‘Er zijn drie regels’, vertelt mijn oudste zoon overtuigd aan zijn jongere broer. We staan op het punt om samen een meerdaagse staptocht te ondernemen met de tent en elk een volgeladen rugzak. De jongste, nu hij acht is, kan voor de eerste keer mee en dat maakt van mijn elfjarige zoon een ervaringsdeskundige.
Samen met hem stelde ik bij onze eerste trektocht, enkele jaren geleden, enkele regels op.
‘Ten eerste, als er iets is, zeg het dan maar, het is niet goed om te zwijgen als je pijn hebt of ergens last van hebt.’ En hij voegt er nog aan toe: ‘Je moet je niet stoer gedragen, iedereen heeft het weleens lastig.’ Zijn broer luistert aandachtig. ‘Ten tweede: als je iemand kan helpen, dan help je, en al zeker als iemand het lastig heeft.’
En de derde regel? ‘Samen genieten natuurlijk’, antwoordt zijn broer, ‘van ons avontuur.’
Dat er wat chocolade en snoep in onze rugzakken zit, helpt daarbij zeker.
Ze nemen die regels ernstig, een beetje tot mijn verwondering, want thuis zijn ze niet altijd even ‘regelgevoelig’.
De oudste draagt op een bepaald moment de rugzak van zijn jongere broer, ze verwonderen zich over de natuur, ze genieten van hun eigen inspanning.
‘s Avonds in de tent, als de zak snoep volledig leeg is, lees ik op mijn smartphone het nieuws. De uitspraken van CM-voorzitter Luc Van Gorp, de felle uithalen van de ene politicus naar de andere, het oorlogsgeweld op verschillende plaatsen, de succesverhalen van BV’s. Ook in de Kerk ontstaan er hevige discussies over een nieuw kerkelijk document. Het lijkt soms of misnoegdheid, verdeeldheid en stoerdoenerij de brandstof van onze samenleving en kerkgemeenschap geworden zijn.
Het roept spontaan de vraag op welke regels we als samenleving voor ogen houden, waartoe we ons gezamenlijk willen engageren. De drie regels van onze staptocht lijken me misschien een goed begin.
Reageren? Mail naar koen.vlaeminck@kerk.net