Toen Jezus hoorde dat Johannes de Doper gevangen genomen was, keerde hij terug naar Galilea. (…) Van toen af begon hij de mensen toe te spreken. Hij zei: “Bekeer u, begin een nieuw leven, want het hemelse koninkrijk is nabij.” (Matteüs 4,12-23)
Uitwijken
Aan het begin van het evangelie dat we zondag in de liturgie horen, klinkt het dat Jezus uitwijkt naar Galilea. Wie uitwijkt, doet dit meestal niet voor zijn plezier. Ook bij Jezus gebeurt het noodgedwongen. Johannes de Doper was gevangen genomen en Nazaret, het dorp van Jezus’ afkomst, voelde voor hem niet meer veilig aan. Maar ook als kind al moesten zijn ouders met Jezus uitwijken om te ontsnappen, toen aan Herodes. En nog op andere momenten van zijn leven zal hij de wijk dienen te nemen, bijvoorbeeld als de mensen hem tot koning willen uitroepen. Jezus’ leven is op die manier van het begin tot het eind getekend door een op de vlucht zijn, overal nergens thuis. Maar gaandeweg zal blijken dat hij daarin net zijn bestemming vindt: in het zich verbinden met mensen die wegens allerlei reden moeten uitwijken.
Geroepen worden
Zelf denken we daarbij aan de vele mensen die op de vlucht gaan voor uitzichtloze armoede of voor oorlog en geweld dat hun land splijt en uiteenrijt. Maar we denken evenzeer aan mensen hier bij ons die om welke reden ook werkloos en dakloos worden, noodgedwongen op straat gaan leven, uitwijken naar de rand van de samenleving. Voor al die mensen dolend in het donker wil Jezus een licht zijn. Daarin herkent hij zijn roeping, zijn zending. Een zending die hij niet wil ontwijken, maar er zijn levensprogramma van maakt. Dat wordt duidelijk uit de daden die hij stelt; hij doet ziekten en kwalen uitwijken om mensen vrij te maken. En het blijkt ook uit zijn oproep om zich te bekeren. Je bekeren kun je ook zien als een soort van innerlijk uitwijken, maar dan in de richting van God. Zoals we dat zien gebeuren bij de roeping van de eerste leerlingen. Ze laten hun vertrouwde leven achter, in dit geval hun beroep als visser, om zich doelbewust te keren naar Jezus en zijn boodschap. Ze zullen niet langer vissen vangen, maar mensen redden.
Bekering
Misschien kunnen ook wij hierin een bestemming zien: uitwijken, niet om van huis of thuis te veranderen, ook niet om te vluchten voor iets, maar om Hem te herkennen die licht kan zijn in onze duisternis. Om Hem te volgen die ons oproept daar te zijn waar we zelf licht voor anderen kunnen zijn. Soms wordt dit voor mensen een echte vorm van bekering. Opnieuw herkennen waar en hoe ze er kunnen zijn voor anderen. Dat gebeurt meestal niet op één enkel moment. Het is iets waar je elke dag moet aan werken. Uitwijken – loskomen! - van al te persoonlijke bindingen en beslommeringen, om met blijdschap je ware bestemming te vinden. En zo het licht te zien dat ons wenkt en verlicht in onze meest donkere momenten.
(jh)