We waren met velen. Zondagochtend 21 mei ontvingen 56 kinderen voor het eerst de H. Communie.
Nadat we iedereen verwelkomd hadden vertelde priester Ronald over Jezus. Jezus vertelde verhalen aan de mensen die Hij op reis tegenkwam. De mensen luisterden aandachtig.
Laten wij nu ook aandachtig luisteren naar het woord van God, en we maken daarbij drie kruisjes.
Toen Jezus langs het meer wandelde zag Hij Petrus. “Kom en volg Mij” zei Jezus. “Ik ben een visser, ik moet vissen” zei Petrus. “Vanaf nu zal je mensen vissen” zei Jezus. Dat begreep Petrus niet goed, maar hij volgde Jezus. Andere mannen volgden Jezus ook.
“Jezus roept vissers om Hem te volgen” zei priester Ronald.
Vandaag kiest Jezus nieuwe vrienden. Niet om mensen te vangen maar om mensen op te vissen als ze alleen zijn, als ze arm zijn, als ze het moeilijk hebben.
Jezus wilde bij ons blijven daarom nam hij op het laatste feest brood en wijn. Hij zei: “Dit ben ik. Ik blijf bij jou telkens als je dit brood eet.” Dat is communie. God wil ons zeggen dat Hij ons graag ziet en zo dicht bij ons wil komen, dat wij Hem opeten. Net zoals opa’s en oma’s wel eens over jou zeggen dat ze je zo graag zien dat ze je kunnen opeten.
Dichter dan de communie kan God niet komen. Dat is wat vandaag voor de eerste keer gebeurt.
Je krijgt een stukje brood om aan Hem te denken.
Bloemen en kaarsen, brood en wijn. De tafel werd klaargezet.
We probeerden het stil te maken en terug te denken aan die laatste avond dat Jezus met zijn vrienden samen was. Dan was het grote moment aangebroken. We kregen voor het eerst een hostie. Zo mochten we voor het eerst echt meevieren aan de tafel van Jezus.
Soms lijkt alles zo vanzelfsprekend, maar het is toch belangrijk om af en toe eens dank te zeggen. Daarom dank u wel aan iedereen die dit feest hebben mogelijk gemaakt.
Op de eerste plaats een knuffel en een bloem voor onze mama’s en papa’s.
Moet ik nu de weg van Jezus gaan?’, vroeg ik.
‘Nee’, zei hij, ‘ga maar je eigen weg’.
‘Moet ik dan niet de weg van Jezus gaan?’, vroeg ik opnieuw.
‘Nee’, zei hij, ‘ga maar je eigen weg …
en vraag Jezus om met je mee te gaan’.