Het verhaal
Jezus en zijn vrienden liepen langs een grote schapenstal. ’s Nachts werden daar alle schapen uit de buurt in samengebracht, zodat ze veilig zouden zijn voor de wolven en niet zouden verdwalen. ’s Morgens vroeg kwam elke herder dan weer zijn eigen schapen ophalen.
‘Kijk,’ wees Jezus, ‘als iemand in het geheim door een kier of een spleet naar binnen dringt, of op het dak klimt om in de schapenstal te geraken, dan is dat geen herder. Het is een dief of een rover, die de schapen wil stelen. De herder van de schapen komt altijd door de deur naar binnen. De bewaker zal de deur voor hem opendoen.
Als de herder de schapen roept, luisteren ze naar zijn stem. De herder noemt al zijn schapen bij hun naam en hij leidt ze naar buiten. Hij loopt voor hen uit en ze volgen hem, want ze kennen zijn stem. Als iemand anders dan hun herder hen roept, lopen ze weg van die man. Want ze zijn bang van een stem die ze niet kennen.’
De vrienden luisterden wel naar Jezus, maar ze begrepen toch niet goed wat hij bedoelde. Daarom vertelde Jezus nog verder:
‘Ik ben als de deur waar de schapen doorheen gaan. Er kwamen al eerder mensen bij de schapen, maar dat waren dieven en rovers. Zij wilden de schapen stelen, doodmaken en opeten. Andere mensen die jullie wilden overtuigen, zijn dieven of rovers. Zij maken jullie kapot en brengen jullie niet bij jullie diepste bestemming. De schapen zouden niet naar hen luisteren, want zij zijn geen herders. Ik breng jullie naar onze Vader en naar het echte, goede leven. Als je door mij binnenkomt, ben je waar je moet zijn: dicht bij onze Vader, dicht bij waar je hart ligt. Zo kunnen jullie leven als kinderen van God.’
‘Jij bent dus onze deur’, glimlachte Johannes. ‘Als we dicht bij jou blijven, raken we niet verloren. Dan blijven we op het spoor van onze Vader.’
Jezus sloeg een arm om zijn schouders. ‘Precies!’ zei hij.
Naar Johannes 10,1-10
Tekst Kolet Janssen, ill. Roel Ottow
Denkvraag
Hoe helpt Jezus ons om dichter bij God te komen?
Doe-tip
Speel het deurspel. De groep zit in een lokaal. Eén persoon gaat naar buiten. Hij of zij beslist zelf of hij/zij in de huid kruipt van Jezus of van een valse herder. Als hij/zij aan de deur klopt, mag de groep vragen stellen, waarop de ‘herder’ moet antwoorden. Bedenk goede vragen waaruit je kunt opmaken of het echt Jezus is. Na tien vragen moet de groep beslissen of het Jezus is of niet. De persoon buiten zegt of hij/zij echt Jezus is of een valse herder. Had de groep het juist?
Voorbeeldvragen:
• Wat doe je als je een gewonde man op de weg ziet liggen?
• Hoeveel keer moet je iemand vergeven?
• Laat je de kinderen wegsturen?
• Wat doe je als je een man in een boom ziet zitten?
• …
Gebed
Lieve Jezus,
jij hebt zoveel verteld
dat we nu nog altijd van jou kunnen leren
wanneer we op de goede weg zijn.
Help ons om dicht bij jou te blijven,
zodat we samen kinderen van God zijn.
Amen.