Download de pdf
Van Duivelsteen tot Sint-Baafshuis
In de oude romeinse liturgie werd bij de ingebruikname van een religieus gebouw, een kerk, een kapel de hymne gezongen: “ Terribilis est locus iste”…. 'Deze plaats, deze locatie is overweldigend'.
Ik denk dat dit het minste is wat wij van dit Sint-Baafshuis kunnen zeggen, niet enkel omwille van de bouwkundige en artistieke kwaliteiten en omwille van de wijze waarop het gerenoveerd en gerestaureerd werd, maar ook omwille van de rijke geschiedenis die het vertelt van bij de verste oorsprong van onze stad.
Wij bevinden ons hier inderdaad binnen de omwalling van de eerste kern van Gent, binnen de Portus aan de Reep. Wij zitten dan in de 9de-10de eeuw waarvan het Geraard de Duivelsteen en de verre voorloper van onze huidige kathedraal, de Sint-Jan de Doperkerk, stille getuigen zijn. Bij een latere uitbreiding van onze stad en op basis van wetenschappelijk en archeologisch onderzoek weten wij dat hier, op de plaats van het huidige Forum van het Sint-Baafshuis, zich in de middeleeuwen een wapenarsenaal van de stad bevond.
Oprichting van een seminarie in Gent
De crisis die de Kerk doormaakte in de 16de eeuw door de opkomst van de Hervormingsbewegingen, waarbij schrijnende mistoestanden in de Kerk aan de kaak werden gesteld, leidde tot het Concilie van Trente. Daar werd beslist bij decreet van de paus “Adolescentium aetas” van 15 juli 1563 om een degelijke vorming te geven aan de clerus en dat elk bisdom, in de mate van het mogelijke, een “seminarie“ zou oprichten, onder de bevoegdheid van de bisschop en met als specifieke opdracht de clerus een theologische, pastorale en spirituele vorming mee te geven.
Het bisdom Gent, opgericht in 1559, kreeg als eerste bisschop de Leuvense theologieprofessor Corneel Janssen, maar het duurde tot 8 september 1568 voor de man plechtig zijn intrede kon doen in zijn bis-chopsstad. Onmiddellijk vatte hij het plan op om een seminarie op te richten volgens de richtlijnen van het Concilie van Trente.
Daarbij liet de bisschop zijn oog vallen op het Sint-Hiëronymushuis en de Sint-Hiëronymusschool, de enige goed georganiseerde school in Gent op dat ogenblik en in handen van de clerus, gerund door Broeders van het Gemene Leven en gehuisvest in het Geraard de Duivelsteen en de aanpalende gebou-wen. Dat is het huidige blok gevormd door Duivelsteen en de voormalige Nationale Bank, nu Hogeschool Gent. Aan de instelling was een befaamd scriptorium verbonden, gespecialiseerd in het maken van verluchte handschriften, meteen ook een bron van inkomsten voor de gemeenschap. Na een grote bloeiperiode in 15de en begin 16de eeuw kwam de instelling in problemen, ook op financieel vlak. Daar was de opkomst van de boekdrukkunst zeker niet vreemd aan. De beeldenstorm van 1566 deed de rest.
Bisschop Jansenius nam kennis van deze alarmerende situatie en op 26 augustus 1569 werd het Sint-Hiëronymushuis door de laatste fraters overgedragen aan de bisschop om er zijn seminarie in onder te brengen. Ook alle nog resterende roerende en onroerende goederen werden eigendom van het seminarie en daarbij ook de boeken en handschriften van de broedergemeenschap. Zo werd meteen ook de basis gelegd van de seminariebibliotheek waar wij nu nog steeds trots op zijn.
Om de uitbouw en de leefbaarheid van zijn seminarie financieel haalbaar te maken deed bisschop Jansenius een beroep op de seculiere en reguliere clerus van zijn bisdom en op de religieuze gemeenschappen, terwijl kapitaalkrachtige diocesanen hun duitje in de zak deden via schenkingen en legaten.
Jansenius stierf in mei 1576. Het opbouwend werk van de ijverige bisschop om zijn seminarie te organiseren dreigde kort nadien, tijdens de Calvinistische terreur in Gent van 1578 tot 1584, verloren te gaan. Gent verkeerde immers vanaf augustus 1576 in oorlogsstemming met een beleg van Gent door de troepen van de Noordelijke Staten en de machtsgreep in oktober 1587 van de kopstukken van de Gentse hervormingsgezinden, Frans van de Ketulle en Jan van Hembyze. Meteen kwam er een einde aan een tijd van rust ten gevolge van de Pacificatie van Gent (8 november 1576). Een tweede, ditmaal systematische beeldenstorm werd ingezet. Gezien het feit dat Gent sinds juli 1578 officieel een calvinistische stad was, beijverden de nieuwe machthebbers zich om een nieuw Genève uit te bouwen in onze stad en alle sporen van de katholieke reformatie te doen verdwijnen. Het pas opgerichte bisdom Gent werd opgeheven en op 1 juli 1578 trokken de nieuwe bestuurders naar het seminarie om er in naam van het nieuwe bestuur de leer van Calvijn op te leggen en het eigendomsrecht en het bestuur van alle seminariegoederen over te nemen. Interne twisten tussen de nieuwe bestuurders verzwakten de machtspositie van het calvinistische bestuur en maakten het mogelijk dat op 12 september 1584 Gent heroverd werd door de troepen van Farnese en het Spaans bestuur werd hersteld.
Gent was een spookstad geworden, totaal ontvolkt, geruïneerde handel en nijverheid en geplunderde kerken en kloosters.
Nieuwe start na de moeilijke periode van beeldenstorm en godsdienstoorlogen
Vanaf 1585 vinden wij opnieuw sporen van de heropstart van het bisschoppelijk seminarie en vinden wij in het archief van het bisdom en het seminarie vermeldingen van seminaristen en inspanningen van het Sint-Baafskapittel om, in een periode waarin er geen bisschop was, de priesteropleiding opnieuw vaste vorm te geven. Echt herstel kwam er maar bij de benoeming van Willem Lindanus tot bisschop van Gent. Eerder was hij reeds een van de grote promotoren geweest van een degelijke priesteropleiding zoals door het Concilie van Trente bepaald. In Gent zou hij de daad bij het woord voegen. Zijn onverwachte dood op 2 november 1588, drie maanden na zijn installatie, betekende een nieuwe vertraging. Zijn naam blijft evenwel met ons seminarie verbonden niet het minst ook omdat hij een groot deel van zijn persoonlijke bibliotheek aan zijn seminarie naliet, boeken die zijn handtekening dragen en die hier gekoesterd worden. Zonder enige overdrijving kunnen wij stellen dat hij de basis heeft gelegd voor onze unieke collectie.