Dierbare broeders en zusters!
In een tijd waarin ijzige winden van oorlog en onderdrukking waaien en we vaak geconfronteerd worden met allerlei vormen van polarisatie, zijn we als Kerk een synodaal proces begonnen: we voelen de hoogdringendheid om samen op weg te gaan waarbij we een geest van luisteren, deelnemen en delen cultiveren. Samen met alle mannen en vrouwen van goede wil willen wij helpen om de mensenfamilie op te bouwen, haar wonden te helen en haar naar een betere toekomst te leiden. Op deze 59ste Wereldgebedsdag voor Roepingen zou ik met u willen nadenken over de ruimere betekenis van ‘roeping’ binnen de context van een synodale Kerk die luistert naar God en naar de wereld.
Geroepen om samen een belangrijke rol op te nemen in de zending van de Kerk
Synodaliteit, het samen op weg gaan, is een roeping die fundamenteel is voor de Kerk. Alleen tegen deze achtergrond is het mogelijk de verschillende roepingen, charisma’s en bedieningen te onderscheiden en te waarderen. We weten dat de Kerk bestaat om te evangeliseren, om naar buiten te treden en om het zaad van het Evangelie in de geschiedenis te zaaien. Deze zending kan alleen volbracht worden als alle pastorale sectoren samenwerken en, wat nog belangrijker is, als alle leerlingen van de Heer erbij betrokken worden. Want vanuit het ontvangen doopsel zijn alle leden van het volk van God missionaire leerlingen geworden (cf. Mt 28,19). Alle gedoopten, ongeacht hun functie in de Kerk en hun niveau van opleiding in het geloof, zijn actieve bewerkers van de evangelisatie (Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium, nr. 120). We moeten oppassen voor een mentaliteit die een onderscheid maakt tussen priesters als hoofdrolspelers en leken als uitvoerders, en we dienen de christelijke zending te volbrengen als het ene volk van God, leken en herders samen. De Kerk als geheel is een evangeliserende gemeenschap.
Geroepen om zorg te dragen voor elkaar en voor de schepping
De betekenis van het woord ‘roeping’ mag niet verengd worden tot een eenzijdig verwijzen naar hen die de Heer volgen door een leven van bijzondere toewijding. Wij zijn allemaal geroepen om deel te nemen aan de zending van Christus om de verdeelde mensheid opnieuw bijeen te brengen en met God te verzoenen. Iedere man of vrouw ontvangt, zelfs
voordat hij of zij Christus ontmoet en het christelijke geloof omarmt, met het geschenk van het leven een fundamentele roeping: ieder van ons is een schepsel dat door God gewild en bemind is, ieder van ons heeft een unieke en speciale plaats in Gods gedachten. Op elk moment van ons leven zijn we geroepen om deze goddelijke vonk, die aanwezig is in het hart van iedere man en vrouw, te versterken en zo bij te dragen tot de groei van een door liefde en wederzijdse aanvaarding bezielde mensenfamilie. Wij zijn geroepen om voor elkaar te zorgen, om de banden van eensgezindheid en solidariteit te versterken, en om de wonden van de schepping te helen, zodat haar schoonheid niet vernietigd wordt. Kortom, wij zijn geroepen om één familie te worden in het prachtige gemeenschappelijke huis van de schepping, in de harmonieuze verscheidenheid van haar elementen. In deze brede zin hebben niet alleen individuen een ‘roeping’, maar ook volkeren, gemeenschappen en groepen van uiteenlopende aard.
Geroepen om Gods blik te verwelkomen
Binnen deze grote gemeenschappelijke roeping schenkt God ieder van ons een bijzondere roeping, door ons leven met zijn liefde aan te raken en het te richten op ons uiteindelijke doel, op een vervulling die zelfs de drempel van de dood overschrijdt. Zo heeft God ons leven willen zien en zo ziet Hij het nog altijd.
Men beweert dat Michelangelo Buonarroti zou gezegd hebben dat in elk blok steen een beeld schuilt en dat het aan de beeldhouwer is om het te onthullen. Als dat waar is voor een kunstenaar, hoeveel te meer is het dan waar voor God! In de jonge vrouw van Nazaret zag Hij de Moeder van God. In de visser Simon, zoon van Jona, zag hij Petrus, de rots waarop Hij zijn Kerk zou bouwen. In de tollenaar Levi herkende Hij de apostel en evangelist Matteüs. In Saulus, een hardvochtige vervolger van christenen, zag Hij Paulus, de apostel van de heidenen. Zijn liefdevolle blik bereikt ons altijd, raakt ons aan, bevrijdt ons en verandert ons, maakt ons tot nieuwe mensen.
Dat is wat er gebeurt in elke roeping: we worden geraakt door de blik van God, die ons roept. Roeping is, net als heiligheid, geen buitengewone ervaring die slechts aan enkelen voorbehouden is. Zoals er heiligheid te vinden is naast onze deur (cf. Apostolische exhortatie Gaudete et Exsultate, nrs 6-9), zo is er ook een roeping voor iedereen, omdat ieder mens door God gezien en geroepen wordt.
Volgens een spreekwoord uit het Verre Oosten ziet een wijze, kijkend naar een ei, een adelaar; kijkend naar het zaad, een grote boom; kijkend naar een zondaar, een heilige. Zo kijkt God naar ons: in ieder van ons ziet Hij een zeker potentieel, soms zonder dat we het zelf beseffen, en ons hele leven lang werkt Hij onvermoeibaar opdat we dit potentieel ten dienste zouden stellen van het algemeen welzijn.
Zo komen roepingen tot stand, dankzij de kunst van de goddelijke beeldhouwer die ons met zijn ‘handen’ uit onszelf laat komen, zodat het meesterwerk waartoe wij geroepen zijn, in ons zichtbaar wordt. Het Woord van God, dat ons bevrijdt van zelfgenoegzaamheid, is uitermate geschikt om ons te zuiveren, te verlichten en te herscheppen. Laten we dus luisteren naar het Woord, om almaar meer open te staan voor de roeping die God ons toevertrouwt! En laten we ook leren luisteren naar onze broeders en zusters in het geloof, want hun raad en hun voorbeeld kunnen ons helpen om het plan te onthullen van God, die ons altijd nieuwe wegen wijst om te volgen.
Geroepen om Gods blik te beantwoorden
Gods liefdevolle en scheppende blik bereikte ons op een geheel unieke manier in Jezus. Over de rijke jongeling zegt de evangelist Marcus: Jezus keek hem aan en ging van hem houden (10,21). Deze liefdevolle blik van Jezus, rust op ieder van ons. Broeders en zusters, laten we ontvankelijk zijn voor deze blik die ons boven onszelf doet uitstijgen! Laten wij ook leren elkaar met deze blik aan te kijken, zodat alle mensen met wie wij leven en die wij ontmoeten – wie dat ook mogen zijn – zich aanvaard voelen en ontdekken dat er Iemand is die met liefde naar hen kijkt en hen uitnodigt om hun mogelijkheden ten volle te ontplooien.
Ons leven verandert als we deze blik verwelkomen. Alles wordt een roepingsgesprek tussen onszelf en de Heer, maar ook tussen onszelf en anderen.
Een gesprek, wanneer het echt diepgaand is, doet ons almaar meer worden wie we zijn. In de roeping tot het gewijde priesterschap worden we instrumenten van Christus’ genade en barmhartigheid; in de roeping van het godgewijde leven, worden we Gods lofzang en profeten van een nieuwe mensheid; in de roeping van het huwelijk worden we een wederzijds geschenk, voortbrengers en opvoeders van leven. In elke kerkelijke roeping en in elk kerkelijk ambt worden we geroepen om met Gods ogen naar anderen en naar de wereld te kijken, het algemeen welzijn te dienen en liefde te verspreiden in woord en daad.
In dit verband zou ik de ervaring van dr. José Gregorio Hernández Cisneros willen vermelden. Toen hij als arts in Caracas in Venezuela werkte, wilde hij deel uitmaken van de franciscaanse lekenorde. Later overwoog hij monnik en priester te worden, maar zijn gezondheid liet dat niet toe. Hij kwam tot het inzicht dat zijn roeping het beroep van arts was, waarin hij zich vooral ten dienste stelde van de armen. Hij zette zich zonder voorbehoud in voor de zieken die getroffen werden door de Spaanse griepepidemie die op dat moment de wereld teisterde. Hij werd door een auto aangereden en stierf, toen hij een apotheek verliet waar hij medicijnen voor bejaarde patiënten gekocht had. Als voorbeeldig getuige van wat het betekent de roeping van de Heer te aanvaarden en zich ten volle eraan toe te wijden, werd hij een jaar geleden zalig verklaard.
Geroepen om een broederlijke wereld op te bouwen
Als christenen ontvangen wij niet alleen individueel een roeping, we worden ook samen geroepen. Wij zijn als de stukjes van een mozaïek. Elk stukje is mooi op zichzelf, maar alleen samen vormen ze een beeld. Ieder van ons straalt als een ster in het hart van God en aan het firmament van het heelal. Maar tegelijkertijd zijn wij geroepen om sterrenbeelden te vormen die het pad van de mensenfamilie kunnen oriënteren en verlichten, te beginnen met de plaatsen waar we leven. Dit is het mysterie van de Kerk: in het samengaan van de verschillen is zij een teken en een instrument van alles waartoe de hele mensenfamilie geroepen is. Daarom moet de Kerk almaar meer synodaal worden: in staat om samen op weg te gaan in een harmonieuze verscheidenheid, waar iedereen actief kan deelnemen en iets in te brengen heeft.
Wanneer wij over ‘roeping’ spreken, gaat het dus niet alleen over het kiezen van een of andere levenswijze, over het wijden van je leven aan een bepaald ambt of het je aangetrokken voelen door het charisma van een religieuze familie, beweging of kerkelijke gemeenschap. Het gaat erom Gods droom waar te maken, het grote visioen van broederlijkheid dat Jezus koesterde toen Hij tot de Vader bad: Dat ze allen één mogen zijn (Joh 17,21). Elke roeping in de Kerk, en in ruimere zin ook in de samenleving, draagt bij tot een gemeenschappelijk doel: onder mannen en vrouwen die harmonie van de vele verschillende gaven, die alleen de Heilige Geest tot stand kan brengen, te laten schitteren.
Priesters, gewijde mannen en vrouwen, lekengelovigen: laten wij samen op weg gaan en samenwerken om te getuigen van de waarheid dat één grote, in liefde verenigde mensenfamilie geen utopie is, maar het doel zelf waarvoor God ons geschapen heeft.
Laten wij bidden, broeders en zusters, dat het Volk van God, te midden van de dramatische gebeurtenissen van de geschiedenis, almaar meer gehoor mag geven aan deze oproep. Laten wij het licht van de Heilige Geest afsmeken, opdat wij allen onze plaats mogen vinden en het beste van onszelf mogen geven in dit grote goddelijke plan!
Rome, Sint-Jan van Lateranen, 8 mei 2022, vierde paaszondag.
Franciscus