Sterke mannen en vrouwen,
daar kijken wij naar op in deze wereld. En we denken daarbij spontaan misschien aan de machtigen van deze aarde, de idolen, de sterren. Mijn gedachten gaan eerder uit naar een ander soort van ‘sterke mensen’, naar mensen met een groot moreel gezag, naar hen die ons door hun manier van leven goede en betrouwbare richtingen aanwijzen. Dat kunnen gewone vaders en moeders zijn, zij die ons in alle eenvoud geleerd hebben de medemens te eerbiedigen en alles te doen om het voor anderen goed te maken. Zo is die sterke vrouw waarover het in de eerste lezing van zondag gaat (Spreuken 31,10-13.19-20.30-31). Er staat dat zij haar hand opent voor de behoeftige en haar armen strekt naar de misdeelden. Het zijn sterke mensen, vrouwen zowel als mannen, die zichzelf vergeten om anderen te verheffen.
Gods kapitaal
Het zijn ook sterke mensen die een rol spelen in de parabel van de talenten die eveneens aan bod komt in de liturgie van zondag (Matteüs 25,14-30). Om te beginnen is het al sterk dat een heer zijn hele bezit toevertrouwt aan zijn dienaren. Welke heer doet dat? Dat kan alleen God zijn. Die geeft heel zijn kapitaal uit handen. Dan gaat het natuurlijk niet over geld, maar over het enige dat God heeft, en dat is zijn liefde. Die deelt Hij kwistig uit aan ons allen. Dat is sterk, heel sterk.
Talenten gebruikten
Vraag is wat we aanvangen met wat God ons zo in handen geeft? We kunnen het weigeren. In de parabel heet dat: het in de grond gaan stoppen en dan rustig en lustig onze eigen gangen gaan. Zo ongeveer deed die derde dienaar met het ene talent. Hij is duidelijk niet het goede voorbeeld. De twee andere dienaren hebben een betere keuze gemaakt. Zij hebben Gods liefdeskapitaal niet in een vergeetput gestoken, maar zijn er gaan mee werken en woekeren. In de parabel wordt het echt in termen van kapitaal en rendement uitgedrukt. Maar de bankiers onder ons hoeven zich niet in de handen te wrijven. Werken en woekeren met Gods kapitaal is niet hetzelfde als je geld zoveel mogelijk doen opbrengen. Wat het wel is, horen we eigenlijk de zondag erop in het evangelie.
De opbrengst
Maar ik wil het u al verklappen. We krijgen dan het vervolg te horen op deze parabel. Op het einde der tijden zullen alle mensen en volkeren voor God gebracht worden. Daar zullen we horen: “Wat je voor de minsten van de mijnen gedaan hebt, heb je voor mij gedaan.” Hongerigen spijzen, naakten kleden, zieken bezoeken, zo doen we Gods liefdeskapitaal renderen. En de opbrengst is groot: het is delen in de vreugde van de Heer. Sterke mannen en vrouwen zijn het die ons op die weg voorgaan.
(jh)