Vanuit LABIOMISTA, zijn levenswerk en atelier in Genk, herdenkt en herschept Koen Vanmechelen de wereld. Je kent hem van zijn CosmoGolem, die kinderen tot in India en Rwanda doet dromen van een mooie toekomst. Of van het Cosmopolitan Chicken Project, waarmee hij kippen van alle rassen ter wereld kruist om tot een nieuwe soort te komen die de hele wereld in zich draagt. De kunstenaar is evenzeer boer, filosoof en wetenschapper. Op z’n Mozartiaans staat de inspiratieknop nooit uit. Toch maakt hij met plezier even tijd voor 7 Bijbelse vragen.
#1 Wat zie je? (Marcus 8,23)
Koen Vanmechelen • Hedendaagse kunst is eigenlijk kunst van de toekomst. De artiest probeert een wereldvisie vorm te geven volgens kennis die eigenlijk nog verworven moet worden. Als ik naar de wereld kijk, zie ik dat monoculturen aan hun einde komen.
De kracht van culturen zit in een onzichtbare verbinding. We zijn ons daar zelden van bewust, maar die verbinding is er al.
Je kan je daarvoor openstellen of afschermen. Het gekke is dat we meestal geneigd zijn de deur dicht te slaan voor de verandering, terwijl daarin juist ons voortbestaan zit. De ene mens kan niet zonder de ander, net zoals dieren niet zonder elkaar kunnen. Alleen in de verbinding ontstaat nieuw leven.
Op dat punt zitten we op een scharniermoment, paus Franciscus en velen met hem noemen het zelfs een verandering van tijdperk. Maar ik denk dat de mens altijd denkt dat hij op een scharniermoment leeft. De wereld is voortdurend in verandering en we proberen daar betekenis aan te geven. We doen vreemde dingen, waardoor we ons in nesten brengen en daarop moeten we dan weer een antwoord verzinnen…
#2 Wat maakt jou boos? (Matteüs 9,4)
Ongelijkheid, of beter: hoe we omgaan met ongelijkheid. Niet iedereen hoeft gelijk te zijn, maar we zouden meer de sterkte moeten zien van wat of wie we beschouwen als ‘anders’.
Een kind is de bezorgdheid van iedere mens, waar ook ter wereld het geboren wordt.
Maar we beschermen onze verworvenheden en sluiten de ogen voor wie ons nodig heeft. We werken zo onze eigen ontwikkeling tegen en creëren voor onszelf een conflict tussen gevangenschap en vrijheid.
Een kind heeft daar geen last van. Opgroeien is het vertrouwde loslaten en contact zoeken met de ander. Dat is nieuwsgierigheid, passie, liefde. Sluit je die af, dan stopt iedere vorm van creatie.
#3 Waarom begrijp je Me niet? (Johannes 8,43)
Het mysterie van het leven blijft ongrijpbaar. Zelfs wetenschappers worstelen daarmee. Ze weten als geen ander dat de grootste ontdekkingen komen op het moment dat de concentratie afneemt. Dan krijgt inspiratie een kans. Ze zit in de lucht. Je weet niet wanneer je eraan hangt, maar plotseling gebeurt het.
Zelf hang ik er bijna voortdurend aan. Het staat nooit stil in mijn hoofd. Het is een deeltje in de lucht, iets buiten mezelf, dat zich plotseling mengt met mijn visie. Dat analyseer ik en daaruit ontstaat nieuwe kennis; kennis die gedeeld moet worden.
#4 Waar is je geloof? (Lucas 8,25)
Dat mysterie, daarin zit mijn geloof. Als ik het nog verder moet omschrijven, zou ik woorden gebruiken als ‘liefde’ en ‘passie’. Het heeft ook iets te maken met ‘verlossing’, na het ophopen van een drang tot creatie. Je mag gerust zeggen dat mijn werk ontstaat uit een lichtbeeld van liefde. Daarin zit de hoogste vorm van hybriditeit (vermenging).
#5 Wat heeft een mens eraan de hele wereld te winnen als hij het leven erbij inschiet? (Matteüs 16,26)
Het gebeurt dat mensen op hun leven terugkijken en denken: wat heb ik eigenlijk altijd achterna gezeten? Voor mij zit de echte rijkdom van het leven erin iets te doen voor de mensheid.
Mijn concentratie moet altijd op de ander gericht zijn. We zouden onze kinderen daar meer mee moeten opvoeden.
Want de energie die je nodig hebt, is de energie die jou naar buiten leidt. Die energie heb je nodig om te overleven.
Een Afrikaanse wijsheid zegt het met één woord: ubuntu. Dat betekent: ‘Ik ben omdat wij zijn.’ Mensen die het minste hebben, zijn vaak het meest bereid om van het karige bezit te delen. Wat ik wil delen met de mensen, is iets om over na te denken.
#6 Waarmee kan je Gods Koninkrijk vergelijken? (Lucas 13,18)
In hun drang om gelijk te halen, creëren mensen continu een Toren van Babel. Voor mij is het Koninkrijk Gods, of het paradijs, de plek waar altijd vlinders fladderen. Daar waar alles nog moet ontstaan en alles nog kan.
Tegelijk kan het paradijs een streven zijn. Iets wat we proberen ook hier in LABIOMISTA. Momenteel zijn we een ‘Future Garden’ aan het bouwen. Daar draait alles rond de tapir, een met uitsterven bedreigde diersoort met de snuit van een olifant, het lijf van een varken, de poten van een neushoorn en genetische verwant aan het paard. Een heel hybride dier, dus. Vanuit Future Garden ontwikkel ik in samenwerking met wetenschappers, ondernemers, de stad en de buurt een project voor de sociale en economische ontwikkeling van het kwetsbare Genk Noord.
#7 Wie of wat zoek je? (Johannes 18,7)
De ander. De ander bereiken en ten volle respecteren, dat is het ultieme waar ik naar reik. Dat is een moeilijke weg van bereid zijn los te laten en te evolueren, een stuk je eigen identiteit verliezen.
En ook: het onzichtbare zichtbaar maken. Iedere mens wordt geboren met een tekort. Een kunstenaar is iemand met een nog groter tekort, waardoor hij gaat creëren. Mijn grootste droom is om vanuit die leegte iets te scheppen dat aan het absolute raakt en dat de mensheid kan bereiken in zijn meest bescheiden vorm.