Onze-Lieve-Vrouw ter Radiën
Aan de gevel van de Sint-Bavohumaniora hangt een beeld van Maria met het kind Jezus. Maria is omgeven door een krans van stralen (radiën). Vandaar de naam: Onze-Lieve-Vrouw ter Radiën. Oorspronkelijk stonden daarbij ook de jaartallen ‘1854-1954’. In 1854 werd het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria uitgevaardigd door paus Pius IX. Dit betekent dat Maria geboren is zonder erfzonde. Zo is zij waardig om de moeder te worden van Gods zoon.
Honderd jaar later, in 1954, werd dit feit luisterrijk herdacht. Dit kapelletje werd voor deze viering gemaakt door Maurits Witdouck (1928-2014), wiens echtgenote Hendrika Demoen les gaf aan de Sint-Bavohumaniora. Witdouck was toen leraar was het Sint-Lucasinstituut en maakte in hetzelfde jaar 1954 ook een Mariabeeld voor de nieuwe afdeling van de Kunstdrukschool Onze-Lieve Vrouw, in de Schouwegemstraat.
Het Mariajaar 1954 werd plechtig afgesloten op 8 december, de feestdag van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria. Op die dag zegende de toenmalige Gentse bisschop, mgr Karel Callewaert, het beeldje in, onder ruime belangstelling.
Maria wordt hier vereerd als Onze-Lieve-Vrouw ter Radiën, ook ‘van het Sterrenkransken’ genoemd. Hierbij wordt verwezen naar de beschrijving van de apostel Johannes in het Boek der Openbaringen (Apocalyps): “Er verscheen een groot teken aan de hemel: een vrouw die met de zon bekleed was, de maan onder haar voeten had en een kroon van twaalf sterren droeg”.
De naam ter Radiën verwees oorspronkelijk naar een Mariabeeld “op de ra”- een balk in het hoogkoor van de kerk. Dat was het geval in de romaanse Sint-Janskerk (de voorloper van de Sint-Baafskathedraal), waar omstreeks 1200 een broederschap en een gilde werden opgericht Onze Lieve Vrouw “up de Radiën”. Toen stond er ook een Mariabeeld op de kerkhofmuur van die Sint-Janskerk. Dat werd vernietigd tijdens de Beeldenstorm. Na de godsdiensttroebelen werd op dit plein in 1637 een hardstenen zuil geplaatst met daarop een Mariabeeld, in een krans van ‘viertigh couperen radiën’. Die overleefde de Franse Revolutie niet.
Het beeld in dit kapelletje sluit aan bij die traditie op dit Bisdomplein. Het hangt aan één van de twee herenhuizen uit de achttiende eeuw, die werden gebouwd in opdracht van Govard-Gerard Van Eersel, die toen kanunnik was en later bisschop werd van Gent (1772-1778). Beide huizen zijn beschermde monumenten en maken deel uit van de Sint-Bavohumaniora.