'Het woord vooraf' kadert deze twaalfdelige reeks 'Samen groeien naar en nieuw begin'
Naar de vorige stap: Je gekwetstheid met iemand delen
We zitten vast
Marc (°) haalt zijn schouders op. ‘Het is allemaal gedaan. Over and out.’ De andere deelnemers aan de groeigroep knikken. Ze herkennen dit gevoel. ‘Wat bedoel je met ‘Het is gedaan’? Wat is er gedaan?’ vraagt de begeleider vriendelijk. Marc rolt met zijn ogen alsof dat een heel domme vraag is. ‘Alles! De vrouw van mijn leven is weg, WEG! En mijn kinderen hebben haar kant gekozen. Dan is toch álles gedaan!’ De begeleider beseft dat hij nu niet kan verdergaan. Hij knikt begripvol, zegt iets als ‘Je hebt iets vreselijks meegemaakt, Marc. Zoiets doet ontzettend veel pijn. Ik ben blij dat je ondanks die pijn toch hier bent’, en gaat verder. Marc hoort nauwelijks wat er nog gezegd wordt. Alles is gedaan, ook luisteren gaat niet meer…
|
Wie gekwetst wordt, heeft soms het gevoel dat deze innerlijke kwetsuur álles heeft onderuit gehaald. Men voelt zich helemaal geraakt, helemaal beschadigd, helemaal mislukt. Dit kan gebeuren na een diep lijden, zoals in het verhaal hierboven, maar ook kleine kwetsuren die telkens terugkeren kunnen iemand dit gevoel van algemene mislukking geven.
‘Ik kan nooit goed doen voor hem (of haar).’
‘Mijn zus zal me nooit iets gunnen.’
‘Opa vindt blijkbaar niets interessant aan mij, voor hem ben ik een nietsnut.’
Het zijn herkenbare zinnetjes. Wie zo denkt, isoleert zichzelf. Diep vanbinnen groeit de overtuiging dat niemand anders zo diep en zo volledig gekwetst werd. Dat maakt het erg moeilijk om getroost te worden en op weg te gaan naar iets nieuws.
De waarheid is echter dat een mens nooit volledig en voor altijd gekwetst is. Zolang er leven is, is er hoop.
Net zoals artsen, na een ernstig ongeval, moeten vaststellen wat precies geraakt is en wat niet, moeten gekwetste mensen hun wonde durven bekijken en vaststellen wat er beschadigd is, en wat niet.
Pas als we het verlies kunnen benoemen, kan de rouwarbeid beginnen. Maar hoe pakken we dat aan?
De kwetsuur benoemen
Gekwetst worden maakt deel uit van het leven. Iedereen wordt gekwetst en er bestaan ook gelijkenissen tussen de manieren waarop we gekwetst worden.
Er zijn de kleine verliezen en dagdagelijkse zorgen: een wrevelige opmerking van je partner vlak voor het slapengaan, het ochtendhumeur van je tiener, je lievelingsvaas die gebroken wordt, een slecht rapport van je (klein)kind, je partner die een week op zakenreis moet, een conflict met een collega, een gezondheidsprobleem …
Daarnaast heb je verlieservaringen die dieper gaan. Soms is de pijn zo diep door de hechte band die je met iemand had: het overlijden van een geliefde, het einde van een intieme relatie, een jarenlange vriendschap die uitdooft, … Soms wordt de pijn veroorzaakt of verhevigd doordat deze ervaringen onverwacht opduiken en op een brutale manier je leven veranderen: een inbraak, een plots ontslag na jarenlange trouwe dienst, door onrecht je goede reputatie verliezen, …
Er zijn verlieservaringen die samengaan met het ouder worden: het verlies van de dromen van je jeugdjaren, van je schoonheid en kracht, van de passie van een prille liefdesrelatie, van je vanzelfsprekende mobiliteit en autonomie, …
Sommige verliezen kon je voorzien, zoals de kinderen die zelfstandig worden en het huis uitgaan. Andere verliezen had je niet zien aankomen: een plotse ziekte of een overlijden, een natuurramp, een verkeersongeval, …
Door de aard van jouw verlies te definiëren, ontdek je dat je niet helemaal alleen op de wereld staat met jouw pijn.
Je bent een van de vele mensen die ouder en minder krachtig worden. Je bent een van de velen die hun gezondheid verliezen. Je bent een van de velen met liefdesverdriet. Dat betekent dat ook veel mensen je kunnen begrijpen.
Natuurlijk is elke mens en elke kwetsuur anders, maar de pijn van de totale eenzaamheid en isolatie hoef je niet bovenop de pijn van je kwetsuur te dragen.
Even belangrijk is het om af te bakenen wat er precies in jou beschadigd werd. Is het jouw gevoel van eigenwaarde? Het vertrouwen in jezelf? Je goede naam? Werd je goede nachtrust beschadigd? Je psychisch welzijn? Je gezondheid? En zo ja, welk deel van je gezondheid? Werd jouw droom over het ideale gezin beschadigd? Je vermogen om mensen te vertrouwen? Om álle mensen te vertrouwen of alleen maar bepaalde mensen?
Probeer zo specifiek mogelijk te zijn.
Vergelijk eens de twee volgende beschrijvingen van eenzelfde situatie.
‘Door mijn scheiding is mijn hele leven mislukt, alles is kapot.’
Of ‘Door mijn scheiding ben ik nu al een half jaar beschadigd in mijn vertrouwen in het huwelijk, heb ik maagklachten en last van slapeloosheid, en kon ik een tijdlang minder functioneren op het werk’.
De tweede omschrijving klinkt en voelt heel anders dan de eerste.
Ze kan betekenen dat je wél nog vertrouwen hebt in vriendschap, dat je nog steeds vlot 10 km jogt, dat je in de toekomst nieuwe kansen op het werk zult grijpen. De tweede omschrijving betekent dat je hele leven niét is mislukt. Je hebt de wonde afgebakend.
Op een goede manier over je gekwetstheid denken en praten
Wanneer je hebt ontdekt en afgebakend wat er precies gekwetst werd, kun je beginnen anders te denken en praten over wat er gebeurd is.
Haar huwelijk met Paul (°) was niet gelopen zoals Carine het zich gedroomd had. Al snel bleek dat voor Paul zijn carrière op de eerste plaats kwam. Alhoewel hij regelmatig oprechte beloftes deed aan Carine en de kinderen, kon hij die niet houden. Steeds opnieuw stond zij er alleen voor op ouderavonden of zware gesprekken in dokterskamers, in de verwerking van dingen die fout gingen op haar werk, bij moeilijke gesprekken met de opgroeiende kinderen of op familiefeesten. Hij kwam naar huis om bij te tanken, niet om te geven. Lange tijd had Carine het gevoel dat haar huwelijk mislukt was, dat zij zelf mislukt was, ja, misschien wel dat haar hele leven mislukt was. Maar in de loop van de jaren leerde ze oog hebben voor wat er wél goed was in haar leven: een vertrouwensvolle band met de kinderen, een groeiende emotionele onafhankelijkheid en kracht, contact met een paar trouwe vriendinnen, geen financiële zorgen dankzij de wedde van haar man, … Naarmate de kinderen minder zorg nodig hadden, kreeg ze ook tijd om een nieuwe studie aan te vatten en groeide haar zelfvertrouwen. Toen Paul met pensioen ging, gebeurde er iets wat Carine niet meer verwacht had. Opeens maakte hij wel tijd voor haar en wilde hij hun relatie nieuw leven inblazen. Ze kon hiervoor openstaan omdat ze niet meer wrokkig was over het verleden. ‘Ik ga niet ontkennen dat ik gekwetst ben’, vertelde ze, ‘maar ik heb ontdekt dat ik veel meer ben dan die pijn.’
|
De neiging om zich volledig te identificeren met de kwetsuur neemt toe naarmate de kwetsuur dieper is. ‘Ik bén mijn kwetsuur’, lijken mensen bewust of onbewust te denken. Ook de leeftijd waarop iemand gekwetst wordt, speelt hier een rol. Wie zijn of haar persoonlijkheid nog volop aan het ontwikkelen is, neemt de kwetsuur als vanzelf mee in dit proces. De kwetsuur lijkt dan in nog sterkere mate deel uit te maken van de identiteit.
Een meer hoopgevende én juistere gedachte is: ‘Ik héb een kwetsuur.’
Dan kan de wonde beginnen te genezen. Net zoals een dokter niet zoveel kan aanvangen met het zinnetje ‘Ik ben ziek’, kunnen we niet veel aanvangen met ‘Ik ben mijn kwetsuur.’ Pas wanneer de diagnose wordt gesteld ‘Je hebt een griepvirus’, kunnen er stappen gezet worden naar de juiste behandeling en de genezing.
Het loont de moeite om die zelfvernederende, veralgemenende ‘ik ben’ uitspraken in je dagelijkse gedachten en gesprekken onder de loep te nemen. Doorgaans zijn we er ons niet eens van bewust hoe vaak we zaken denken als ‘Ik ben toch een vreselijke kluns’, ‘Ik ben iemand die nooit iets zal bereiken’, ‘Ik ben minder getalenteerd dan mijn broer of zus’. Wat wanneer we deze ‘onheilsprofetieën’ over onszelf zouden vervangen door milde en hoopvolle gedachten? ‘Ik heb iets onhandigs gedaan, maar ik zal het rechtzetten.’ ‘Ik heb dit niet kunnen waarmaken en kies een nieuw doel’. ‘Ik heb niet dezelfde talenten als mijn broer of zus, ik heb andere talenten.’
Alleen al het vervangen van de negatieve ‘Ik ben’ uitspraken door de ‘Ik heb’ uitspraken zorgt voor een nieuwe, hoopvollere kijk.
Vanuit elke wonde voert er een weg naar heling, en je hebt alles wat je nodig hebt om die weg te gaan. Je bent alles wat nodig is om die weg te gaan.
Ik ben meer dan mijn gekwetstheid
De psycholoog Carl Gustav Jung zag de innerlijke mens als opgebouwd uit meerdere lagen. Aan de buitenkant ligt de ‘persona’: de persoonlijkheid waarmee we naar buiten treden, aangepast aan onze sociale en culturele context. Meer naar binnen, in het onbewuste, ligt onze ‘schaduw’: wat we verdrongen hebben omdat het te pijnlijk is of omdat we tegemoet wilden komen aan de eisen van onze opvoeders.
Ons ‘ego’ wordt bepaald door enerzijds de persona en anderzijds de schaduw. In dit ego liggen onze ambities, dromen, noden en verlangens, waarden, idealen, … De ontwikkeling van een gezond ego is van groot belang voor elk individu.
Als we gekwetst worden, worden we op het niveau van ons ego gekwetst. Onze kijk op onszelf wordt aan het wankelen gebracht, we hebben het gevoel dat onze identiteit onderuit wordt gehaald.
Jung was er echter van overtuigd dat het ego niet de diepste identiteit van een mens is. De diepste kern noemde hij ‘het ware zelf’. Jung zag dit als een spiritueel centrum, een plaats waar we niet onderhevig zijn aan tijd of kwetsuren. Het ware zelf maakt zich kenbaar via dromen, symbolen, intuïtie, transcendente ervaringen. Het is onuitputtelijk, verenigt tegenstellingen en is genezend. Het kent onze roeping, het weet wat de zin van ons leven is.
Jung beschrijft dit ware zelf als een universeel gegeven. Veel christelijke denkers hebben hierin de Heilige Geest herkend, God-in-ons.
Door het contact met dit ware zelf kunnen we genezen na een kwetsuur. Het bewustzijn van ons ware zelf laat ons toe om een afstand in te bouwen t.o.v. wat er ons overkomt in ons leven.
En omgekeerd, door een zware kwetsuur ontdekken we, soms voor het eerst, dat er méér in ons is dan ons ego. Op zo een moment ontdekken we, misschien wel voor het eerst, die goddelijke bron in de kern van ons wezen.
Marie-Jeanne (°) heeft geen gemakkelijk leven gehad. Als kind verloor ze haar beide ouders tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ze moest meteen volwassen worden en mee verantwoordelijkheid dragen. Alleen een ijzeren discipline zorgde ervoor dat het gezin het hoofd boven water hield tijdens de oorlogsjaren. Toen ze trouwde, kreeg ze een groot gezin dat ze met eenzelfde ijzeren hand regeerde. Plicht kwam voor alles, voor zwakheid was er geen tijd of geduld. Wanneer ze 80 wordt, duiken de eerste tekenen van dementie op. Voor hun verbijsterde ogen zien de kinderen hun sterke moeder veranderen. De ziekte brengt veel verdriet met zich mee maar, geheel onverwacht, zit er ook iets moois in het ziekteverloop. Marie-Jeanne vergeet namelijk dat ze eigenlijk een geharde vrouw is. Ze kan plots weer wenen en genieten van getroost worden. Ze kan met verwonderde ogen naar zwakheid of onvolmaaktheid kijken zonder te veroordelen. En ze is gelukkig als een kind met een doosje pralines die ze allemaal na elkaar opeet. Ze is vergeten dat ze tegen verwennerijen is. Haar kinderen voelen zich dankbaar dat ze hun moeder voor het eerst echt blij kunnen maken… als een kind. |
We kunnen ons meer bewust worden van ons ware zelf door gebed, meditatie, rustig in de natuur zijn, creatief bezig zijn of door dingen te doen waarvan we houden al lijken ze helemaal geen nut te hebben, …
STAP 4 IN EEN NOTENDOP
- Benoem je kwetsuur en baken ze af.
- Je hebt een wonde, maar je bent je wonde niet, je bent veel meer.
- Ga op zoek naar je ware zelf dat nooit gekwetst kan worden.
|
STAP 4 BIJ JOU THUIS
Kinderen staan dichter bij hun ware zelf dan volwassenen die zich al veel beter hebben aangepast aan de wensen en verwachtingen van hun omgeving. Gun jezelf de tijd om je (klein)kinderen te observeren en blijf zelf op de achtergrond. Wat maakt hen blij? Waarover zijn ze verwonderd? Waar gaan ze helemaal in op? Heb je iets ontdekt over hun ware zelf? Vertelt dit ook iets over jouw ware zelf?
Schrijf op verschillende strookjes papier tien dingen op die je blij maken. Leg jezelf hierbij geen censuur op: ook al presteer je niets, ook al zou jouw omgeving het maar raar vinden, ook al lijken ze je volstrekt nutteloos, het volstaat dat deze dingen jou blij maken. Gaan wandelen bij valavond. Een tekening van je kat maken (ze hoeft niet gelijkend te zijn). Een ouderwetse detective lezen. Een tweedehandsmarktje afschuimen. Een handvol nieuwe Spaanse woorden studeren… Daarna stop je die tien strookjes in een mooi doosje: jouw verwendoos. Als je voelt dat je het nodig hebt, trek je een van die activiteiten en maak je er tijd voor, liefst nog de dag zelf. Nodig je gezinsleden uit om hetzelfde te doen!
|
Goed om te weten
Naar de vorige stap: Je gekwetstheid met iemand delen
Naar de volgende stap: Je woede en vergeldingsdrang aanvaarden
Heb je deugd van dit vergevingstraject en/of wil je je waardering voor dit aanbod uiten door onze werking financieel te steunen?
Van harte dank hiervoor!
Bekijk de mogelijkheden
|