God of de mammon
Als het over geld gaat, spitsen we de oren. Hoe we er ook over denken, geld is niet weg te denken uit de samenleving. Zelfs in de evangelies wordt nogal eens over geld gesproken. Maar daar is het vooral om duidelijk te maken dat de manier waarop mensen met geld omgaan hun verhouding tot God bepaalt. Je kunt geen twee heren dienen, God en de mammon (dat is de geld-afgod), luidt het in het evangelie van zondag. Als je slaaf van je bezit bent, kun je niet vrij zijn voor God.
Rentmeester
In de parabel die Jezus erbij vertelt, gaat het over een rentmeester (Lucas 16,1-13). Dat is iemand die de bezittingen van zijn meester moet beheren en doen renderen. Ook rentmeesters komen we in de evangelies regelmatig tegen. Niet te verwonderen. Want we zijn in zekere zin allen rentmeesters. Rentmeesters van de schepping! Het is een echt Bijbelse gedachte dat we geen eigenaars zijn van de schepping, van wat we bezitten. Alles wat we hebben, hebben we gekregen van de Schepper, ook al hebben we er misschien zelf hard voor gewerkt. Eigendom is zeer relatief. Wat we hebben, hebben we in bruikleen. We zijn er de beheerders van. En we zijn rekenschap verschuldigd over de manier waarop we er gebruik van maken. Wat doen we ermee?
Gelijkwaardigheid
Met de rentmeester in de parabel is nog meer aan de hand. Hij is eigenlijk niet zo betrouwbaar. Maar als hij in het nauw dreigt te komen, toont hij zich sluw. Hij weet zich op een behendige manier te bevrijden uit zijn nare positie. Net die behendigheid wordt door Jezus tot voorbeeld gesteld. Dat kan ons verwonderen. Maar wat blijkt? In de bereikte regeling hebben de rentmeester en de schuldenaars elkaar even nodig. Het brengt een vorm van gelijkwaardigheid tussen hen tot stand. Gelijkwaardigheid in menselijke relaties, daar is het Jezus altijd om te doen. Als zelfs de ‘onrechtvaardige mammon’ daartoe kan bijdragen, hoezeer zou het dan niet mogelijk moeten zijn voor de ‘kinderen van het licht’, voor hen die geloven in Gods droom?
Gods droom
Als christenen die deze droom ter harte nemen, moet er geen rem staan op de creativiteit om met de boodschap van het evangelie elke vorm van onrecht te bestrijden. Als christenen mogen we dan te vinden zijn overal waar scheidingsmuren tussen rijk en arm, tussen slaaf en machthebber afgebroken worden. In kleine acties die de solidariteit tussen mensen aanscherpen en mogelijk maken. Maar ook in grotere acties zoals die van Broederlijk Delen of Welzijnszorg waar mensen uitgenodigd worden tot solidariteit met de bredere gemeenschap. Dan stellen we de onrechtvaardige mammon juist ten dienste van Gods droom, een meer rechtvaardige wereld.