SINT-JANSVUUR
De zonnewende valt samen met het feest van Johannes De Doper, precies een halfjaar vóór Kerstmis, wanneer we de geboorte van Jezus vieren op midwinter.
Vanaf Sint-Jan worden de dagen almaar korter. De donkere uren doen ons des te meer uitkijken naar de komst van de Messias.
Johannes staat voor de overgang van het eerste liefdesverbond van God in de Tora naar het nieuwe verbond in Jezus, waarmee Hij meer dan ooit onze naaste werd.
De theologische betekenis van 24 juni als feestdag voor Sint-Jan (en 25 december voor de geboorte van Jezus) spreekt boekdelen. Het is dan ook niet te verwonderen dat elementen uit reeds bestaande Keltische seizoenfeesten versmolten met de christelijke traditie.
*Sint-Jansvuur – één van die oeroude gebruiken is het ontsteken van vreugdevuren, al gauw Sint-Jansvuren genaamd. Eeuwenlang werden in Europa – en vanuit onze streken tot in onze kolonies – Sint-Jansvuren ontstoken in de nacht van 23 en 24 juni.
De tradities zijn bewaard gebleven. Hiervoor gaat onze dank naar de leden van Volkskunstgroep Reintje Vos (Kemzeke) en naar Drieke Nijpers (Sint-Gillis-Waas) die elk jaar dit feest in ere houden. (zie foto’s)
*Sint-Janskroon – de avond vòòr het feest van Johannes De Doper werden bepaalde planten gerooid, zoals bv. Sint-Janskruid (ook wel eens “jaag-de-duivel-kruid” genoemd), Artemisa, Bijvoet, Ijserkruid en Ridderspoor. Hiermee werden kronen gevlochten en boven de huisdeuren gehangen om te behoeden tegen brand en andere kwalen… en om de liefde aan te trekken. Andere planten mochten na Sint-Jan niet meer gerooid worden, zoals asperges of rabarber.
*Sint-Janssalade van tuinbonen, rode bessen, linzen en Sint-Jansuitjes – we willen Jeroen of Piet niet voor de voeten lopen. Maar voor dit aloude feest geven we graag nog een passend recept mee.
We hebben nodig: 500 gram tuinbonen – 100 gram bruine linzen – sjalot of 3 eetlepels uitjes (sint-jansuitjes) – 1 eetlepel bieslook – 1 eetlepel gehakte basilicum – 2 eetlepels olijfolie – halve eetlepel rodewijnazijn – 1 theelepel honing – mespunt mosterd en 125 gram rode bessen.
Dop de tuinbonen en kook ze 4 minuten in kokend water met zout. Kook de linzen gaar (12 minuten). Meng ze (nog warm) in een grote schaal met bieslook, basilicum en een dressing van olie, honing, azijn en mosterd. Rits de rode bessen en meng ze voorzichtig met de tuinbonen, linzen en zilveruitjes. Smakelijk!