In de basiliek van Scherpenheuvel prijkt boven het hoofdaltaar een prachtig schilderij van de tenhemelopneming van Maria door Theodoor van Loon. Een statige figuur stijgt op, omringd door personen die haar blijkbaar naar de hemel begeleiden en engeltjes die haar daar opwachten. Dit schitterende schilderij wijst erop dat wij gebeurtenissen van geestelijke aard graag een fysieke vorm geven. De hemelvaart wordt dan uitgebeeld als het opstijgen naar een atmosfeer die boven de wolken ligt; de wolken onttrekken het hemelse aan onze zintuigen.
Dit in de veronderstelling dat de hemel ergens boven de wolken ligt.
Over de hemelvaart van Jezus zegt de Schrift: ‘Toen Hij dit gezegd had, werd Hij voor hun ogen omhoog geheven en opgenomen in een wolk’ (Hnd 1, 9). Toen Jezus op de berg Tabor was met drie leerlingen ‘veranderde Hij van gedaante’ (Mt 17, 2) en toen de Onbevlekte Ontvangenis aan Bernadette Soubirous verscheen, kwam ze plots in de grot van Massabielle en verdween ze weer even plots na het gesprek.
Een nieuwe levensstaat
Het is dus duidelijk dat de verheerlijkte Maria niet enkel de menselijke gedaante behoudt, maar dat ze opgenomen is in de tijdloze en ruimteloze aanwezigheid van God zelf, bij haar zoon Jezus. Ze is aan het menselijke oog onttrokken omdat ze in een nieuwe levensstaat opgenomen is. Maria is bij God. Ze is niet gestorven, want de dood is een resultaat van de zonde – als ‘onbevlekte ontvangene’ kon ze immers niet blootgesteld worden aan de dood.
Als we ons willen voorstellen hoe de dormitio, het ‘inslapen’ van Maria, gebeurd zou kunnen zijn, kunnen we ons herinneren dat ze door Jezus toegewezen was aan Johannes en dus in het huis van Johannes woonde. Op die dag, toen ze ingeslapen is, kwam Johannes bezorgd naar haar kamer ... en ze was er niet, terwijl het matje waarop ze geslapen had netjes opgevouwen lag op zijn plaats.
God had haar lichamelijke levensstaat gewisseld voor de verrezen staat, ze was bij haar Zoon.
Zo overstijgt ze het lichamelijke bestaan om in alle vrijheid te bestaan in wat wij ‘de hemel’ noemen.
Een gebed dat doet bidden
Toch was er nog een onderscheid tussen haar ‘verrezen’ bestaan en dat van Jezus. Hij is door de Geest verrezen uit eigen kracht. Maria echter ‘wordt’ door haar zoon opgeheven, ze ‘krijgt’ een plaats bij hem. Hij ‘stuurt’ haar vanuit haar nieuwe bestaan naar de mensen met een boodschap, ze neemt dan weer de lichamelijke vorm aan om die opnieuw los te laten na de boodschap. Zo moest Bernadette op haar wachten, tot ze haar plots te zien kreeg om haar later te zien verdwijnen, naar de hemel.
Verlost van alle ruimtelijke banden kan Maria nu zorgen voor de verlossing van de mensen, overal ter wereld.
Meer nog dan ooit tevoren is zij de moeder van de Kerk die de gelovigen verbindt met haar Zoon. Aarde en hemel zijn één in haar. Ze is bekommerd om alle mensen en ook om diegenen die door de dood van de wereld verdwenen zijn en rusten in de verwachting van opgenomen te worden in het Koninkrijk. Zo opent ze de weg naar Christus, zo komt het rijk van God dichterbij en wordt het bereikbaar voor de mensen. Door haar bemiddeling ontvangen de mensen de genade die nodig is om Christus te volgen op de weg van het evangelie.
Als moeder van de Kerk begeleidde Maria de apostelen.
Ze was tijdens haar leven vervuld van de Heilige Geest en beter dan wie ook begreep ze de opdracht die Jezus aan zijn leerlingen gegeven had. Vanuit haar verheven levensstaat bij de apostelen begeleidt ze nu de zoekende mensheid. De Geest die in haar leeft, bidt voor de bekering van de wereld. Dat gebed doet ook ons bidden en geeft ons het gevoel dat we intreden in de wereld waar Maria nu verblijft, in de aanwezigheid van haar Zoon Jezus. Zo verbindt zij ons met de hemel.
Haar boodschap doorgeven
Het geheim is dat ze vanuit haar verheven bestaan aan de mensen in de hele wereld de mogelijkheid schenkt om – vanop welke plaats en in welke tijd ook – haar te bereiken en tot haar te bidden. In het ‘uur van onze dood’ zullen we het best begrijpen wat het betekent Maria aanwezig te weten bij de ontmoeting die ons op dat moment te wachten staat. Meer nog dan op om het even welk ander moment zal ze dan haar taak van moeder van alle mensen op zich nemen en de deur openen naar het eeuwig licht.
Paus Paulus VI benadrukt dat het die eenheid is tussen Maria en haar zoon Jezus die haar deed begrijpen dat God ‘de voorkeur geeft aan de kleinen en de onderdrukten, en dat Hij de machtigen van hun troon verdrijft’, zoals we in het Magnificat bidden (Lc 1, 51-53). Haar tussenkomsten tonen ons dat ze aan kleine mensen uit arme gezinnen de opdracht geeft haar boodschap door te geven. De kleine Bernadette moet de boodschap overbrengen aan de pastoor van de parochie. We zien in haar de begeleidster van de weg die de Kerk gaat, ze was erbij toen de leerlingen hun taak opnamen om Christus in de hele wereld aanwezig te brengen en de Kerk vorm te geven.
Maria heeft de taak die Jezus haar gaf op zich genomen toen Hij aan Johannes zei: ‘Dat is je moeder’ (Joh 20, 27). Ze geeft aan de Kerk en aan de kleinen en eenvoudigen een plaats bij haar Zoon in de hemel.
mgr. Luc Van Looy
• Deze bijdrage verscheen eerder in ‘Maria, middelares en koningin’ (juli/aug 2023). Hier lees je meer over dit tijdschrift en kan je je ook abonneren.