Op een keer was Jezus ergens aan het bidden. Toen hij daarmee ophield, zei een van zijn leerlingen tegen hem: “Heer, leer ons bidden, zoals Johannes ook zijn leerlingen leerde bidden.” (Lucas 11,1)
We kennen allemaal wel eens van die dagen waarop we tot de wereld zouden willen uitschreeuwen: “Val me nu niet lastig.” Ieder heeft recht op zo’n momenten, ook al is het niet prettig voor wie dan juist aan de andere kant staat. Soms is het omgekeerde even moeilijk: iemand anders durven lastig vallen.
God laat zich 'lastigvallen'
Abraham schaamde zich er niet voor om meer dan eens aan te dringen bij God om de stad te sparen, op de duur omwille van nog slechts tien rechtvaardigen - we horen het in de eerste lezing (). Het zegt iets over de band die gegroeid is tussen Abraham en God. Durven vragen en blijven (Genesis 18,20-32) aandringen doe je maar als je erop vertrouwt dat die ander je zal willen horen. De Bijbel tekent ons hier een beeld van een God die zich laat ‘lastigvallen’, die je kunt aanklampen en aanspreken. Maar ook is het een God die bereid is te vergeven, die barmhartigheid weet te betonen, ook al ging je zelf over de schreef. Want samen met de rechtvaardigen vraagt Abraham ook om het sparen van de onrechtvaardigen.
Vragen wat God van ons verlangt
In het evangelie krijgen we van Jezus een gelijkaardig beeld van God (Lucas 11,1-13). Hij wordt er vergeleken met een vriend die je ook ’s nachts, als iedereen in bed ligt, mag lastig vallen. Jezus laat ons hier kennismaken met een God die elk moment bereikbaar is, die je mag aanklampen en om hulp vragen. Wat niet betekent dat elke vraag, elke smeekbede zomaar ingewilligd wordt. In het Onzevader klinkt het aan het begin dat niet onze naam geheiligd wordt, maar wel uw naam – Gods naam dus. En ook dat niet ons rijk maar wel Gods rijk zou mogen komen. In het vragen aan God staan niet onze eigen verlangens voorop. Maar wel wat God voor ons verlangt, wat Hij als onze bestemming ziet. Maar of een gebed al dan niet verhoord wordt op de manier zoals wij dat zouden willen, het evangelie verzekert ons dát God naar ons luistert, dat onze noden en bekommernissen Hem ter harte gaan.
Durf en vertrouwen
Iemand lastigvallen vergt moed en durf van de vrager, zo leert ons het verhaal van Abraham uit de eerste lezing. Maar ook vraagt het om het vertrouwen dat de ander jou graag ziet en dat hij vanuit die liefde bereid is om de last mee te dragen. Soms zullen we in dat vertrouwen gekwetst worden. Maar af en toe zal het ook bijdragen tot een grotere verbondenheid met elkaar, wanneer we te kennen durven geven hoezeer we elkaar nodig hebben. Mogen we dat zo ook ervaren in ons bidden tot God.
(jh)