaan. De heer gaat nog eens op reis. Krijgt de derde dienaar nog een kans? Wat doet hij ditmaal met het geld?
Doe-tip
Ontwerp een geldbiljet van 1 miljoen. Aan de ene kant teken je alles wat er op een geldbiljet kan staan: de cijfers, het land, een afbeelding. Aan de andere kant schrijf of teken je wat je met dat geld wilt doen om de wereld een beetje beter te maken.
Gebed
Lieve God,
Elk van ons krijgt van jou een taak.
Een taak die we aankunnen,
want jij kent ons goed.
Help ons om sterk en dapper te zijn.
Zo gaan we samen werken
aan meer liefde tussen de mensen.
Daarvan dromen wij samen met jou.
Amen.