‘Doe goed, zoek recht’ (Jesaja 1,17)
Diaken Dirk ging voor in dit zoomgebed op de voorlaatste dag van de gebedsweek voor de éénheid onder de christenen. Samen met Ute, zijn echtgenote, stak hij eerst een kaars aan met de afbeelding van de apostelen rond het kruis: symbool van hun eenheid rond Christus.
‘In gebed stemmen christenen hun hart af op het hart van God, om lief te hebben wat Hij liefheeft en om te beminnen zoals Hij. Integer gebed stemt dus het hart van alle christenen af om, hun verdeeldheden overstijgend, te beminnen wat God bemint, wie God bemint en hoe Hij bemint en om deze liefde in onze daden tot uitdrukking te brengen.’
Deze woorden komen uit de inleiding op het zoomgebed en werden afgesloten met het mooie lied: ‘Wij gaven and’re namen’ (ZJ 730).Ik vond het zo’n mooi en passend lied dat ik het hier graag toevoeg:
Wij gaven and’re namen aan wie met ons tezamen ten dis ontboden zijn; toch zijn wij tochtgenoten: hartsvrienden en genoden op ’t feest van brood en wijn. Gij zijt voor allemensen, voorbij aan muur en grenzen, gestorven op het kruis: o, roep uit alle dalen, uit alle stammen, talen, uw kind’ren weer naar huis.
Wanneer Gij ons van boven in wond’ren doet geloven, dan wordt ons heimwee waar: wij zullen tot een teken met twist en tweedracht breken en één zijn met elkaar.
Als evangelie werd het “Magnificat’ van Maria gekozen (Lc. 1,46-55).
In zijn homilie ging Dirk hier verder op in:
‘In de brochure van de gebedsweek lees ik dat het gemakkelijk is om het geloof van wie tot andere christelijke gemeenschappen behoren over het hoofd te zien of te onderschatten, vooral als het om kleine gemeenschappen gaat. Maar de Heer maakt zijn volk één door de vernederden een hoge plaats te geven, zodat de waarde van iedereen erkend wordt. Wij zijn geroepen te kijken zoals Hij kijkt en elk van onze christelijke broeders en zusters te waarderen zoals Hij hen waardeert.
Ik zou hier willen stellen dat het niet enkel gemakkelijk is het geloof van wie tot andere christelijke gemeenschappen behoort, over het hoofd te zien, maar eveneens van iedereen die binnen onze Katholieke Kerk, ook binnen onze eigen kerkgemeenschap, een beetje anders denkt. Nu we hier vanavond met enkel ‘katholieken’ onder mekaar zijn, zou ik het thema van een gebedsweek voor de éénheid onder de Christenen ook willen inbreiden en pleiten voor een grotere verdraagzaamheid voor zij die misschien een andere mening hebben over pastoraal, liturgie of gemeenschap. Het zou al mooi zijn dat we die verscheidenheid zouden koesteren. Ja, onze gemeenschap mag in die zin gerust een diamant worden genoemd. Als door een diamant licht wordt gestuurd, valt dat ook door het prisma in verschillende kleuren uiteen. En ja, die schittering is nu net de sterkte.’
Ook in de voorbeden werd gebeden voor eenheid en verzoening maar ook voor alle mensen die zoals Maria God ter sprake brengen en mensen naar God brengen.
Met het lied ‘Mogen allen één zijn’ (ZJ 373) en de zegen werd dit zoomgebed beëindigd.
We mochten ook nu weer ervaren dat samen bidden verbondenheid schept.
Pastor Chris