In zijn dagboek schrijft Dag Hammarskjöld, de gewezen secretaris-generaal van de Verenigde Naties: “Niet jij kiest de weg, maar de weg kiest jou.” Dat is een zin die te denken geeft, zeker als we Jezus zondag in het evangelie horen zeggen dat hij de weg is die ons tot de Vader voert. Niet jij kiest de weg, maar de weg kiest jou …
Kies de weg
Wil dat zeggen dat die weg vanzelf duidelijk is en dat wij maar te volgen hebben? Als we de eerste lezing uit de Handelingen van de Apostelen (Hand. 6,1-7) goed begrijpen, lijkt alles daar vanzelf te gaan. Er is nood aan nieuwe medewerkers in de eerste christengemeenschap – waar niet? –, en die worden blijkbaar gemakkelijk gevonden, zonder dat iemand aarzelt of neen zegt. Daar zouden we in onze parochies en verenigingen van snoepen! Ik stel me voor dat het in werkelijkheid allemaal niet zo vlug en vanzelfsprekend verlopen is. De weg moet voor mensen vorm krijgen, rijpen, ze moeten de tijd hebben om tot inzicht en juiste keuzes te komen.
Welke weg ?
In het evangelie (Johannes 14,1-12) is het Thomas, de twijfelaar, de vragensteller, die een zekere kritische ingesteldheid behoudt: “Ja maar, Heer, wij weten niet waar gij heengaat, hoe zouden wij dan de weg kennen?” Het antwoord van Jezus is: “Geloof me toch, en geloof het anders op grond van wat ik doe. Kijk naar hoe ik geleefd heb, in al die daden zul je God herkennen. Telkens wanneer ik mensen een stem heb gegeven; telkens wanneer ik mensen kracht heb gegeven om overeind te komen; telkens wanneer ik mensen getroost of bemoedigd heb. Telkens heb je dan God gezien.”
De weg van Jezus volgen
Als christenen vinden we het boeiend om Jezus te volgen op zijn weg en ons door hem te laten inspireren. Dat brengt ons samen in de gemeenschap van de Kerk en zet ons aan tot inzet in de geest van Jezus. Die weg gaan we, ook al stoten we daarbij wel eens op obstakels, op ontgoochelingen, of is het allemaal toch niet zo duidelijk. De weg is minder uitgetekend dan we soms vermoeden. Gelukkig zijn er medestanders om die weg samen met ons te gaan. Anderen nemen ons mee en banen samen met ons aan de weg. En tijdens het gaan van die weg moeten we niet alleen vóór ons kijken, maar vooral ook opzij kijken naar de mensen om ons heen. Mensen die om een of andere reden niét meekunnen, die aan de kant van de weg gesukkeld zijn. Hen een hand reiken is niet onze weg onderbreken, maar maakt deel uit van de weg die Jezus bedoelt.
Dan – zo klinkt zijn belofte - zullen we de Vader zien. Hij roept en wenkt ons, niet vanuit een verre toekomst, maar hier en vlakbij waar we onderweg zijn. En dan is het zo juist wat die grote christen en mysticus Dag Hammarskjöld zei: “Niet jij kiest de weg, maar de weg kiest jou.”
(jh)