Het is een drukke boel bij het huis van Simon. Maar soms maakt Jezus het helemaal stil.
Het verhaal
Toen Jezus en zijn vrienden uit de synagoge kwamen, klampte de vrouw van Simon Petrus haar man aan. ‘Mijn moeder wordt steeds zieker’, zei ze. ‘Neem Jezus toch mee naar ons thuis om naar haar te kijken.’
Jezus had gehoord wat ze vroeg en knikte. Samen liepen ze naar het huis van Simon en Andreas. De schoonmoeder van Simon lag met hoge koorts in bed. Jezus ging naar haar toe, pakte haar hand vast en hielp haar om rechtop te gaan zitten. De koorts ging meteen weg. De vrouw glimlachte dankbaar naar Jezus en stond op om water en dadels te halen voor hem en zijn vrienden. Ze bleven de rest van de dag in het huis van Simon en Andreas.
’s Avonds laat toen het al donker was, hoorden ze gestommel en gepraat bij de deur. De mensen uit de stad brachten al hun familieleden en vrienden waar ze zich zorgen over maakten, naar Jezus toe. Iedereen die ziek was in zijn lijf of in zijn hoofd. Het waren er veel. Ze drumden bij elkaar bij de deur van het huis van Simon en Andreas. Het was een drukte van belang. Jezus ging rustig van de een naar de ander. Hij nam hun handen vast en keek in hun ogen. Ze werden allemaal beter.
Het was een lange en vermoeiende dag geweest. Jezus en zijn vrienden vielen snel in slaap. Toen zijn vrienden ’s morgens wakker werden, was Jezus weg. ‘Ik heb hem al zien weggaan toen het nog donker was’, zei de vrouw van Simon Petrus, ‘toen ik water wilde halen uit de put.’
‘Waar kan hij toch zijn?’ vroeg Simon zich af.
‘Misschien die kant uit?’ wees Jakobus. Daar liep een smal pad naar de top van een heuvel. Simon en Jakobus volgden het pad, en ja hoor, daar was Jezus!
Boven, op een kleine, open plek tussen de bomen, stond hij met zijn armen wijd open en zijn gezicht naar de hemel gekeerd. Het was eenzaam en stil daar boven op die heuvel, je hoorde helemaal niets van het gepraat van de mensen en het geluid van de dieren uit de stad.
‘Hij bidt!’ fluisterde Jakobus. Simon knikte. Ze bleven even staan om naar Jezus te kijken.
Jezus hoorde zijn vrienden en hij zwaaide naar hen.
‘Iedereen zoekt je, Jezus!’ zei Simon.
Jezus sloeg zijn armen om de schouders van Simon en Jakobus. ‘Kom, we gaan naar beneden’, zei hij. ‘Er zijn nog zoveel dorpen en steden waar we langs moeten gaan om te vertellen!’ En samen liepen ze de heuvel af naar de stad.
Naar Mc 1,29-39
Uit: Hosanna! Kinderbijbel met meer dan 150 verhalen (Kolet Janssen, ill. Roel Ottow, Van In, 2013) pag. 183-184.
Denkvraag
Wat zou Jezus aan zijn Vader gezegd hebben toen hij ging bidden?
Doe-tip
Ga op zoek naar een stille plek waar je even alleen kunt zijn. Of doe je ogen dicht. En vertel aan God wat er op je hart ligt.
Gebed
Lieve God,
Jezus sprak heel vaak met jou.
Van jou kreeg hij kracht en wijsheid.
Zo kon hij zorgen voor iedereen die pijn en verdriet had.
Help ons om ook te zorgen
voor iedereen die ons nodig heeft.
En zorg voor ons als wij pijn hebben.
Amen.