Johann Sebastian Bachs Matthäus-Passion is een topper van de klassieke muziek. Zeker in de Lage Landen wordt het werk in de periode vóór Pasen vaak uigevoerd. Philippe Herreweghe en zijn Collegium Vocale Gent brachten het al 243 keer ten gehore. In de jaarlijkse hitparade van de klassieke zender staat het steevast op nummer één.
In Duitsland, waar de 'grote passie' ontstond, wordt er echter spaarzaam mee omgegaan. Waarom is onduidelijk, maar feit is dat Bach zelf het geheel zag als een ruime cantate over Jezus' lijden en dood voor Goede Vrijdag.
De Nederlandse muziekjournalisten Mischa Spel en Floris Don proberen voor een publiek van leken de magie van de passie te verklaren. Bach was diep religieus en de tekst is een en al religie. Basis voor de verklaring is niet enkel de tekst, maar ook de muziek. Al vooraf wordt een mythe opgeheven: tachtig procent van Bachs cantates heeft het muzikale en inhoudelijk-religieuze niveau van de passie.
Spel en Don polsen experts, meestal musici van wereldniveau die ervaring hebben met Bachs passie, naar hun inzichten over de onderscheiden delen. Dat levert vele inzichten op. Zo begint Bach in de toonsoort e-klein, wat symbool stond voor droefenis, en verwijst Bach in de eerste maten naar een statige Franse dans die tombeau heette.
Dirigent Philippe Herreweghe geeft toe dat hij nog altijd meer vragen dan antwoorden heeft. "Graag zou ik eens met Bach zelf van gedachen wisselen," zegt hij "alhoewel ik vermoed dat een groot deel van de symboliek die wij uit de partituur halen, Bach er hooguit onbewust in heeft gestopt."