#1 Wat is je naam? (Lucas 8,30)
Els De Schepper • Mijn grootvader stelde ons altijd voor als de familie ‘De Schepper van Hemel en Aarde’. In Vlaanderen komt de achternaam wel vaker voor, maar in Nederland vinden ze die heel bijzonder. Ooit werd me daar eens gevraagd of het een artiestennaam was, waarop ik antwoordde: Nee, hoor. Ik ben echt het nichtje van God.Maar etymologisch betekent De Schepper als familienaam gewoon: kleermaker. Mijn familie heeft een wapenschild met daarop een naald en strijkijzer. Zelf vind de goddelijke invulling wel leuker.
#2 Wat zie je? (Marcus 8,23)
Ik zie veel angstpsychose om me heen. Het lijkt bijna een maatschappelijk fenomeen. Als ik mensen hoor zeggen dat ze bang zijn van iets – neem nu de energierekening die hen boven het hoofd hangt – dan probeer ik dat altijd rationeel en stapsgewijs te benaderen: Wat is er precies aan de hand? Hoe kun je daar praktisch doorheen laveren? “Kan ik zelf helpen door iemand onderdak te bieden als bij hem of haar het licht en de verwarming uitgaat?” Daarbij vind ik het heel belangrijk om geen oordeel uit te spreken over de keuzes die iemand meent te moeten maken. Bij kwesties die mensen sterk verdelen, zoals de covid-vaccinatie, probeer ik boven de polarisering uit te stijgen en ieders keuzevrijheid te respecteren. Ik weiger me in een of ander kamp te laten trekken.
#3 Wat maakt jou boos? (Matteüs 9,4)
Onrecht. Zoals de overwinsten die bepaalde bedrijven nu maken op kap van, bijvoorbeeld, mijn assistente, een alleenstaande moeder in een slecht geïsoleerde woning. En de ‘groten der aarde’, die maar laten begaan. Ik walg daarvan. Dan denk ik: waarom komen we niet met z’n allen op straat? Ik zou mee gaan protesteren en opkomen voor recht en vrijheid. “Soms wil ik eens een serieuze doef uitdelen, zoals Jerommeke.”
#4 Waarom begrijp je Me niet? (Johannes 8,43)
Als kind ging ik vaak naar de kerk, in tegenstelling tot mijn ouders. Maar wel vooral om te zingen. Er was één ding waar ik het altijd moeilijk mee heb gehad: de formulering ‘door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote schuld’. Daar kon ik echt niets van maken. Wat had ik dan wel zo fout gedaan?!
Op reis ga ik nog altijd graag een kerk binnen om een kaarsje te branden. De Christusfiguur blijft heel belangrijk voor mij. “Christusbewust leven, betekent voor mij: vergevingsgezind in het leven staan, wetend dat Hij nog veel ruimer dacht dan we doorgaans aangeleerd krijgen.” Uiteraard zijn er nog veel dingen in het leven die ik niet begrijp, maar ik vertrouw erop dat het allemaal zin heeft. Ik hoef niet alles te begrijpen.
#5 Waar zou jij je leven voor geven? (Matteüs 16,26)
Goh, dat weet je maar als je ervoor staat, denk ik. Al weet ik bijna zeker dat ik tot alles in staat zou zijn als mijn hond in gevaar was. Ik haalde hem uit een asiel toen hij 3 was, nu bijna 12 jaar geleden, en noemde hem Elio naar onze toenmalige premier. Hij is nu doof en half blind en ik draag hem dagelijks de trap op en af, maar hij blijft een heel vrolijke hond die ik niet zou willen missen.
#6 Wat wil je dat Ik voor je doe? (Matteüs 20,32)
Mmm, interessante vraag. Mij op het einde van mijn leven een pluim geven voor moed en doorzetting. Ik heb geen gelukkige jeugd gehad en had al 100 keer in de goot kunnen liggen, maar ik denk dat we op aarde zijn om te groeien als mens.
“Als ik ooit ga – maar ik ben voorlopig nog niet klaar met groeien – dan ga ik ‘naar huis’.” Zo voel ik het. En ik hoop dat ik daar thuis een goede evaluatie krijg.
#7 Wie beschouw je als je broeders en zusters? (Matteüs 12,48)
Het gewenste antwoord is natuurlijk: alles en iedereen. Maar dat is bijna onmogelijk. Naarmate je meer thuiskomt in de onderstroom van de liefde, kan je de kring van je broers en zussen wel stelselmatig verbreden en kan je een groeiend aantal mensen beschouwen als je familie. “Vandaag voel ik me een druppel in een groot meer, maar ooit zal ik één worden met alles en iedereen als een druppel in de oceaan.”
urbain