tijd hebben, de riem eens afleggen van dat dagelijkse ritme van moeten werken, organiseren, vergaderen of druk bezig zijn. Neem je tijd en geniet ervan met volle teugen. Neem je tijd om te rusten en uit te slapen, om op verhaal te komen bij jezelf en bij elkaar, om te genieten van de zon en van ’t getrommel van de regen op het dak, van het uitgesteld bezoek en van de toevallige ontmoeting onderweg… Neem je tijd voor die klus die je al lang had willen doen en om nadien content te zijn dat het er eindelijk van gekomen is. Neem je tijd voor elkaar, voor je liefsten, je bekenden en voor de vreemde voorbijganger en geniet van de babbel en van het ont-moeten… Neem je tijd om er eens uit te trekken Het doet er niet toe waarheen of hoe ver, Als je onderweg maar kan thuiskomen bij vrienden en bekenden, en vooral bij jezelf. Neem je tijd om niets te doen, maar om gewoon te zijn. Geniet ervan. En weet: ook in vakantie is Hij aan het gebeuren, Hij die heet: Ik ben er voor u.