“Als twee mensen op aarde eensgezind iets vragen, zullen zij het van mijn hemelse Vader verkrijgen. Want waar twee of drie in mijn naam samen zijn, daar ben ik in hun midden.” (Matteüs 18,20)
Vragen en luisteren, daarover gaat het in het evangelie van zondag. Wat we eensgezind vragen aan de Vader, Hij luistert naar ons. Jezus gelooft in de kracht van ons gemeenschappelijk spreken en handelen. Dat geeft grote waarde aan wat we in onderling overleg doen. Het reikt als het ware tot in de hemel.
Luisteren
Dat de Vader naar ons zal luisteren, betekent voor Jezus dat we ook als mensen moeten luisteren naar elkaar. Luisteren kan betekenen dat ik gehoor geef aan het verhaal dat een ander mij vertelt. Of aan zijn nood. Luisteren kan ook betekenen dat ik me laat bevragen in mijn eigen doen en laten. Want als mens zijn we geen van allen zonder fouten of tekortkomingen. Ons daar laten op aanspreken is wel de moeilijkste vorm van luisteren.
Zich laten aanspreken
Ook de christengemeenschap kreeg al van in het begin te maken met mensen die fouten en tekorten hebben. Het evangelie waaruit we zondag lezen, getuigt daarvan. Alles moet er dan op gericht zijn om degene die faalt te redden en te behouden in het samenleven. Dat gebeurt vanuit de overtuiging dat God niemand verloren laat gaan. Niet toevallig gaat aan dit fragment de parabel over het verloren schaap vooraf. En nog daaraan vooraf roept Jezus een kind bij zich en stelt het tot voorbeeld van onze absolute zorg voor het kleine en het zwakke.
Niemand laten verloren gaan
Klein en zwak is ook de mens die tekortschiet. Gods zorg gaat ook naar hem uit. Gelukkig maar, want we zijn ieder van ons mensen met fouten en beperkingen. Dan mogen ervaren dat je desondanks blijft meetellen, is een grote kracht. Wanneer dus iemand in de fout gaat, is het de verantwoordelijkheid van de gemeenschap om hem daar op aan te spreken. Het evangelie geeft daar een paar vuistregels voor. Het valt op dat de gemeenschap daar altijd een rol in te spelen heeft. Als degene die zondigt niet luistert, betrek er dan twee of drie andere personen bij. Lukt het nog niet, maak dan de kring groter en leg het voor aan de gemeenschap. Die moet oordelen dat iemand nog tot haar behoort.
Spreken vraagt moed
Maar het vraagt moed om iemand aan te spreken op zijn fouten. Veel gemakkelijker is het daaraan voorbij te gaan. Net dat wil het evangelie met deze regels vermijden. Onverschilligheid is dodelijk voor de gemeenschap. Het is nog meer dodelijk voor onze relatie met God. Hij kan zich maar om ons bekommeren als wij ons om elkaar bekommeren. En wat we Hem zo eensgezind vragen, Hij zal het ons geven.
(jh)