Een deur die openstaat
Als je bezoek verwacht, sta je klaar om de deur open te doen en je bezoek op een hartelijke wijze binnen te laten. Als bezoeker is het aangenaam om op die manier verwelkomd te worden. Zo kunnen mensen voor elkaar zijn: een deur die openstaat, die je toelaat in de warmte en de geborgenheid van een kring waar je welkom bent. Maar ook een deur waardoor je weer naar buiten kunt gaan, om verder je eigen weg te gaan, gesterkt door wat je binnen aan warmte en vertrouwdheid mocht ervaren.
De goede herder...
In het evangelie van de vierde paaszondag (Johannes 10,1-10) past Jezus het beeld van de deur op zichzelf toe. Hij is de herder die langs de deur naar binnen gaat, niet stiekem als een rover, maar als iemand op wie je mag vertrouwen. Maar hij is zelf ook de deur langs waar de schapen naar binnen en buiten kunnen. Wie door hem naar binnen gaat, vindt redding en veiligheid. En wie door hem weer naar buiten gaat, vindt weide en leven in overvloed.
zoekt het verloren schaap.
Net voor hij dit zegt, geneest Jezus een blindgeborene. Daar is een hele polemiek met de religieuze leiders van de synagoge op gevolgd. Zij verwijten Jezus dat hij dit op een sabbat gedaan heeft en dat hij zich daarbij op God beroept. Ze vinden dat godslasterlijk. Vervolgens werpen ze de genezen blinde buiten de synagoge. Voor hem gaat de deur voorgoed dicht, hij is geëxcommuniceerd, verbannen. Maar Jezus zoekt de man weer op, zoals hij altijd op zoek gaat naar al wie verloren en verworpen is. Bij hem mag je wel binnen, hij is de deur die toegang geeft tot Gods goedheid en liefde. Op hem mag je je vertrouwen stellen, hij is de goede herder.
Geen rover zijn
De woorden van Jezus houden een krachtige veroordeling in van alle onwaarachtige leiders, van hen die zich geen herder voor hun mensen tonen, maar die hun eigen belangen vooropstellen. Helaas blijven die woorden actueel, we zien het in landen waar leiders corrupt zijn en zichzelf verrijken, waar ze niet het welzijn van allen op het oog hebben, maar zelfs op hun eigen volk laten schieten, het uithongeren, geweld en verkrachting toelaten. Anderzijds roepen Jezus’ woorden ons op om hem na te volgen en mensen te zijn die voor elkaar de deur open zetten, bij wie anderen terecht kunnen, waar ruimte is om op adem en verhaal te komen. Zo kunnen we elk onze roeping beleven om als christengelovige voor elkaar ‘goede herder’ te zijn, naar het beeld van God zelf, de Goede Herder bij uitstek.
(jh)