Een eerste contact
Wij ontvingen een eerste artikel van Hugo, aalmoezenier in de gevangenis van Beveren.
Een prachtig artikel dat medemenselijkheid en warmte ademt alsook de dankbaarheid van de persoon in kwestie om de uitgestoken hand en het als mens gezien te worden.
Het is moeilijk zijn leeftijd te schatten. Ik zie hem met tegenlicht van het venster in zijn cel. Het is onze eerste ontmoeting. Bij zo’n eerste contact ben ik wat voorzichtig met vragen, maar hij neemt het initiatief. Hij vertelt over zijn familie, zijn ouders, zijn werk, zijn vroegere wereld. Er klinkt een zekere fierheid en op zich vind ik dat al een goed teken. Terwijl hij zo praat, krijg ik een indruk van hoe hij met zijn detentie omgaat. Een moedig man. Hij laat me iets zien van zijn hobby, tekenen, en dat stelt me gerust: hij heeft iets om op een creatieve manier bezig te zijn en zijn tijd door te brengen. Want hij heeft nog wel wat jaren voor de boeg, hij heeft er ook al veel achter zich; hij kreeg een lange straf.
Ik laat het aan hem over om iets te zeggen van zijn feiten en zijn vonnis. Zo laat hij iets zien van zijn openheid en ook van zijn kracht om ‘in zijn waarheid te gaan staan’. In ons eerste gesprek vind ik het belangrijk vertrouwen op te bouwen. Met als gouden regel niet te oordelen en hem te zien als mens. Een mens die een fout begaan heeft, dat geeft hij ook toe, zelfs een zware fout. Maar ik wil in de eerste plaats komen voor die mens, die ik met respect wil benaderen, en die ik nabij wil zijn. Nabij zijn betekent hier, op de juiste afstand. Op die manier dat hij zich begrepen en aanvaard voelt, en tegelijk voldoende ruimte krijgt om zelf zijn ritme te volgen. Hij bepaalt wat hij vandaag tegen mij wil zeggen. Ik luister dan en probeer iets te begrijpen. Dat neemt niet weg, dat ik mijn wenkbrauwen voel fronsen, maar dat valt vandaag goed mee. En diepere vragen, dat is voor later.
Wat nu telt, is dat hij zich veilig voelt, en mogelijks – dat hopen we – die veiligheid benut om op een of andere manier ‘vooruit’ te gaan. Dat vooruit gaan zal in onze volgende gesprekken aan bod komen.
Het blijft telkens een gigantische uitdaging. Detentie is een heel bijzondere context, ik mag binnenkijken in hun eigenste privé-leven. Ik probeer te vertrekken vanuit wat zij kunnen, kunnen toegeven, kunnen voelen, kunnen verwoorden. Het is boeiend, maar de weg is soms lang en vraagt veel geduld.
Voor vandaag ronden we af. Ik voel nog even wat er in mij als positief naar boven komt, na dit gesprek en dat zeg ik hem. Een kleine, warme bevestiging.
En hij vraagt wanneer ik terug kom.
Hugo