Brandstraat
Over de naam van de straat bestaan diverse meningen. Sommigen verwijzen naar de besmettelijke ziektes pest en cholera, die hier ernstig huis hielden en die aan de basis liggen van de kapelletjes die hier worden opgericht. Anderen leggen de link met een grote brand die hier in 1567 woedde. In zijn ‘Gids voor Oud Gent’ wijst G. DESEIJN erop dat de naam ouder is en misschien wel verwijst naar de smeltoven voor edele metalen die hoorde bij het Posteernehof, dat in de veertiende eeuw door graaf Lodewijk van Male tot lusthof werd verbouwd.
Hoe het ook zij, deze straat is de bakermat van één van de oudste kapelletjesvieringen in de stad. Dat was een gebruik om op 15 augustus een altaar te timmeren en dat te versieren met bloemen en kaarsen. Het altaar werd opgesteld vóór het gevelbeeld, de gevel zelf van het huis waaraan een kapel hing, werd bekleed met wimpels en papieren guirlandes. Het beeld werd uit het kapelletje gehaald en op het altaar geplaatst. ’s Avonds kwamen de vrome bewoners van de gebuurte er samen om te bidden en te zingen.
Brandstraat nr 3:gevelkapel
Dit gebuurtekapelletje werd in 1934 aan deze gevel van de Sint Antoniuskring aangebracht. Het wordt eveneens in verband gebracht met de pestepidemie in de wijk Poortakker in 1321, want het zou eerst gehangen hebben aan het huis van de vrouw die destijds het initiatief nam om Maria’s hulp in te roepen tegen deze besmettelijke ziekte.
Wellicht was dat het huis met nummer 20, want in het Stadsarchief Gent is een document bewaard uit oktober 1833 waarin aan de heer Theodorus Metsers, deken van de gebuurte en wonende in de Brandstraat nummer 20, de toelating gegeven om aan de gevel van zijn huis, op 3 meter boven de grond en vast te maken met ‘kloek ijzerwerk’, een houten kapelletje te hangen met daarin een Mariabeeldje - en dit op zijn kosten.
Het kapelletje werd in 1987 gerestaureerd door toedoen van “Gent aan Maria” en op 30 mei 1988 ingezegend met een viering.
De kapel was al meermaals het mikpunt van vandalen. De Sint-Antoniuskring heeft een paar keer beschadigingen op eigen kosten hersteld, hoewel ze geen eigenaar is van het kapelletje. Wie dat wel is, is zeer moeilijk te achterhalen, omdat het een gebuurtekapel betreft.
In de meimaand komen schoolkinderen hier bloemen plaatsen.
De Sint-Antoniuskring in de Brandstraat is een vrijwilligersorganisatie die instaat voor minderbedeelden door hen sociaal en administratieve bijstand te geven, met voedsel- en kledijbedeling. Ze huist het vroegere franciscanerklooster, dat voordien het klooster was van de zusters clarissen-urbanisten.
Het besluit dat hun klooster, de Derde Ordekapel en de Sint-Antoniuskring beschermt (9 april 2008) vermeldt “Deze poort wordt in het straatbeeld gemarkeerd door een opmerkelijk grote beglaasde houten gevelkapel met een opvallende vormgeving rijk uitgewerkt in neoclassicistische stijl. Het bevat een gestoffeerd beeld van Onze-Lieve-Vrouw, volgens mondelinge overlevering een oud processiebeeld.”
Brandstraat nr 26: gedenkplaat
Op deze muurplaat zien we een oud vrouwtje geknield voor een Mariabeeldje. Het opschrift is niet meer goed leesbaar. Het luidt : “In ’t jaar 1321 is deze buurt verwoest geweest door de pest. Niemand overblijvende dan eene Spaansche vrouw, door een bijzondere eerbied tot Maria. Opgericht door de buurt der Brandstraat. P. Metser; J. Roelandt; J. Rottiers, 1857”
Hier worden twee zware kwalen die Gent teisterden, vermeld: de middeleeuwse pest en de cholera in de 19de eeuw. Het verhaal over die éne vrouw die bij de pest gespaard bleef lag aan de basis van de jaarlijkse traditie om een bedevaart te doen naar Onze Lieve Vrouw ter Rive, die vereerd wordt in de Onze-Lieve-Vrouw Sint-Pieterskerk op het Sint Pietersplein. Dat gebeurde tijdens de novene aldaar rond 15 augustus en daarbij werd een pestkaars geofferd. Bij deze jaarlijkse bedevaart die bij goed weer te voet en bij guur weer met rijtuigen werd afgelegd, ging een oud vrouwtje mee, in een ouderwets kleed. Jarenlang – tot 1970 - bestond hier een bloeiende gebuurtegilde die deze traditie in ere hield, het kapelletje onderhield en de feestelijkheden ter gelegenheid van de Kapellekensviering organiseerde