Het verhaal
Op een dag nam Jezus Petrus en de broers Johannes en Jakobus mee. Ze maakten een lange wandeltocht, helemaal tot boven op een hoge berg. Onderweg praatten ze met Jezus. Hij vertelde hen over hoe ze met elkaar moesten omgaan en hoe God van hen hield. En hoe ze dat aan alle mensen moesten vertellen. ‘Zul je dat nooit vergeten, Petrus?’ vroeg hij. Petrus knikte.
Toen ze de top van de berg bereikten, was het opeens vreemd stil. Er was niemand behalve zij vieren. De zon kwam tussen de wolken vandaan. Jezus zat op een rotsblok. Zijn ogen schitterden nog van het vuur waarmee hij had lopen vertellen. Opeens deed de zon ook zijn gezicht en zijn kleren stralen. Johannes, Jakobus en Petrus hielden hun adem in. Was dat de Jezus die zij kenden? Hij zag er plots zo wijs uit, en zo goed. Echt een man van God. Net zoals Mozes vroeger, de man die het volk met Gods hulp uit Egypte had weggeleid. En zoals Elia, die het durfde opnemen tegen de profeten van de valse goden en die de mensen altijd weer bij God bracht. Heel even leek het net alsof Mozes en Elia er ook bij waren, alsof ze zaten te praten met Jezus. Petrus schudde zijn hoofd, maar het vreemde beeld ging niet weg.
‘Jezus, het is hier fantastisch!’ riep Petrus uit. ‘Ik wil hier altijd blijven. Als je wilt, zal ik drie hutten bouwen, net zoals we doen bij het Loofhuttenfeest. Dan wonen we ook een hele week in hutten, en zo komen we dichter bij God. Laat me drie hutten bouwen: eentje voor jou, eentje voor Mozes en eentje voor Elia. Jij hoort echt bij hen, jij komt net als zij van God. Met jou gaat het verder.’
Er kwam een stralende wolk over hen heen en het was alsof ze een stem hoorden:
‘Dit is mijn liefste zoon, een mens naar mijn hart. Luister naar hem.’
De drie vrienden keken elkaar geschrokken aan. Wat gebeurde er allemaal? Ze doken helemaal in elkaar en durfden niet op te kijken. Maar Jezus kwam naar hen toe en raakte hun schouders aan. ‘Niet bang zijn’, glimlachte hij. Toen ze opkeken, was alles weer heel gewoon.
Terwijl ze de berg afdaalden, zei Jezus: ‘Zwijg maar over wat je hebt meegemaakt. De anderen zullen het nog niet begrijpen.’
Naar Matteüs 17,1-9
Uit: Hosanna! Kinderbijbel met meer dan 150 verhalen (Kolet Janssen, ill. Roel Ottow, Van In, 2013) pag. 174.
Denkvraag
Op vakantie denk je soms ook: kon ik hier maar altijd blijven! Heb je dat al eens meegemaakt? Waar was dat en waarom was het er zo fijn?
Doe-tip
Probeer eens te tekenen hoe jij denkt dat Jezus eruit zag toen hij zo schitterde.
Gebed
Lieve Jezus,
Jouw vrienden zagen jou van heel dichtbij.
Toch merkten ze soms dat jij heel speciaal was.
Wij hebben jou nooit als mens gezien,
maar we kennen jou uit de verhalen.
Help ons om net als jij
dicht bij God te blijven.
Zo willen wij leven
elke dag opnieuw.
Amen.