Wat de liturgie ons leert
De teksten van de liturgie kunnen ons ook veel leren over de betekenis van de Veertigdagentijd. De 'prefatie', die tijdens de eucharistieviering net na de offerande en net voor het tafelgebed gebeden wordt, is een ideale tekst om de liturgische tijd waarin wij ons bevinden te begrijpen, omdat ze altijd de kleur aangeeft die deze tijd kenmerkt. In wat volgt staan we stil bij de twee prefaties van de Veertigdagentijd die in het missaal terug te vinden zijn.
De twee prefaties
Prefatie I begint zo: 'Gij gunt uw gelovigen de vreugde ...' De Veertigdagentijd is dus een tijd van vreugde. Hier voelen wij ons misschien niet mee vertrouwd. In onze opvoeding is ons mogelijk meegegeven dat de Vastentijd eerder een barre tijd is. Maar, als wij de vastentijd begrijpen vanuit zijn einddoel – naderen tot God, tot de naaste en tot onszelf – is het zeker een tijd van vreugde.
Prefatie II verwoordt dit zo: 'Gij schenkt ons een heilzame tijd ...' Vreugde en heil zijn met elkaar verweven: als wij ons dankzij de genade en volgehouden trouw een beetje vernieuwen, is deze heilzame tijd een tijd van vreugde, een vreugde die zachtjesaan opborrelt.
Zowel prefatie I als prefatie II benadrukken de zuiverheid waartoe deze vreugdevolle tijd ons moet brengen: '... om jaarlijks met een zuiver hart naar het paasfeest toe te gaan' of '... om ons hart weer zuiver te maken'. De zuiverheid is best te begrijpen als een soort grote kuis die wij in de lente of in de zomer houden. Deze tijd zuivert ons 'van zelfzucht en zonde', lezen wij in prefatie II. Zonde is weer een woord dat wij niet graag horen, maar wij zullen er veel over horen spreken in de liturgische teksten van deze Veertigdagentijd. Wij kunnen al stellen dat het woord geen morele maar wel een spirituele werkelijkheid dekt.
Vervolgens krijgen wij de drie boetepraktijken te horen: '... dit is een tijd om zich meer toe te leggen op het bidden, van grotere aandacht voor de liefde tot de naaste...', waarbij 'wij het vergankelijke zo gebruiken dat ons hart gericht blijft op het eeuwige'. Bidden, aalmoezen geven en vasten: hierover hoorden wij vooral in het evangelie van Aswoensdag. Jezus zegt erover dat wij ze in het geheim moeten beoefenen en dat wij er een loon voor zullen ontvangen bij de Vader. Het loon dat wij ontvangen door deze boetepraktijken, wordt uiteindelijk zo verwoord: 'Zo groeien wij tot de volheid der genade die Gij uw kinderen hebt toegezegd'. De Vastentijd brengt ons terug tot het kindschap Gods, waartoe wij zijn '... herboren in de sacramenten'. Wij kennen zeker het evangelie van de verloren zoon die uiteindelijk terugkeert naar zijn barmhartige vader en de vreugde ervaart om opnieuw als zijn kind aangenomen te worden. Dit evangelie vat goed de geest van de Veertigdagentijd samen: verandering, vernieuwing, verankering, voorbereiding, heil, vreugde, kindschap Gods.
Ik wens jullie een 'zalige' Vastentijd!
Jan Verheyen, pastoor-deken