Wachten ... Wachten is een kunst die in onze jachtige tijd vaak vergeten wordt. Hoe mooi is het niet te wachten op… en nog 10 dagen, nog 9 dagen, nog 8 dagen, nog... te wachten op de Komst van De Sint. Maar vaak is hij al bij voorbaat gekomen. We willen niet aanschuiven en wachten voor een loket, voor de dokter, voor... Het moet allemaal zo rap gaan! We willen al rijp fruit hebben als we de jonge boom amper geplant hebben. Te dikwijls verkijken we ons in onze hebzucht en ontdekken we dat het fruit er van buiten zo aanlokkelijk uitziet, terwijl het van binnenin nog niet rijp is. We zijn ondankbaar en teleurgesteld en gooien het ding vlug weg in onze wegwerpmaatschappij. Het moet allemaal zo rap gaan en ouderen zeggen: ‘Is ‘t weeral bijna Kerstmis?
Van ‘af-wachten’ naar ‘ver-wachten’... Het is dus meer dan wachten en met onze vingers draaien. Het is een ‘actief uitzien’. ‘Advenire’ is als wachten op de ‘aankomst’, het komen van de Heer. Als wachten op ‘den arrivee’ van de renners. Het is ons passend voorbereiden op de komst van de Redder Jezus. Het is een tijd van voorbereiding op Kerstmis. Letterlijk betekent Advent: ‘God komt naar ons toe’. De Advent heeft in de liturgie een dubbel karakter: ruim 2000 jaar geleden. Eveneens is de Advent de periode van verwachting van Jezus' wederkomst op het einde der tijden, wanneer God alles in allen zal zijn.
De Advent omvat ongeveer vier weken... De periode naar Kerstmis toe doet ons “vol verwachting uitzien naar de Openbaring die ons te wachten staat”; we verwachten “een nieuwe hemel en een nieuwe aarde”(2 Petr.8-14). De profeet Jesaja roept dat de strafperiode van het volk in ballingschap ten einde is en ze mogen terugkeren naar het beloofde land. Een stem zal roepen: “Maak de weg klaar voor de Heer en maak een weg in de steppe; effen de weg voor God als een heerbaan door de woestijn. Ga op de bergen staan en roep, zing, met een luide stem: ‘Uw God is op komst’”! Maar we moeten vooral ‘waakzaam-zijn’, een refrein dat we in die weken voortdurend horen. “Dan zal de Heer zijn schapen samenbrengen en met zachte hand geleiden”(Jesaja 40,1-11). Maar niet zonder eerst een schuldbelijdenis naar de Heer toe. “We zijn als afgevallen bladeren en de wind van onze zonden heeft ons meegevoerd” (Jes.63-64). Het Evangelie herneemt die woorden van Jesaja en ziet ze in vervulling gaan in de prediking van Johannes de Doper die ons oproept tot wachten en ommekeer. Jezus vraagt ons op onze hoede te zijn, “want we weten niet wanneer het ogenblik aanbreekt dat de ‘Heer des Huizes’ komt” (Mc. 13, 33-37).
Advent is... Wachten de donkere tijd, stilstaan in het nu, hopen op de morgen dat het beter zal gaan, zorgen voor mensen van bij ons die wij gewoon vergaten en God vragen weer opnieuw bij ons te komen.