Zondag 6 oktober krijgen we de gelegenheid om ons na de eucharistieviering te laten zegenen met de relikwie van de Zalige broeder Isidoor, wiens sterfdatum wij herdenken. Vele mensen brengen op deze manier hulde aan broeder Isidoor uit Sint-Gillis-Waas.
RELIKWIEËN
Het woord “relikwie” komt van het Latijnse werkwoord “relinquere”, wat zoveel betekent als “overblijfselen, overlaten”. Relikwie betekent dus overblijfsel, dat wat rest, wat nagelaten wordt.
In christelijke zin is een relikwie dat wat overblijft van een heilige (in ons geval een overblijfsel van een zalige). Het kan gaan om drie soorten overblijfselen: het lichaam; datgene wat met het lichaam in aanraking is geweest: klederen, marteltuigen, voorwerpen die door de heilige (zalige) gebruikt werden…; voorwerpen en ruimtes waarin het lichaam van de heilige bewaard werd, zoals sarcofagen en schrijnen.
In het christendom dateert de verering van relikwieën reeds van in de beginperiode (Hand. 19,12). Door Gods toedoen verrichtte Paulus buitengewoon grote wonderen: zelfs de doeken en werkkleren die hij gedragen had, werden naar de zieken gebracht zodat zij genazen en de boze geesten hen verlieten.
Mensen hebben dus altijd al geprobeerd om greep te krijgen op het heilige en het absolute door het vast te leggen in het materiële en het stoffelijke. De vele bewaard gebleven devotionalia, zowel van primitieve culturen als van meer verfijnde beschavingen, wijzen erop dat het hier om een typisch menselijk verschijnsel gaat.
DE ZEGENRELIKWIE
Op vele plaatsen (en zeker ook bij ons!) bestond de gewoonte na de zondagsmis te “zegenen” met een relikwie. Die relikwie is geborgen in een rond metalen doosje met glazen bovenwand en het geheel wordt geplaatst in een reliekhouder in zilver of koper met een handgreep.
Bij elke relikwie hoort een echtheidsdocument afgeleverd door de bisschop.
Bijgaande foto toont ons de relikwie van broeder Isidoor die in onze Sint-Egidiuskerk wordt bewaard.
(Bron: uiteenzetting over relieken door Kan. Ludo Collin – Ronse 2010)