PB-PE-18-24 Marialied 2
MARIALIED 2
Lieve Vrouw der Lage Landen
Hoge Vrouwe in de hemel
's Heren moeder, reine maagd,
hoor het volk der lage landen
dat u ned’rig bijstand vraagt.
't Heeft al oude adelbrieven
van zijn godsvrucht, deugd en eer.
Wil, zo smeken wij, u Vrouwe
voor ons bidden bij de Heer.
Refrein
Lieve Vrouwke in de hemel
die der Vlamen Moeder zijt,
red uw volk uit diepe noden
maak het tot de deugd bereid.
Lieve Vrouwe, zo was Vlaanderen,
hoofs, eenvoudig en devoot.
Kersten van geloof en zeden,
bleef het in zijn hoogste nood.
't Bouwd' u tempels en kapellen,
van de zee tot in de hei,
’t schilderd’ u in pracht van kleuren
't zong u lied’ren in de mei.
Lieve Vrouwe, zie de wonde
die uw dierbaar volk ontwijdt.
’t Slaat de hand aan eigen broeders,
’t is vol wraak en snarre nijd.
Dolend langs onveil’ge wegen
dwaalt het verder van u af.
’t Zoekt de wellust en vindt schande,
dreigend gaapt het open graf.
Tekst: Emiel Hullebroeck / Muziek: Clem De Ridder
De dichter
Clem (Clement) De Ridder werd in Opwijk geboren op 24 juni 1920. Hij wordt onderwijzer en regent maar zal diverse beroepen uitoefenen waar zijn schrijverstalent wordt aangewend. Hij schrijft toneelwerken maar vooral ook radio- en televisiescripts en ook bindteksten voor het Vlaams Nationaal Zangfeest en de IJzerbedevaart. Hij is ook met onderbreking twintig jaar voorzitter van het Davidsfonds en oprichter van het ‘Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen’. Hij schrijft tietallen liedteksten waaronder dit Marialied. Hij overlijdt te Bertem op 30 oktober 2013.
Componist
Emiel Hullebroeck werd in Gentbrugge geboren op 20 februari 1878. Hij studeerde aan het conservatorium in Gent en werd muziekleraar aan de ‘Normaalschool’ aldaar. Hij was ook dirigent van verschillende koor- en muziekverenigingen en maakte vele buitenlandse rondreizen met zijn door hem opgerichte a-capellakoor. Hij schreef een 7-tal operettes waaronder “Sepp’l” in samenwerking met Lambrecht Lambrechts. Hij componeerde ook 114 liederen waarvan bijvoorbeeld ‘Tineke van Heule’, ‘Een smidje in zijn smisse’ en ‘Hemelhuis’ ons welbekend zijn. Maar ook dus het Marialied ‘Lieve Vrouw der Lage Landen’. Hij overleed te Liedekerke op 26 maart 1965.
Het lied
Bovenaan de partituur van dit lied staat deze opdracht: ‘Aan Mevrouw Constance De Meyer-Van Malderen de lieve moeder van de Vlaamse Troubadour Willem De Meyer’. Het is niet duidelijk van wie de opdracht komt, wellicht van beiden.
De meeste liederen worden benoemd met het eersste vers van de tekst. Dat is hier niet het geval al zullen de meeste mensen het lied beter herkennen aan de eerste versregel.
Het lied ademt de typische sfeer uit van de Vlaamse Beweging waar kunstenaars als De Ridder en Hullebroeck naast vele anderen, zich thuis voelden. De eerste twee strofen bezingen de Vlaamse vroomheid maar in de tweede strofe wordt er toch al in de verleden tijd over gesproken. De derde strofe heb ik nooit weten zingen maar is op zijn zachtst gezegd erg pessimistisch. Het voorgevoelen van een nieuwe tijd?
Wat ik mij van dit lied ook herinner is dat het mannenkoor van Sint-Jan in mijn kapelaanstijd dit lied heel graag zong als slotlied van de zaterdagavondmis. En het was telkens weer een beetje spannend afwachten of ze de hoge tonen van de derde regel van het refrein – red uw volk uit diepe noden - zuiver zouden halen. Maar met wijlen Tory Decraecker erbij was dat geen probleem tot een operatie aan de halsslagader hem verbood om nog zo hoog te zingen. Het blijft evenwel een mooi lied om Maria mee te eren.
Rik Palmans