Ik ben Gisèle Reynvoet, 75 jaar, gehuwd met Richard Welvaert. Wij zijn allebei geboren in Oostakker en zijn daar al die tijd blijven wonen. Ik heb les gegeven in het lager onderwijs, maar ik vond de opvoeding van mijn kinderen ook belangrijk. Daarom had ik besloten, als onze 2de zoon geboren werd, in 1974, om mijn carrière tijdelijk stop te zetten. Na 2 jaar kon ik uiteraard mijn werk op dezelfde school hervatten. Maar aangezien ik toen opnieuw zwanger was heb ik dit definitief stopgezet.
Bij de geboorte van onze 3de zoon is ons leven helemaal veranderd. Het kind bleek zeer zwaar gehandicapt te zijn. Dit was een moeilijke periode maar, wij hebben geprobeerd om dit samen te verwerken, en het is ons ook gelukt. Dit heeft mij geleerd dat je met heel eenvoudige dingen heel blij kunt zijn. Ik weet nog goed, de allereerste keer dat ik Geertje zag lachen, was ik zo gelukkig. Mijn reactie was: hij kan dat ook!
Na 5 jaar was er opnieuw een tegenslag, Geertje stierf. Ik heb het altijd gezegd en blijf het herhalen: “Een gehandicapt kind hebben is niet zo erg, het kind verliezen, dat is pas heel erg.”
De periode die daarop volgde was uiterst moeilijk. Maar hier heb ik ook ervaren dat mijn geloof mij de moed gegeven heeft om verder te doen. Ik heb vaak ervaren als ik in de put zat, hielp mijn man mij er steeds weer bovenop. Andersom was dat ook zo. Dit leek aanvankelijk een raadsel tot ik besefte dat het dank zij ons geloof was dat we ‘samen sterk’ waren. In momenten van verdriet is God dicht bij jou.
Ik was thuis om voor mijn gezin te zorgen, en toen kwam er opnieuw een lichtpuntje in mijn leven. In 1991 was er een lerarentekort en werd ik aangesproken door iemand, die toen directrice was, of ik geen zin had om opnieuw in het onderwijs te stappen. Ik aarzelde maar ik kreeg de steun van heel mijn gezin. Hiervoor ben ik hen nog steeds heel dankbaar. Ik besloot om dit opnieuw te proberen. Dit lukte aardig en ik ben in het onderwijs gebleven tot mijn pensioenleeftijd.
In de jaren dat ik thuis was om voor mijn gezin te zorgen werd ik gevraagd om lid te worden van de toenmalige parochieploeg. Ik heb dit verschillende jaren gedaan. Ik werd toen ook vormselcatechiste. Later werd mij ook gevraagd om als vrijwilliger mee te werken op het parochiesecretariaat. Ik wou daar even mee wachten tot ik met pensioen ging. Maar vanaf de eerste dag van mijn pensioen werd ik opnieuw aangesproken en heb ik dit aanvaard. Ik doe dit nog steeds en ik maak ook deel uit van de huidige Bavoploeg.
Met mensen samenwerken maakt mij gelukkig. Het doet deugd te ervaren dat er nog zoveel positieve ingesteldheid is. Door op een respectvolle manier met elkaar om te gaan kan je heel wat bereiken. Daarom zeg ik oprecht, dank u wel, aan iedereen.